Ronald Weinland

EEN UITZONDERLIJKE 4½ JAAR – DEEL 2

Terwijl ik deel 1 van mijn laatste artikel nog eens doorlas, om het verhaal nog eens door te nemen, zodat ik verder kan gaan waar ik was gebleven, viel het me nog meer op hoe en waarom God Zijn plan en doel openbaart zoals Hij doet.

Het is moeilijk voor ons, met onze beperkte menselijke bekwaamheid, om het concept ‘tijd’ te kunnen begrijpen, dat kennis bevat, en (ons) veel meer over God en Zijn ongelofelijke grootheid kan leren.

Vandaag ben ik 64 jaar geworden. Dat lijkt oud en voor een menselijk leven komt het dicht bij het aantal jaren dat God de mens toebedeeld heeft om te leven: 70 jaar. Maar in werkelijkheid is het zo ongelofelijk kort en op geen enkele manier te vergelijken met of het zelfs waard vergeleken te worden met wat God ons biedt in een eeuwig leven. Wij kunnen het concept ‘tijd’ niet eens beginnen te begrijpen.

In preken is besproken dat wij onmogelijk de omvang van Gods schepping en het concept ‘tijd’ kunnen begrijpen. Hoe kunnen wij de grootte van onze eigen zon bevatten? Haar diameter is meer dan 100 werelden naast elkaar. Hoe kunnen wij de omvang en de grootsheid van de VY Canis Majoris bevatten? Je zou meer dan 235.000 werelden naast elkaar moeten plaatsen om haar diameter te bereiken. En denk dan eens aan ‘tijd’. De menselijke geest is absoluut onbekwaam om de omvang van dit universum, dat de Almachtige God geschapen heeft en in stand houdt, te begrijpen. En als je alle sterren in het universum zou bezoeken, hoe lang denk je dan dat het zou duren om ze allemaal te bezoeken, als je dat met de snelheid van een miljoen per seconde zou kunnen doen? Het zou 8 triljoen jaar duren!

Het hele punt is dat in de eeuwigheid God nog steeds nieuwe waarheid, nieuwe kennis en begrip aan ons zal openbaren. Dat proces zal nooit eindigen. Zo groot is God! Zoals besproken is in deel 1 ‘God heeft gedurende 6.000 jaar op een progressieve manier de waarheid geopenbaard TERWIJL Zijn plan zich ontvouwt.’ God heeft vanaf het begin der tijden, vanaf dat Hij engelenwezens in een geestenrijk geschapen heeft, nieuwe waarheid en nieuwe kennis geopenbaard. En zoals Hij met het engelenrijk deed, heeft Hij miljoenen en miljoenen jaren altijd maar meer waarheid onderwezen.

Dit heeft alles te maken met hoe en waarom God degenen die Hij roept beproeft en test. Hij doet dit door geleidelijk Zijn plan en doel op Zijn manier te openbaren. Door dit proces kan God de natuurlijke, menselijke manier van denken veranderen, als wij getrouw zijn en ons constant onderwerpen aan het vormen van Zijn ‘openbarende gedachte’ (Logos – Zijn Woord), Zijn geest en Zijn karakter in ons.

Het was miljoenen jaren geleden dat een wezen genaamd Lucifer terugdeinsde voor een waarheid die God openbaarde aan het engelenrijk, als deel van zijn voortdurende progressieve openbaring aan hen. Die waarheid ging over Zijn plan en doel dat op dat moment uitgewerkt werd en betrekking had om waarom Hij van plan was om de aarde op een unieke manier te scheppen. Op dat moment openbaarde God Zijn plan om buiten de engelen een geestelijke Familie, de Familie van God, Elohim, te scheppen. Lucifer verwierp deze ‘nieuwe waarheid.’ Dit was net zoals wat een aantal mensen in de vroege Kerk gedaan hadden, zij hadden de waarheid dat het evangelie naar de heidenen moest gaan, afgewezen. Deze paar mensen konden het er niet eens mee worden en kozen in plaats daarvan te geloven dat ‘hun’ God zoiets niet nodig zou vinden, waarmee zij de conclusie trokken dat dit niet van God kwam. Dit is net zoals een aantal mensen in de Kerk die afgelopen jaren de waarheid over het verwijderen van Gods ‘vloek’ over vrouwen, die vanaf het begin bestaat, verworpen hebben. Zij geloven niet dat een vrouw geordineerd mag worden als dienaar. Zulke personen hebben geconcludeerd dat dit niet van God komt, omdat ‘hun’ God zoiets nooit zou doen.

Progressieve openbaring van nieuwe waarheid, dat dan onze ‘huidige waarheid’ wordt, wordt soms afgewezen door Gods eigen volk, de mensen die Hij geroepen heeft. Er zijn een paar mensen die wat God als profetische dag ‘voor de Kerk’ (van Pinksteren 2012 tot Pinksteren 2013) afgewezen hebben. Deze mensen geloven dat zij gelijk hebben en dat dit niet van God kan komen. Vaak wijst de natuurlijke menselijke manier van denken die zaken af, die het niet wil en daarom moeten dat soort mensen dan huneigen denken rechtvaardigen, door de Bijbel te verdraaien, zodat dit binnen hun afkeuring past of probeert men fouten te vinden in de nieuwe waarheid of bij degenen die deze nieuwe waarheid onderwijst. Dit is vaak gebeurd tijdens het dienaarschap van Herbert W. Armstrong, dat meer dan een halve eeuw geduurd heeft.

Verwerping van de ‘huidige waarheid’ is niet nieuw, en begon eeuwen geleden met een van de drie meest majestueuze engelenwezens, Lucifer. Beproevingen, testen en het veranderen (kneden) van de menselijke geest zijn essentieel en is vereist in het leven om Elohim in te gaan. God zal niet toestaan dat een geest die het niet altijd volledig met Hem eens is zoals gebeurd is met Lucifer, om in Zijn Familie, in de Kerk te blijven. Zo iemand zal niet toegestaan worden Elohim te worden.

Het vormen van rechtvaardig oordeel
Aan het einde van het vorige artikel staat de volgende opmerking: ‘Rechtvaardige beslissingen komen voort uit het baseren van ons oordeel, over elk aspect van het leven, op de waarheid die God geopenbaard heeft tot op dat tijdstip.’ Deze opmerking werd gemaakt over de vroege Kerk die geconfronteerd werd met een grote verandering inzake het feit dat God nu rechtstreeks met de heidenen ging werken. Dit voorbeeld werd vergeleken met hoe sommige mensen gereageerd hebben op de bevrijding van vrouwen van de ‘vloek’ en hoe God nu door vrouwen, als dienaren, zou gaan werken.

Veranderen die God openbaart, als onderdeel van Zijn plan en doel (als onderdeel van de progressieve openbaring) kan en zal mensen beproeven, om te zien hoe men denkt en oordeelt in het leven. Een persoon zal ofwel in overeenstemming met God in doctrine, waarheid en profetie die Hij geopenbaard heeft door Zijn apostelen en profeten zijn, of niet. Dit is eenvoudige en duidelijke kennis die men vanaf het begin van de roeping moet begrijpen. Een rechtvaardig oordeel vellen is gebaseerd op wat men kan ontvangen van Gods woord (de openbarende gedachte) en andere geopenbaarde waarheden, en vervolgens dit toepassen in het leven, in plaats van te vertrouwen op hun eigen redenering om zo een oordeel te vormen.

Gedurende Filadelfia was er maar een manier om in de Kerk van God te kunnen komen en geestelijke kennis van de 21 Waarheden, waar de Kerk op gebouwd was in die tijd. En de enige manier waarop men in de Kerk kon komen was door wat God geopenbaard en hersteld had aan Zijn Kerk door Herbert W. Armstrong. Er was GEEN andere manier om Gods Kerk in te komen of een relatie met God te hebben.

Eens mensen Gods ware Kerk in kwamen, kwam het oordeel over hen en werden zij beoordeeld naar hun eigen oordeel, of deze nu rechtvaardig en gebaseerd op Gods woord waren, of niet. God heeft ons een gigantisch voorbeeld gegeven om dit punt duidelijk te maken. Dit voorbeeld is ontworpen door God om Zijn Kerk te kneden – te transformeren, veranderen – als onderdeel van Zijn voortdurende schepping binnen de Kerk op dat moment. Dat voorbeeld werd ook ontworpen door God om ons, nu, in deze tijd, te leren. En dat is het voorbeeld van verandering en correctie, in het Filadelfia tijdperk, van de dag waarop Pinksteren gevierd moet worden. Wij hebben hier al eerder over gesproken, maar zoals Herbert W. Armstrong vaak terugging naar de fundamentele kennis van de ‘twee bomen,’ is er nog veel meer te begrijpen en meer waarop gebouwd moet worden. We hebben het hier over dit ongelofelijke voorbeeld van leer dat God Zijn Kerk gegeven heeft inzake de verandering van het vieren van Pinksteren.

Nadat deze verandering in Gods Kerk plaatsgevonden had, begrepen de mensen niet echt wat zij meegemaakt hadden of wat de daadwerkelijke gevolgen waren. Al bijna vier decennia had Gods Kerk Pinksteren op de verkeerde dg gevierd. Bij het tellen tot Pinksteren, geloofde men dat Pinksteren op Maandag gevierd moest worden. In 1973 trok dit onderwerp de aandacht van meneer Armstrong. Het was zo’n serieuze en belangrijke zaak dat hij het onderwerp grondig bestudeerd en besproken had. Het duurde bijna een jaar voor hij tot de geestelijke conclusie (door God gegeven) kwam dat de Kerk fout geweest was en Pinksteren altijd op Zondag (de eerste dag van de week) moest vallen. Voor het Pinksterfeest van 1974 werd een wijziging doorgevoerd, omdat God nieuwe en ‘huidige waarheid’ over de correcte dag waarop het Pinksterfeest gevierd moet worden, gegeven had.

Het was een grote test en beproeving voor Gods volk in het Filadelfia tijdperk, na een jaar van studie en discussies, die plaatsgevonden hadden onder de leiding van Gods Kerk. De Kerk in het Filadelfia tijdperk was nog nooit met iets van deze omvang geconfronteerd. Meneer Armstrong wilde er zeker van zijn dat hij Gods leiding in deze zaak volgde en hij wist dat het definitieve besluit door hem zou moeten komen. Hij nam deze verantwoordelijkheid niet licht op. Er kan veel worden geleerd wat er gebeurd is in deze periode.

Voor deze verandering was de ‘huidige waarheid’ dat Pinksteren altijd op een Maandag gevierd werd. Maar waar kwam in de Kerk gedurende Filadelfia, dat begrip over Pinksteren, vandaan? Het begon toen God de waarheid aan Herbert W. Armstrong openbaarde en herstelde over vieren van de jaarlijkse Feestdagen (jaarlijkse Sabbatten) net zoals er opgedragen was de wekelijkse Sabbat te vieren. Zodra de waarheid over het vieren van de jaarlijkse Sabbatten door Gods apostel aan de Kerk gegeven werd moesten diegene die op dat moment in de Kerk waren hun denken en gedachten over hoe zij God op de juiste manier moesten aanbidden en gehoorzamen,veranderen. Diegenen in de Kerk werden door God geoordeeld op hun aanvaarding van deze ‘huidige waarheid’ en hun oordeel om vervolgens te veranderen (door overeenstemming hiermee) of niet.

Een paar decennia nadat God het naleven van de jaarlijkse Feestdagen hersteld had, openbaarde Hij dat één van deze jaarlijkse Sabbatten op een verkeerde dag gevierd was. Dit veroorzaakte verwarring en paniek bij vele broeders (maar over het algemeen maar een klein percentage) en dienaren (waaronder evangelisten) en dit leidde uiteindelijk tot hun vertrek uit de Worldwide Church of God. Echter, voor deze mensen ooit de stap zetten om te vertrekken, hadden zij door hun oordeel, beslissingen en keuzes zich al verwijderd uit Gods Kerk, waren zij uit de relatie en gemeenschap met God en Christus gestapt.

Dus wat is er gebeurd? Om dit te kunnen begrijpen is het belangrijk te weten en begrijpen dat God Herbert W. Armstrong de correcte timing van Pinksteren had kunnen geven, toen Hij de eerste keer aan hem openbaarde dat Zijn Kerk de jaarlijkse Sabbatten moest vieren. God heeft altijd de controle gehad over wat Hij openbaarde over de bevolen inachtneming van deze Feestdagen en het was Zijn besluit om de kennis – waarheid – over op welke dag Pinksteren gevierd moet worden, achter te houden.

Waarom zou God zoiets doen? God wil onze geest kneden, scheppen en transformeren in een nieuwe geest, een nieuw hart, dat geestelijk gedreven wordt in plaats van menselijk (egoïstisch), gemotiveerd door ‘zelf.’ God werkt met hen die Hij geroepen heeft, die zich nederig opstellen om een dergelijk proces van verandering in hun leven te doorlopen. Indien op een bepaald moment iemand een bocht neemt, als gevolg van trots dan wordt het geopenbaard wie zij zijn. Op deze manier kan het Lichaam van Christus een grotere geestelijke waakzaamheid bereiken. God kent het hart en de geest van iedereen, Hij weet op elk moment of zij ‘van de geest’ zijn, of zij Zijn wegen zullen volgen of niet. In plaats van zo iemand snel te verwijderen, is in zo’n geval Gods rechtvaardig oordeel dat als iemand (om welke redenen dan ook) zich afkeert van Hem en niet wil veranderen (berouw heeft, zich wil bekeren) dan moet deze keuze duidelijk zijn als een getuigenis aan anderen. Het is ook om duidelijk te maken dat het iemands eigen beslissing was om deze relatie te verbreken.

God heeft beproevingen en testen ingesteld, die deel uitmaken van het transformatieproces, dat men kan vergelijken met het verwarmen van edelmetaal tot het punt waarop het schuim (de onzuiverheden) aan de oppervlakte komen, zodat we duidelijk kunnen zien wat deze onzuiverheden zijn. God doet dit in het leven van een ieder. En als dit gebeurt moet die persoon de onzuiverheden aanpakken en berouw hebben, zich bekeren (veranderen van denken, dat ervoor zorgt dat wij ons leven anders gaan leven) zodat de onzuiverheden verwijderd kunnen worden. Als iemand zulke onzuiverheden niet eerlijk en getrouw onder ogen ziet, met het geestelijke verlangen om zich te bekeren en de zonden verwijderd te zien, zal God beproevingen en testen gebruiken om die onzuiverheden aan de oppervlakte te brengen, zodat zij gezien kunnen worden en uit het Lichaam verwijderd kunnen worden.

God spreekt over dit proces in Deuteronomium: ‘Alle geboden, dat Ik u heden opleg (alle waarheid die God geeft over Zijn wegen op een bepaald moment in de tijd, de huidige waarheid) zult gij naarstig onderhouden (er naar leven en dienovereenkomstig oordelen) opdat gij leeft en vermenigvuldigt en het land binnengaan en in bezit nemen, dat de Here uw vaderen (zodat men geestelijk kan groeien in het leven en gezegend worden en alles kunnen ontvangen dat God hen wil geven) En gij zult gedenken al de weg (alle waarheid over Gods wegen, die Hij vanaf het begin en vanaf dat moment aan hen geopenbaard heeft niet vergeten) dien u de Here, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft; (in welke tijd wij ook leven, wij zijn gezegend omdat wij door God geleid worden en Hij blijft ons leiden, Hij blijft steeds meer waarheid over Zijn wegen aan ons openbaren) opdat Hij u verootmoedige (door testen en beproevingen) om u op de proef te stellen (nogmaals, door testen en beproevingen) om te weten (voor iedereen om te weten) wat er in uw hart was; of gij Zijn geboden (wetten, waarheden, wegen) zoudt houden of niet.’ Deuteronomium 8: 1-2)

Belangrijke les
Wat kunnen wij leren van het voorbeeld van dat Pinksteren zolang op de verkeerde dag van de week gevierd is? Dit was een test voor iedereen in Zijn Kerk en hiermee had God een middel om het proces van voortdurende schepping, door de noodzakelijke transformatie (verandering) van de geest te doen voortgaan. Dit proces is altijd aan de gang en het werk om deze verandering voort te brengen wordt door Gods geest en door God en Zijn Zoon gedaan. Er is geen andere manier. Als onderdeel van deze geestelijke transformatie (verandering) in ‘deze fase’ van ontwikkeling (schepping) van Elohim moet een ieder beproevingen en testen ondergaan, samen met alle andere middelen die God voor geestelijke ontwikkeling en groei ter beschikking gesteld heeft. Rechtstreekse beproevingen en testen van God versnellen en verdiepen de geestelijke verandering die een groter geloof en Goddelijk karakter in diegenen, die zichzelf onderwerpen aan dit proces, voortbrengen.

Door deze wijziging van het Pinksterfeest werden de mensen in Gods Kerk gedwongen keuzes te maken en een oordeel te vellen. Deze nieuwe openbaring werd gegeven als een beproeving en test voor een ieder. Voor de meerderheid van de Kerk was het niet echt een beproeving in dat jaar, 1974. Het eind van Filadelfia naderde, maar de Kerk was nog niet verankerd in de geest van Laodicea. Die geest of houding van Laodicea begon een paar jaar later snel te groeien. Dus de relatief sterke Kerk kom snel zienwat God door Meneer Armstrong geopenbaard had. Voor anderen was het een beproeving die hen volledig van Gods Kerk scheidde.

God gebruikte deze test in Zijn Kerk om het Lichaam van Christus op te ruimen. Het was naar de wijze van Johannes 15, waar Christus beschreven wordt als de ware wijnstok en God als de landman. De wijnstok moet gesnoeid worden en allen die op dat moment in Gods Kerk waren hebben dat meegemaakt. Maar anderen, die zich verzetten tegen Gods geestelijke schepping in hen brachten geen vruchten voort en waren de takken van de wijnstok die gesnoeid en verwijderd moesten worden.

Twee primaire groepen, die gescheiden moesten worden van de gemeenschap met Gods Kerk, kwamen tevoorschijn. Een groep van dienaren en andere leden vertrokken met als ‘reden’ (excuus en rechtvaardiging voor hun oordeel) dat God niet door Herbert W. Armstrong werkte, omdat hij een fout had gemaakt met de datum van Pinksteren. Deze individuen misleidden zichzelf en geloofden dat God nu door (of met) hen werkte. Na korte tijd gingen een aantal van hen zover dat zij terug gingen (zoals voordat zij geroepen werden) naar geloven dat Zondag de dag was van aanbidding.

De andere groep verwierp de nieuwe waarheid en koos ervoor vast te houden aan het op Maandag vieren van Pinksteren. Zij concludeerden dat meneer Armstrong zo fout was dat God niet meer met hem werkte en dat hij nu met hen werkte, hen leidde om vast te houden aan datgene dat zij altijd geloofd hadden, Pinksteren op Maandag vieren. Naarmate de tijd verstreek losten deze groepen op, verdwenen in het niets en stierven zelfs uit. Dit is hetzelfde als een aantal mensen die in de afgelopen paar jaar die geloven dat ik de waarheid verlaten heb, omdat God nieuwe waarheid aan en door mij geopenbaard heeft. Dus concluderen zij dat zij vasthouden aan dat wat hen aan het begin gegeven is (net zoals de groep die Pinksteren op Maandag bleef vieren, waarvan de meesten denken dat tot het moment dat hij stierf, dat het enige is dat ooit aan Meneer Armstrong gegeven was)

Als deze mensen nu ‘eerlijk’ met zichzelf en anderen zijn, betekent dit dat zij, net zoals andere verstrooide groepen, moeten verwerpen dat er ooit een apostase geweest is. De ‘mens der wetteloosheid’ of het feit dat de Kerk uit Gods mond gespuugd is, moeten zij verwerpen. Dat het Filadelfia tijdperk eindigde met Meneer Armstrong wijzen zij van de hand. Zij moeten wel verwerpen dat Jezus Christus een begin had (niet eeuwig bestaan heeft) en dat dat begin Zijn geboorte was. Zij moeten terugkeren naar geloven in dat Hij eeuwig heeft bestaan, net zoals alle andere verstrooide groepen geloven. Iets anders doen is een grote leugen voor zichzelf en voor anderen. Als zij ervoor kiezen om zelf te beoordelen welk van de 36 bijkomende waarheden zij zullen aannemen of verwerpen, moeten zij toegeven dat waarheid door mij en niet door anderen gegeven is. En dit zou, nogmaals, een grote leugen voor zichzelf en anderen zijn.

Er kunnen vele lessen geleerd worden uit het voorbeeld van Pinksteren in 1974 en een aantal van die lessen worden in deze serie artikelen besproken. Terwijl we verdergaan is het noodzakelijk dat we altijd onthouden dat zulke beproevingen en testen van God, zoals het voorbeeld van Pinksteren, van groot belang is voor het transformatie- of veranderingsproces van de schepping in dit huidige tijdperk naar Elohim (voor diegenen die tot de 144.000 behoren en voor diegenen die voorbereid worden op verantwoordelijkheden in de toekomst) God gebruikte een periode van bijna een halve eeuw om 18 grote waarheden te vestigen in Zijn Kerk. Wij zouden ontzag moeten zijn omdat wij weten dat Gods Kerk binnen 15 jaar 36 bijkomende waarheden gekregen hebben. Gods Kerk is ongelofelijk gezegend zoiets meegemaakt te mogen hebben.

Nogmaals, het is zo enorm belangrijk hiervan te leren dat alleen God Zijn waarheid aan ons kan openbaren. Het ligt volledig binnen Zijn wil en doel wat Hij openbaart en wat Hij niet openbaart en wanneer Hij het zal openbaren. Meneer Armstrong had geen keuze of mogelijkheid om te bepalen wat God openbaarde over Pinksteren. Meneer Armstrong bepaalde niet door studie of intellect wat waarheid en doctrine was dat in Gods Kerk onderwezen moest worden. God moest het hem openbaren, Hij deed dit terwijl Meneer Armstrong studeerde. God moet zulke dingen openbaren. Het is eenvoudig te begrijpen hoe God waarheid aan Zijn Kerk openbaart. Dit is en is altijd door Zijn apostelen profeten geweest, en op geen enkele andere manier.

De preek van 2 Februari 2008
We zullen nu teruggaan naar de preek ‘de 144.000 zijn verzegeld’, die op 2 Februari 2008 gegeven is. Ik heb al eerder een aantal zaken besproken wat in het begin van die preek gezegd is. Op dat moment wist ik niet dat God mij op Pinksteren 1998 een apostel voor Zijn Kerk gemaakt had. Al dat ik begreep was dat God met mij als profeet werkte, maar ik begreep niet volledig hoe. Er was niemand die mij kon onderwijzen over de taak en functie van een profeet in Gods ministry. Dit was omdat God niemand zo’n positie gegeven had in Filadelfia of Laodicea, tot God mij die taak gaf.

Wij hebben veel zaken besproken die leidden tot deze periode, 2008, zodat wij beter kunnen begrijpen hoe en waarom God op dat moment in Zijn Kerk werkte. De Kerk werd voorbereid voor wat zij gedurende de in Daniel geprofeteerde eindtijdgebeurtenissen zou meemaken. Deze preek ging over dat God mij geopenbaard had dat de 1.335 dagen over de verzegeling van de 144.000 ging. Dat is de context van de inleiding tot die preek, die ik als apostel gaf. Maar op dat moment bevatte ik dat.

Als we het in deze context begrijpen, dan is het ongelofelijk wat er gezegd is, nadat ik de titel van die preek gegeven had: ‘God heeft mij gegeven dat dit de dag is! Ik wist niet precies wat er gegeven zou worden op deze dag, tot gisteren, gisteravond!’ De rest van die paragraaf zal ook besproken worden, maar eerst moeten we deze eerste zinnen nader bekijken. Wat God mij, als profeet, gaf, was dat de 1.335 dagen van Daniel over de verzegeling van de 144.000 gaat. Dat was het! Die dag in Februari leek erg belangrijk dankzij het oordelen naar de waarheden die wij op dat moment hadden (de huidige waarheid) De eerste waarheid die deel uitmaakte van dit oordeel was dat God mij, als profeet, geopenbaard had dat 2008 het begin van Zijn laatste getuigenis aan deze wereld is. Dit was een profetisch feit. Ten tweede geloofden wij op dat moment in de tijd dat Christus zou terugkeren op een Trompettenfeest. Ten derde, de andere waarheid die wij hadden, was dat de periode van Gods laatste getuigenis 1.260 dagen zou duren, de tijd waarin Gods twee getuigen die laatste getuigenis zouden bewijzen.

Als apostel en dienaar van Gods Kerk was het mijn verantwoordelijkheid om hierover te prediken, om dit Gods volk te onderwijzen. Gebaseerd op hoe God mij getraind had om te oordelen met alle waarheid die wij op dat moment hadden, concludeerde ik dat God aan ons geopenbaard had dat op die specifieke dag in 2008 de 144.000 waren verzegeld. Ik had het mis. Maar als God had gewild, had Hij geopenbaard dat de verzegeling niet op die dag plaatsgevonden had. God had alleen gepenbaard dat de betekenis van de 1.335 dagen de verzegeling van de 144.000 inhield. Ik trok de verkeerde conclusie uit wat geopenbaard werd, omdat ik maar een deel van wat geopenbaard werd, begreep.

God koos ervoor om later te openbaren wanneer de 1.335 dagen daadwerkelijk zouden beginnen: in het najaar van 2008, nadat Hij geopenbaard had dat Christus zou terugkeren op Pinksteren en niet op een Trompettenfeest. Deze hele ervaring was bedoeld als test voor de Kerk, net zoals het daarjuist aangehaalde voorbeeld van Pinksteren 1974, dat ook door God als test voor Zijn volk bedoeld was.

Nu zullen we de rest van die paragraaf, die geciteerd werd uit de preek van 2 Februari 2008, lezen: ‘Toen ik ging zitten en over het aantal dagen in Daniel (deze 1.335 dagen) las, dacht ik na en begon op mijn rekenmachine te tikken. Ik wilde het bewijs zien! Vandaag wilt u ook bewijs zien. Maar de volgorde van de dagen, van de ene dag naar de andere dag, is er geen bewijs!’

Het was duidelijk door elke berekening dat niets in de betekenis van Gods Heilige Dagen paste, maar toen God openbaarde dat Christus zou terugkeren op een Pinksteren, veranderde dat alles!

Met die nieuwe en huidige waarheid en openbaring van de waarheid dat 2008 het begin was van Gods laatste getuigenis aan de mensheid, vielen de data wiskundig wel op hun plaats op een ongelofelijke wijze (in data, in jaren en jaren van de jaarlijkse Feestdagen) Die eerste datum viel op 30 September 2008, het Trompettenfeest. Dat was gewoon ongelofelijk en inspirerend om te zien.

Wij hebben echt ongelofelijke tijden, buitengewone ervaringen meegemaakt. God bereidde ons voor om in de jaren van de ‘laatste getuigenis’ en de tijden waar we nu in leven, te leven.

(Aangezien er in dit artikel meer gegeven is, zal deze reeks uitgebreid worden met een deel 3, dat volgende week gepubliceerd zal worden)