Ronald Weinland

WARE RELATIES EN VRIENDSCHAP – DEEL 4

Het kan erg moeilijk zijn voor de bekeerde geest, zelfs al is die bevrucht en verwekt door de inwoning van Gods geest, om ten volle te begrijpen hoe ernstig en hoe ongelooflijk schadelijk zonde is. De realiteit is echter dat één enkele zonde dusdanig kan voortwoekeren dat zij verdeeldheid, verwoesting, verblinding, lijden, gevangenschap en zelfs de dood in haar kielzog kan meeslepen.

De waarheid is dat niemand werkelijk de volle diepte van de verwoestende en boze krachten van zonden (datgene wat tegen Gods ene ware weg ingaat – wat tegen God gekant is) kan ‘zien’. Als iedereen zonden werkelijk zou kunnen zien voor wat zij zijn, dan zou men veel meer schrik hebben om te zondigen en zou men zich er veel meer tegen verzetten en zich er veel sneller van bekeren wanneer men zondigt.

Zonde breekt elk Gebod
Als je een beter inzicht wilt krijgen in hoe lelijk, slecht en verwoestend zonde is, dan is het altijd een goede oefening om te beschouwen hoe één zonde (elke zonde) in je leven effectief rechtstreeks tegen elk van de 10 Geboden ingaat. Gehoorzaamheid aan Gods wetten (wanneer je hiermee in volledige overeenstemming bent) is iets wat ‘geestelijk” is, en het openbaart een juiste motivatie die voortkomt uit ons ‘denken’ in de geest, rechtstreeks uit de geestelijke materie in ons verstand. En met de bevruchting van Gods Heilige geest in onze geest (menselijke geest), kan ons denken effectief getransformeerd worden…hoe wij denken, wat op zich dan weer leidt tot een verandering in de manier waarop wij leven.

Laten we dus eens de zonde van ongehoorzaamheid aan God in ogenschouw nemen; namelijk wanneer iemand ervoor kiest om toch nog een ‘relatie’ (contact) te hebben met mensen die ‘gedisfellowshipped’ zijn van God, Zijn Zoon en Zijn Kerk.

God heeft duidelijk de structuur en de geest van Zijn weg van vrede geopenbaard, die geestelijk te onderscheiden is door middel van de geboden die Hij aan de egoïstische en hoogmoedige mensheid gegeven heeft. Deze geboden gaan over de manier waarop vrede tot stand komt in onze onderlinge relaties, wanneer wij hiermee in overeenstemming zijn en daaraan gehoorzamen. Jezus Christus bevestigde de eenvoud en de ware geest van alle geboden, toen Hij gevraagd werd welke van deze het allergrootste gebod in de wet is.

‘Jezus zei tegen hem: Gij zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt (hierop rust/steunt) heel de wet, en de profeten.’ (Mattheus 22:37-40)

Jezus Christus openbaarde hiermee overduidelijk dat je ware relatie met God op de allereerste plaats van belangrijkheid komt in jouw leven. Als God niet op de allereerste plaats staat, dan zal je ook in de weg tot vrede met iedereen anders falen. Nadat je door God geroepen bent, kan je beginnen met te streven naar een verandering in jouw denken, die leidt tot de vervulling van dat potentiële leven…wat je alleen maar ten volle zal ervaren in de eeuwige vrede in Gods Familie – Elohim.

Ieder geestelijk verwekt lid van het Lichaam van Christus moet werken (ernaar streven, en vechten tegen de menselijke natuur) aan ware (zuivere) relaties. Zulke relaties zijn niet ‘natuurlijk’ en komen niet vanzelf tot stand, noch zijn zij aan niemand ‘verschuldigd’. Je kan niet ‘wachten’ totdat anderen om je heen veranderen en een juiste houding ten aanzien van jou gaan hebben. Maar je moet jezelf veranderen door die wetten die juiste (goede) relaties met anderen voortbrengen, toe te passen en te gaan ‘leven’. Wanneer je dieper de realiteit gaat beseffen dat de enige manier waarop je juiste, ware en betekenisvolle relaties kan hebben is door in volledige overeenstemming en in volle gehoorzaamheid aan Gods wetten te leven, dan zul je ook een dieper inzicht krijgen in de grote belangrijkheid van ‘ware relaties’ (vriendschap). Dergelijk dieper inzicht openbaart aan ons ook een groter inzicht in hoe vreselijk afschuwelijk het is als de noodzaak zich opdringt om iemand te verwijderen uit de gemeente (te disfellowshippen), weg van die relatie die God ons (uiteindelijk in alle eeuwigheid) in Elohim aanbied.

Omdat Jezus Christus duidelijk stelt dat het grootste gebod gaat over de ware relatie die je met God hebt, moeten we eerst onze aandacht richten op de vier eerste geboden die die grote wet ondersteunen. Deze openbaren ons hoe je aan een juiste relatie met God moet werken, waardoor wij Hem met ‘heel ons hart, heel ons leven en heel onze geest’ kunnen gaan liefhebben. We gaan elk van deze geboden onder de loep nemen, en bekijken hoe zij in ongehoorzaamheid verworpen en gebroken worden wanneer iemand ervoor kiest om te zondigen door toch een relatie aan te houden met iemand die gedisfellowshipped werd.

Het Eerste Gebod
‘Ik ben de HEERE, uw God (Hebr.: Elohim), Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.’ (Exodus 20:2-3)

Deze eerste zin wordt weggelaten wanneer men de Tien Geboden citeert, maar zij is essentieel bij het doel waarom God aan de mensheid openbaart hoe zij dient te leven in al haar relaties – vriendschappen. Dit Gebod werd op fysiek niveau aan Israël gegeven; met een fysieke betekenis en wat hen betrof een fysieke interpretatie daarvan. Maar aan diegenen die geroepen en verwekt zijn door God, wordt veel meer gegeven. De betekenis hiervan en het inzicht hierin moeten door iedereen in de Kerk zowel een fysiek als een geestelijk ontvangen worden. Want de geest openbaart de intentie (motivatie) en de oorspong van het ‘denken’ in de menselijke geest.

Toen God deze geboden gaf begon Hij met Zichzelf te openbaren als de enige die de autoriteit en de macht bezit om ‘Israël’ (zowel fysiek als geestelijk) te bevrijden uit Egypte – uit gevangenschap. Maar in die eerste zin openbaarde God nog veel meer. Hij verwees naar bevrijding uit het ‘slavenhuis’ (diensthuis). Dit woord ‘slavenhuis’ (diensthuis) heeft in de context hier de specifieke betekenis van ‘huishouden’ of ‘familie’. God openbaart dat Zijn bevrijding een bevrijding is uit een huishouden (van Egypte) dat zijn ‘dienstknechten’ gevangen houdt.

God begint met te openbaren dat Hij de Eeuwige is – de Eeuwig Levende Uit-Zichzelf-Bestaande God. De Eeuwige verklaart vervolgens dat hij de Ene is die ons uit het huishouden (de familie) van Egypte bevrijd heeft, en ons in Zijn huishouden of familie geplaatst heeft – in Elohim. Hij zei; ‘Ik ben uw…Elohim’ Wanneer wij eenmaal uit deze wereld geroepen worden, begint God ons uit geestelijk Egypte te bevrijden – uit het huis(houden) (de familierelatie) van gevangenschap in (tot) een nieuwe relatie en een nieuwe Familie.

‘Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers (in Grieks een samenstelling van twee woorden – ‘eenheid’ = samen of met; en ‘van dezelfde stad of plaats’ = letterlijk samen wonend in dezelfde plaats) met de heiligen (anderen die ook door God geroepen en verwekte zijn), en huisgenoten (familie) Gods.’ (Efeze 2:19)

God vervolgt Zijn eerste gebod met te zeggen: ‘Gij zult geen andere goden (Hebr.: Elohim) voor Mijn aangezicht hebben.’

Het woord dat hier in het Nederlands als ‘voor’ vertaald wordt, is eigenlijk een interpretatie van twee verschillende Hebreeuwse woorden, en niet een letterlijke vertaling van die beide woorden. Het ene woord betekent gewoon ‘ervoor, naast of voor’. Maar het tweede woord betekent ‘boven, erboven of tegen’. In de Psalmen kan je uitstekend voorbeeld vinden waarbij dit tweede woord als ‘tegen’ vertaald wordt:

‘De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Heere en tegen Zijn gezalfde (Christus)’ (Psalm 2:2)

In dit eerste gebod zegt God dat niemand zichzelf of een andere relatie ‘voor’ of ‘boven’ Hem en Zijn doel met Elohim hoort te plaatsen. Hij verklaart duidelijk dat als je dit doet, je een andere familie (relatie, vriendschap) tegen Hem en tegen Zijn doel met Elohim plaatst – dat je ‘andere goden’ voor Hem plaatst – omdat je een andere god familie (god elohim) voor, boven en tegen God en boven en tegen Zijn ware familie plaatst – voor Elohim.

Een beter begrip van dit eerste gebod, zou je inzicht in Gods strenge instructies betreffende het belang van het onderhouden van een ware (en voortdurende) relatie met Hem, Zijn Zoon en Zijn Kerk sterk moeten doen toenemen. Zij die niet streven (vechten) om God op de eerste plaats te zetten (houden) in hun leven, zullen hun relatie met Hem gaan misprijzen, en zullen zonde in hun leven beginnen te tolereren (toestaan, vergoelijken). Een van de grootste (of ernstigste) zonden (hoewel alle zonde, zonde is en de dood tot gevolg heeft), is om een andere relatie (vriendschap) te verkiezen die ‘tegen Elohim is, omdat dit zowel tegen God en Zijn Familie is. Als je een andere relatie (vriendschap) verkiest ‘boven’ wat God ons aanbiedt in Zijn Familie, dan is dat hetzelfde als ‘andere goden’ maken van zulke relaties.

Het Tweede Gebod
‘Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HERE, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.’ (Exodus 20:4-6)

De mens heeft een extreem egoïstische natuur die gevoed wordt door hoogmoed, en daardoor geneigd is om ‘zichzelf automatisch te verheffen’ boven alle anderen…inclusief God. Daarom tracht de mensheid om God af te beelden in een vorm die zij zelf kan beheren en die zij voor zichzelf kan definiëren teneinde haar eigen verlangens, noden en zelfbevrediging te vervullen. Een dergelijke natuur helt over naar immoraliteit, verdorvenheid, laaghartigheid en corruptheid. Zij is alles wat tegen ware rechtvaardigheid in gaat – tegen God.

Satan heeft het niet erg moeilijk gehad om een verdraaid en hogelijk verwrongen geloof op te hangen over God, Zijn Zoon Jezus Christus en Zijn woord (de waarheid0. Na de Apostase kwamen er uit de Kerk die verstrooid werd van de ene dag op de andere, meer dan 600 verschillende en tegenstrijdige (geloven) organisaties voort, die elk beweren ‘van God’ te zijn. Al deze groeperingen hadden een of andere vorm of variatie van Gods waarheid in hun geloofsleer, en dus per definitie niet één met God. Ook in het traditionele christendom bestaan er duizenden varianten van ideeën, concepten en geloofsovertuigingen over God. Maar ieder van hen faalt in te zien dat zij zelf iets hebben ‘opgericht’ waar zijzelf in willen geloven – iets naar hun gading, wat hun bevredigt, rechtvaardigt en behaagt.

Gods weg (manier) – Gods waarheid – is zo fundamenteel en eenvoudig…maar de menselijke geest verwerpt haar en vind het veel makkelijker om iets anders ‘op te richten’ (afgoderij) om te geloven, in plats van gewoon de waarheid van God te geloven. God zegt duidelijk dat er één geloof, één waarheid, één Kerk, één God en één Christus, maar zelfs in de ware Kerk die verstrooid werd staken honderden tegenstrijdige geloofsovertuigingen de kop op over deze fundamentele waarheden. Deze geschiedenis zou heel erg ontnuchterend voor ons moeten zijn, want de weg die van God weg leidt is met goud geplaveid. De weg die volgt waar God ons leidt, is geplaveid met vurige beproevingen, ontberingen en strijd. Maar dat is ook de weg die leidt tot de ‘volheid des levens’, vrede en eeuwigdurend leven.

In dit gebod (2de) verteld God de mensheid gewoon dat zij geen afgoden moeten ‘oprichten’ voor (boven) Hem…en dat is juist wat de mensheid gedaan heeft. De mens heeft bijna alles wat je je maar kunt voorstellen wat zich in de ‘hemelen’, op de aarde, in de wateren en onder de aarde bevindt aanbeden. God inspireerde Paulus om dit zeer gepast te analyseren:

‘Want, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren.’ (Romeinen 1:21-23)

Het is verbazingwekkend om te zien hoe diegenen die zichzelf afschilderen als wijs en hoog opgeleid in de wiskunde en de wetenschappen, een oogje dichtknijpen ten aanzien van de wetten van natuurkunde en wiskunde wanneer het over de theorie van de ‘oerknal’ gaat die zgn. Het universum deed ontstaan. Zulke mensen ‘verheffen’ (oprichten) ook de dwaze leerstellingen van Darwin en alle anderen die liever in de evolutietheorie geloven dan in God.

‘Die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel vereerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is tot in de eeuwigheid, amen.’ (Romeinen 1:25)

Dus wanneer iemand zijn eigen zelfgerechtvaardigde oordeel ‘opricht’ (boven God verheft) (d.i. geestelijke afgoderij) door te ‘oordelen’ dat hij of zij wél een relatie (vriendschap, contact) kan hebben met iemand die afgesneden is van God – disfellowshipped uit Gods Kerk weg van Zijn aanwezigheid – dan heeft zo iemand die relatie belangrijker gemaakt dan en verheven boven de ene ware relatie met God. Toen we het daarnet over het eerste gebod hadden, hebben we gezegd: ‘God zegt dat niemand zichzelf of een andere relatie ’voor’ of ’boven’ Hem en Zijn doel met Elohim hoort te plaatsen.’ Hij zegt hier dat als je dit doet, dat je dan een andere familie (relatie, vriendschap) tegen Hem en Zijn doel in Elohim stelt – dat je andere goden voor jouw aangezicht opricht, een andere godfamilie (god elohim).

Er is sterk verband tussen het eerste en het tweede gebod, wanneer je het specifiek hebt over ‘ware relaties’ en zij die gedisfellowshipped zijn. Als je een andere relatie (vriendschap, familie) ‘verheft’ (opricht) boven Gods enige ware Familie(relatie), dan pleeg je afgoderij en maak je automatisch een elohim (een andere godfamilie) van die gedisfellowshipte relatie.

Het is waarlijk een van de meest gruwelijke afgoderijen die je kunt plegen, om een andere relatie (familie, vriendschap) te ‘verheffen’ (oprichten) boven datgene waartoe God ons geroepen heeft – Zijn Familie Elohim – die momenteel in Zijn verwekte Kerk te vinden is. Inderdaad, Gods Kerk is een Familie!

(Deel 5 volgt volgende week)