Ronald Weinland

Ware Relaties (vriendschap) – Deel 1

Ledereen die gedoopt is en bevrucht werd met Gods geest, heeft een unieke verandering in zijn leven ondergaan wat betreft zijn vriendschapsbanden. Wanneer iemand begint met zich over te geven aan een transformatie in zijn denken, dan begint men meer en meer veranderingen in zijn leven aan te brengen en dit vooral in ‘hoe’ men het leven leeft. Ook het soort van activiteiten waar je voorheen misschien samen met vrienden of familie aan deelnam verandert.

Wanneer een mens stopt met deel te nemen aan activiteiten waar men voorheen op Vrijdagavond en Zaterdagavond aan deelnam, dan vormt dit een obstakel om tijd met elkaar door te brengen en voor die vriendschappen op zich. Verdere obstakels kunnen zich ook opwerpen wanneer iemand stopt met deel te nemen aan activiteiten waar men voorheen wel aan deelnam, omdat men zich wil onttrekken aan bepaalde milieus en activiteiten die zonde inhouden of tot zonde leiden. Dergelijke en andere veranderingen zorgen er al gauw voor dat zulke bestaande vriendschappen ophouden te bestaan. Zulke veranderingen kunnen ook problemen veroorzaken in de meest hechte relaties die er zijn, zoals je huwelijk of je familie.

Terwijl deze natuurlijke veranderingen plaatsvinden, begint er zich ook al gauw een andere verandering in je relaties en vriendschappen te manifesteren. Nieuwe verwekte mensen beginnen nieuwe vriendschappen aan te knopen, wanneer zij binnentreden in de meest unieke relatie (vriendschap) die een mens ooit kan ervaren. Zij die in Gods Kerk ‘geroepen’ worden, worden ‘uitgenodigd’ tot een uiterst unieke relatie met God, Jezus Christus en allen die zich ‘in’ het Lichaam van Christus bevinden. Doordat Gods geest ‘in’ ons woont, kunnen wij gezegend worden met deze ongelooflijke relaties (vriendschappen). Zoals Christus het zei: ‘Voor alle vriendschappen en relaties die je achter je laat (terzijde legt), zal je er honderdvoudig voor in de plaats krijgen.’

God op de eerste plaats!
Relaties en vriendschappen brengen aan het licht wat het ‘ware’ verlangen, hart en de overtuiging is van iemand die tot het Lichaam van Christus toegetreden is. Jezus Christus maakte het klaar en duidelijk hoe belangrijk het is dat God op de eerste plaats komt in je leven, voor al je andere relaties, ‘als’ je er werkelijk naar verlangt om ‘in’ een ware relatie (vriendschap) met God te blijven.

‘Indien iemand tot Mij komt (door het Lichaam van Christus) en niet haat (in de betekenis van deze context betekent het woord wat hier meestal als ‘haat’ vertaald wordt werkelijk ‘in verhouding minder liefhebben’) zijn vader, en moeder, en vrouw (of man/echtgenoot), kinderen, en broers, en zusters, en ja zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn.’ (Lucas 14:26)

Christus zegt hier overduidelijk dat je in alles in je leven God op de eerste plaats moet zetten, ook in je meest hechte relaties (vriendschappen), teneinde een ware relatie en voortdurende vriendschap met Hem en God te kunnen hebben. Als je geen discipel (leerling) van Christus bent, dan betekent dit dat Hij jou niet onderwijst, leidt, begeleidt en bijstuurt. Integendeel zal je niet toegestaan worden om tot zo’n relatie (vriendschap) toe te treden, of je zal afgesneden worden van alle geestelijke openbaring (instructie en onderwijs) van God, omdat dat geestelijke voedsel enkel en alleen door Jezus Christus en Zijn Kerk tot jou komt. Als je, je niet bekeert van gelijk welke keuze in je leven die je gemaakt hebt op basis van een relatie met iemand die jou aftrekt van de gehoorzaamheid aan en de eenheid met God, dan beëindigt dit ook automatisch jou ware relatie (vriendschap) met God. Ware, getrouwe en hechte relaties (vriendschappen) zijn van groot belang voor God, en voor Zijn schepping van Zijn Familie.

Jezus vervolgde met te zeggen: ‘Gij zijt Mijn vrienden, indien gij doet wat Ik u gebied.’ (Johannes 15:14) Teneinde een ware relatie (vriendschap) met God en Jezus Christus te kunnen hebben, is het duidelijk dat wij in eenheid met God moeten zijn door geloof in en toepassing van alles (wanneer het ook gegeven wordt) wat Christus aan Zijn Kerk geeft als instructie, richtingaanwijzing en correctie – wat Hij ook maar beveelt. Een ‘vriend’ van Christus zijn – zo’n vriendschapsrelatie hebben – is veel en veel diepgaander dan je, je kan voorstellen. En hoeveel diepgaander nog is de relatie (vriendschap) die aan ons gegeven is, waardoor wij in staat zijn om de Ene Eeuwig Levende God als onze Vader te kunnen ‘zien’?

Het voortdurend op de ‘eerste plaats’ zetten van je relatie (vriendschap) met God doe je door immer te groeien tot een grotere eenheid en overeenstemming met Hem. Nadat je in de Kerk geroepen bent, zal de rest van je menselijke leven bestaan uit het constant maken van keuzes, die aan het licht brengen hoezeer je gemotiveerd bent om in die relatie (vriendschap) te ‘blijven’…of niet.

Paulus legde uit dat wij op een waardige manier moeten wandelen (leven), waardig tegenover onze ‘speciale roeping’ van God. Hij legde uit hoe dit verwezenlijkt (mogelijk gemaakt) kan worden door nederigheid (het tegengestelde van hoogmoed), zachtmoedigheid, geduld en liefde (agape – Gods liefde in ons) uit te oefenen (te leven). Maar de werkelijkheid is dat niemand van ons dit uit zichzelf kan verwezenlijken. Nederigheid, zachtmoedigheid en geduld zijn geen typische kenmerken van de menselijke natuur; want egoïsme is niet in staat om zulke karakteriele kwaliteiten voort te brengen. De mens is slechts in staat om een zeer vage gelijkenis met zulke eigenschappen te weerspiegelen, die oprecht ‘lijken’. We moeten Gods geest ‘in’ ons hebben om in staat te zijn om zulke karaktereigenschappen waarlijk te leven en in de praktijk te brengen, doordat God ze in ons karakter en in onze geest (ons verstand, ons denken) vormt (ontwikkeld).

De reden waarom Paulus dit naar voren brengt en ons wijst op de noodzaak om zulke karaktereigenschappen na te streven (wat alleen maar tot stand kan komen door de kracht van God; Zijn geest werkzaam in ons denken) is om ons in staat te stellen om datgene wat hij vervolgens zegt te kunnen bereiken. De reden waarom wij deze kwaliteiten nodig hebben, waarom zij werkzaam moeten zijn in ons denken en ons doen (ons gedrag), is dat wij dan kunnen gaan werken aan datgene wat het allerbelangrijkste is in onze roeping: ‘En u te beijveren (Grieks: naarstig/ijverig werken, zwoegen) om de eenheid van de geest te houden, door de band van de vrede.’ (Efeze 4:3)

Teneinde in Gods Familie – Elohim – te kunnen zijn, moeten wij het enorme belang gaan inzien van het tot absolute eenheid en overeenstemming met God en Zijn enige ware manier van leven te komen (in volledige overeenstemming met het Woord). Alleen ‘Zijn weg’ zal eeuwigdurende vrede voortbrengen – het geestelijke Jeruzalem. Ware ‘vrede’ wordt alleen in stand gehouden door eenheid met God.

Eenheid
Om tot zo’n eenheid met God te groeien moet je tegen hoogmoed vechten en leren om nederigheid (in zakken gekleed zijn – Openbaring 11:3) na te streven. Als je dit niet voortdurend nastreeft, dan zal hoogmoed ‘de kop opsteken’ (afgoderij) en een andere gedachte, geloof, zogenaamd inzicht en/of eigengereid idee of verlangen voorop stellen, voor en boven de echte waarheid die God ons onderwijst. Teneinde tot een grotere eenheid en overeenstemming te groeien, moeten wij bevattelijk (gedwee) worden voor het onderwijs en vechten tegen ‘hoe wij het zien’ en tegen ‘wat ons de juiste weg lijkt’. Om tot grotere eenheid te groeien, moeten wij geduldig zijn en wachten op Gods timing om ons te openbaren wat wij nodig hebben, wanneer wij het nodig hebben. Ongeduldigheid leidt er slechts toe dat wij de zaken in eigen handen gaan nemen en/of dat wij overhaast tewerk gaan in het leven. Deze drie eigenschappen ‘nederigheid, zachtmoedigheid en geduld’ moeten wij ook toepassen in al onze relaties (vriendschappen) met anderen.

Paulus schrijft over zijn grote verlangen voor de Filippenzen, dat zij gelijkgezind zouden mogen zijn en dat ‘dat gemoed’ (de eenheid van denken) van Christus ‘in’ hen zou mogen zijn: ‘Vervul dan Mijn blijdschap, door eensgezind te zijn, dezelfde liefde te hebben en één van gevoelen en gemoed te zijn.’ (Filippenzen 2:2)

Elk ‘denken’ dat afwijkt van de eenheid en overeenstemming met de geest (het gemoed) van Christus, en ook elk gedrag en gesprek dat hieruit voortkomt, brengt enkel en alleen onenigheid, verscheurdheid, opstand, gekwetstheid, pijn en lijden voort – het tegenovergestelde van vrede en wat dat voortbrengt. Een ware relatie (vriendschap) met God, Christus en de Kerk kan alleen maar ervaren worden door consequent in absolute eenheid en overeenstemming met God te leven, dankzij de voortdurende en blijvende stroom van Gods geest ‘in’ jou.

‘Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem (God) hebben, en toch in duisternis wandelen (iets doen/leven wat niet in overeenstemming is met God), dan liegen wij en doen (leven/in de praktijk brengen) de waarheid niet. Maar als wij in het licht wandelen (in overeenstemming leven met), zoals Hij in het licht is, dan zijn wij met elkaar verbonden, en reinigt het bloed van Zijn Zoon Jezus Christus ons van elke zonde.’ (I Johannes 1:6-7)

Johannes legt ons uit dat iemand die waarlijk een relatie heeft met God, Christus en de Kerk, iemand is die zich bekeert van zonden en die zichzelf als missie de taak heeft opgelegd om in overeenstemming (in eenheid – wandelend in het licht) met God te leven. Zij die zich niet bekeren van hun houding en gedragingen die verdeeldheid veroorzaken (niet in eenheid met), hebben geen ware relatie met God, Christus en de Kerk, maar leven daarentegen een leugen, zoals Johannes dit ook aan ons uitlegt.

Het belang van Eenheid bevatten
Gods verlangen naar eenheid en overeenstemming met Zijn ene ware manier van leven is groot. Het is de ‘enige weg’ die ware vrede, volheid en absolute vreugde in het leven voortbrengt. Daarom, en ook om Gods grote doel met de schepping van Elohim, geeft Hij dergelijke directe en strenge instructies aan Zijn Kerk betreffende zij die geroepen zijn en die Hem niet op de eerste plaats in hun leven geplaatst hebben, maar daarentegen minachting getoond hebben tegenover een ware relatie met Hem.

Het is geen kleinigheid voor God, wanneer iemand aan wie de grote genade geschonken is om de onpeilbare relatie aan te gaan met Hemzelf, Zijn Zoon en Zijn Kerk, vervolgens in zijn denken, woorden en acties minachting ten aanzien van Hem vertoont. Die genade houd in dat hen ‘liefde’ is aangeboden, die zij mogen ervaren in een relatie met Hem, Zijn Zoon en allen die Hij in Zijn Kerk geroepen heeft. Aan dergelijke mensen is de unieke gelegenheid verleend om de uitstorting van Gods liefde over hen te ervaren, Gods liefde die geduldig is (die veel tijd geeft om te veranderen), genadig is, en die onmiddellijke vergeving schenkt wanneer men zich bekeert. Maar de geschiedenis van Kerk brengt aan het licht dat zo’n uitstorting van de ‘liefde’ van God, Christus en de Kerk maar al te vaak ontvangen wordt met ondank, onverschilligheid, egoïsme en dus vaak versmaad wordt.

Maar, na verloop van tijd (nadat veel geduld verleend is), zal God openbaren wat de ware toedracht is van elke valse relatie binnen Zijn Kerk, van ieder individu dat zich afkeert van de relatie die Hij hen aanbood. Meestal gaat dit gepaard met beproevingen (vuur) en testen die uiteindelijk zullen openbaren wat Gods oordeel is, en resulteren in de verwijdering van zij die zich niet willen onderwerpen aan Zijn transformerende werk – zij die zich niet willen onderwerpen aan Zijn regering, werkzaam in hun leven. Soms zal God een persoon korte tijd laten schorsen uit de gemeente (uit de relatie) wat dient als een periode van correctie die moet helpen om te benadrukken waar men zwak staat in die o zo belangrijke relatie met Hem. Dit wordt meestal toegestaan voor diegenen die blijk geven van potentieel, of op een of andere manier uitstralen dat zij ernaar verlangen om een hernieuwde relatie met Gods Kerk aan te gaan. Mensen die zich niet (willen) bekeren (geen enkel teken van bekering, geen verlangen om te veranderen vertonen) worden eenvoudigweg uit de gemeente (relatie) verwijderd – disfellowshipped. En zij die de genade van een korte schorsing ontvangen maar hier niet ernstig op ingaan en geen bekering en verandering in hun leven vertonen, worden ook gedisfellowshipped (verwijderd uit de gemeente).

Maar al te vaak is het makkelijk om een relatie met God licht op te nemen – zelfs als vanzelfsprekend. Het is moeilijk voor de menselijke geest (zelfs nadat zijn door Gods geest verwekt is) om het ongelooflijke belang en de ongelooflijke grootsheid van zo’n relatie met God te bevatten, omdat God niet fysiek gezien kan worden, maar slechts geestelijk door Zijn eigen openbaring. Tijdens de voorbije 2000 jaar heeft God aan een klein aantal mensen de gelegenheid gegeven om een diepere relatie met Hem te ervaren, en dit door middel van een groep mensen die eveneens een geestelijk leven van God ontvangen hebben – in de Kerk van God.

Als men in het Lichaam van Christus toch maar een beter begrip zou kunnen krijgen van de geschiedenis van allen die een relatie met God gehad hebben, en die vervolgens op een moment in de tijd deze relatie met geestelijke minachting en misprijzen begonnen te behandelen. Dan zou men beter in staat zijn om te begrijpen wat het werkelijk betekent om verwijderd te worden uit die ongelooflijke gelegenheid tot ware relaties (fellowship), en hoe geweldig ernstig zo’n verwerping (verwijdering) is.

Deel 2 van ‘Ware Relaties (vriendschap)’ volgt volgende week.