Ronald Weinland

WARE VRIENDSCHAP EN RELATIES – DEEL 12

We zijn nu terug bij ‘af’ gekomen in deze artikelenreeks die bedoeld is om op een evenwichtiger manier te kunnen oordelen over zaken die te maken hebben met het onderscheiden van de verschillen tussen diegenen die op dit moment geen ‘geestelijke relatie’ met God hebben.

God heeft ons een dieper inzicht geopenbaard over wat een ware relatie met Hem werkelijk inhoudt. Dit heeft ook meer licht geworpen op de instructies die ons uitleggen hoe men in staat is om God te aanbidden (een ware relatie met Hem kan hebben), en wanneer men in de onmogelijkheid verkeert om zo’n relatie met Hem te hebben. Want er staat klaar en duidelijk geschreven “God is geest” en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden “in waarheid en geest.” (Joh. 4:24)

Het laatste aspect hiervan zullen we nu behandelen, en is er een dat altijd voor veel verwarring gezorgde heeft onder de Kerkleden. Het gaat over hoe je moet ‘oordelen’ en hoe je vervolgens moet ‘handelen’ voortgaand op zulk ‘oordeel’ over zij die geen relatie (omgang) met de Kerk hebben. Dit laatste deel van deze artikelenreeks zal veel vragen beantwoorden die betrekking hebben op deze materie.

Net zoals in het vorige artikel waar een opdeling in categorieën gegeven werd van allen die ‘tegen God gefixeerd’ raken, zullen we ook hier aan het begin een onderscheid maken tussen een aantal categorieën van mensen die op dit moment geen ‘geestelijke relatie’ met God hebben. Vervolgens zal elke categorie nader besproken worden naarmate we in dit onderwerp vorderen. Wij moeten leren om door middel van een ’zuiverder oordeel’ dit onderscheid beter te maken, om vervolgens hierop ‘wijzer te handelen’. Binnen deze categorie van mensen die op dit moment geen ‘geestelijke relatie’ met God hebben, kunnen we hoofdzakelijk twee groepen van mensen onderscheiden:

1. Zij die ‘niet geroepen zijn’
a) Die zich geheel overgeven aan een boze (kwade) en immorele manier van leven.
b) Die behoren tot de meerderheid ‘in de wereld’, mensen die gewoon hun fysieke leven, leven.
c) Die tegen Gods Kerk zijn.

2. Zij die ‘wel geroepen zijn’
a) Die gedisfellowshipped zijn, maar niet openlijk enige slechte wil ten overstaan ven de Kerk vertonen.
b) Die gedisfellowshipped zijn, en wel openlijk hun slechte wil ten overstaan ven de Kerk ventileren.
c) Die na de Apostase verstrooid werden, maar die nooit officieel gedisfellowshipped werden uit Gods
ware Kerk.

Rechtvaardig Oordeel Vellen
Naarmate we zullen vorderen in dit onderwerp, zullen er onder ons zijn die ‘beproefd’ zullen worden in hoe zij veranderingen moeten gaan aanbrengen in hun huidige relaties, en/of hoe zij die relaties momenteel beschouwen. God helpt ons om ons denken over onze relaties te zuiveren…en vooral om deze perfecter te oordelen.

Gods Koninkrijk zal binnenkort op aarde gevestigd worden, en sommige van de parameters die we hier bespreken, zullen gaan veranderen wanneer dat begint. Bijvoorbeeld Groep 1, zij die ‘niet geroepen zijn’, zal op dat tijdstip beginnen met te veranderen, omdat velen in het Millennium een roeping zullen kunnen ontvangen. Maar met dit alles, is God nu bezig met ons veel te leren door middel van een proces van het sterker vasthouden aan het vermogen om ‘rechtvaardig oordeel te vellen’.

Soms worstelen mensen bij het begin van hun roeping met een aantal uitspraken die Christus deed aangaande ‘oordeel’. Hoewel Hij aan de ene kant zei ‘oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt’, toch zei Hij aan de andere kant ‘oordeel niet naar de uiterlijke schijn, maar oordeel rechtvaardig oordeel.’ Bij dit alles waarschuwde Christus ons ervoor om niet naar menselijke oordeel te oordelen, wat gebaseerd is op gevoelens, hoogmoed, vooroordeel, egoisme, etc., maar om on oordeel te baseren op Gods woord en naar Zijn wegen (doel, ontwerp en wil).

Christus zei ‘Gij oordeelt naar het vlees (de menselijke natuur), Ik oordeel niemand (met als context ‘naar het vlees’). En als (wanneer) Ik al oordeel, dan is Mijn oordeel waar, want Ik ben niet alleen (vertrouw niet op Mezelf), maar Ik en de Vader die Mij gezonden heeft.’ (Joh. 8:15-16) Hij liet zien dat rechtvaardig oordeel van God af komt en door Zijn inspiratie (overgebracht door middel van Zijn heilige geest). Dit komt ook overeen met de volgende uitspraak die Hij deed: ‘Oordeelt niet naar de uiterlijke schijn, maar oordeel rechtvaardig (met God als bron) oordeel.’(Joh. 7:24)

Wanneer we eenmaal meer perfect in staat zijn om op die manier te oordelen, dan moeten wij en wijzelf alleen ervoor kiezen of wij ook naar dit oordeel zullen gaan leven. Het is het verschil tussen leven naar (of volgens) ‘onze eigen wil’ of ervoor kiezen om ‘volgens Gods wil te leven’. Ons Pascha heeft het zo mooi verwoordt: ‘Van Mijzelf kan Ik niets doen. Ik oordeel zoals ik het van God hoor, en Mijn oordeel is rechtvaardig, omdat Ik niet Mijn wil probeer te doen, maar de wil van de Vader die Mij gezonden heeft.’ (Joh. 5:30)

De sleutel tot het onderscheiden van het verschil tussen leven zoals wij dat zelf willen of volgens Gods wil, en dat vooral in al onze relaties, ligt in wat er in het begin van deze artikelenreeks geschreven staat.

In Deel 1 onder de subtitel ‘God op de eerste plaats!’ staat het volgende geschreven:

“Relaties en vriendschappen brengen aan het licht wat het ‘ware’ verlangen, hart en de overtuiging is van iemand die tot het Lichaam van Christus toegetreden is. Jezus Christus maakte het klaar en duidelijk hoe belangrijk het is dat God op de eerste plaats komt in je leven, voor al je andere relaties, ‘als’ je er werkelijk naar verlangt om ‘in’ een ware relatie (vriendschap) met God te blijven.”

“Indien iemand tot Mij komt (door het Lichaam van Christus) en niet haat (in de betekenis van deze context betekent het woord wat hier meestal als ‘haat’ vertaald wordt werkelijk ‘in verhouding minder liefhebben’) zijn vader, en moeder, en vrouw (of man/echtgenoot), kinderen, en broers, en zusters, en ja zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn.” (Lucas 14:26)

“Christus zegt hier overduidelijk dat je in alles in je leven God op de eerste plaats moet zetten, ook in je meest hechte relaties (vriendschappen), teneinde een ware relatie en voortdurende vriendschap met Hem en God te kunnen hebben.”

Voordat we verder gaan, moet er eerst en vooral gesteld worden dat maar al te vaak ‘geestelijke zwakheid’ en ‘zelf veroorzaakte beproevingen’ bij mensen in Gods Kerk het gevolg zijn van een ‘niet naleven (niet leven volgens, niet toepassen in je leven) van hét basisprincipe’, namelijk dat God inderdaad op de eerste plaats komt in je leven. Maar alt te vaak is er sprake van aarzeling, blindheid en zelfs een compleet falen in het op de eerste plaats zetten van God…voor je ‘geliefden’. De vraag stelt zich dan ‘Wie hebben we dan waarlijk het meeste (eerste) lief?’

Fundamenteel Oordeel
In deze artikelenreeks is aan hen die in Gods Kerk zijn een groter inzicht gegeven in wat voor een ongelooflijke ernstige en vernederende eer het is om het privilege te mogen ontvangen om een ware relatie met de Eeuwige God, Zijn Zoon en de Kerk te kunnen hebben. In dit laatste deel concentreren we ons op het beter leren omgaan met en oordelen over onze relaties met zij die op dit moment niet zo’n relatie met God hebben.

Het indelen in categorieën van zij die niet zo’n relatie met God hebben, is erop gericht om ons te helpen focussen op het procedé om gebalanceerd te leren om fundamenteel oordeel te vellen. Dit is nodig omdat de menselijke natuur geneigd is om te ‘oordelen naar het vlees’ – om te oordelen zoals ‘ik’ het zie (zoals je jezelf ziet). En hoewel we dit pas behandeld hebben, toch moet dat hier op deze manier terug benadrukt worden. De reden hiervoor is dat wij teneinde ‘rechtvaardig oordeel’ te kunnen leren vellen, ons volledig moeten losmaken van de manier waarop ‘wij’ de dingen ‘instinctief’ zien (volgens onze menselijke natuur), om ons vervolgens te keren tot de manier die God ons toont, waardoor wij de zaken op een geestelijk gebalanceerde manier kunnen gaan ‘zien’.

Het procedé voor zulk oordeel wat nu aan ons getoond wordt, betreffende zij die nu geen actieve relatie met God hebben, is fundamenteel. Het kan opgedeeld worden in twee categorieën: ‘zij die niet geroepen zijn’ en ‘zij die wel geroepen zijn’. Ons vermogen om zulke zaken te kunnen oordelen, heeft een rechtstreeks weerslag op onze algehele relatie met God.

Het is een makkelijke plaats om te beginnen, maar nogmaals…ook al lijkt dit eenvoudig, toch is het essentieel om onze aandacht weg te trekken van het ‘oordelen naar het vlees’ (menselijke redenering) en onze aandacht te vestigen op het ‘zien’ van deze zaken in het licht van de relatie die ‘anderen’ hebben met God, Zijn plan en Zijn doel met de mensheid.

Niet Geroepenen
Ons eerste aandachtspunt zijn zij die niet door God geroepen zijn. In deze groep kunnen we drie fundamentele subgroeperingen van mensen onderscheiden die we dienen te beschouwen. Hierbij zijn er een aantal zaken die God nu openbaart, corrigeert en verfijnt die ons begrip uit het verleden zullen verbeteren en die een nieuw licht zullen werpen op veel van onze vroegere en huidige relaties.

De eerste subcategorie is niet moeilijk om over te oordelen, en het is duidelijk dat Gods mensen geen enkele ‘relatie’ dienen te hebben met zulke individuen. Het gaat hier om mensen die zich geheel overgeven aan een boze (kwade) en immorele manier van leven. Het gaat hier om die mensen die openlijk en bewust het kwaad leven (immoreel en pervers). De Bijbel geeft hierover duidelijke instructies (vermaningen) dat Gods mensen zich niet in zulke kringen dienen op te houden en ook zeker geen enkele relatie behoren te hebben met dergelijke mensen die zo’n hogelijk immoreel leven leiden. Hierover staat zoveel in de Bijbel geschreven, dat het niet nodig om hier nu dieper op in te gaan.

De tweede groep is voor velen vaak moeilijker te beoordelen in hoeverre we wat soort van relatie met hen kunnen hebben. Het gaat over de meesten mensen die in de ‘westerse’ wereld leven, die wij om ons heen zien en waar wij dagelijks mee in contact komen. Het zijn mensen die wij als ‘normaal’ beschouwen, die in en van de wereld zijn. Zij vormen de groep van mensen waar de meesten van ons voordat we door God uit de wereld geroepen werden toe behoorden. Het is die groep van mensen waarvan wij zo reikhalzend naar uitkijken dat zij door God geroepen zullen worden. Wij hopen dat velen uit deze groep mensen de kans zullen krijgen om in het Millennium verder te leven, om daar te kunnen leren hoe zij een vervullend en gezegend leven kunnen leven.

Het is de groep die door ons vaak ongeduldig bejegend wordt…omdat wij ertoe geneigd zijn om meer van deze mensen te ‘verwachten’ en beter door hen behandeld te worden. Maar feit is dat deze mensen ‘nog niet’ geroepen zijn, en dus ‘zijn zoals ze zijn’ totdat zij kunnen beginnen aan het transformatieproces dat hen tot iets anders zal maken. Dus is het altijd opportuun (raadzaam) voor ons om hen correct te behandelen, met geduld en begrip, omdat wij zo gezegend zijn om nu reeds geroepen te zijn. En dus wordt er van ons ten aanzien van de groep mensen meer verwacht – in hoe wij Gods liefde naar hen toe uitoefenen, en in hoe wij geen zaken van hen ‘verwachten’ waar zei in werkelijkheid nog niet aan tegemoet kunnen komen.

Voordat ik verder ga met het geven van een aantal ‘veel voorkomende’ voorbeelden van situaties waar men het moeilijk mee heeft om ze te beoordelen, moet ik eerst nog de derde groep van ‘zij die niet geroepen zijn’ vermelden. De reden daarvoor is dat deze groep van mensen ‘die tegen Gods Kerk zijn’ (1c) één van de bepalende factoren is in ons oordeel over de mensen ‘in de wereld’ die nog niet uit de wereld geroepen zijn.

Beide groepen 1b en 1c zijn samengesteld uit mensen die van nature ‘vijandig tegen God’ zijn. (Rom. 8:7) De meesten hebben geen weet van Gods Kerk. Sommigen die jouw persoonlijk kennen, kunnen misschien een beperkt begrip hebben van wat jij gelooft. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat je de zevende dag (Zaterdag) Sabbat houdt, dat je bepaalde dingen niet eet of dat je geen Kerst of Pasen viert. Maar geen van hen ‘is het eens’ met jou geloof (‘onderwerpt zich daaraan’ zie Rom. 8:7) En geen van hen wil dat tot hun eigen levenswijze maken.

Maar er kunnen wel grote verschillen zijn in hoe zij op jou reageren, op jouw geloof en/of op de Kerk (de mensen in de Kerk). Waar alle mensen in de wereld die niet door God geroepen zijn gewoon ‘tegen’ God zijn, zijn er ook velen die toleranter staan tegenover verschillende geloofsovertuigingen, ook al zijn ze het niet eens met de Kerk en het onderwijs van de Kerk…want zij bezitten het vermogen hiertoe niet. Velen houden gewoon van jouw persoonlijk omdat ze houden van de manier waarop je hun behandeld en van de manier waarop jij leeft. Dit is het gros van de mensen die nu eenmaal ‘van de wereld’ zijn (1b). En met deze mensen kunnen wij contact hebben en een zekere relatie en zelfs een vorm van vriendschap hebben. Dit alles kadert in een context van fysieke menselijke relaties (vriendschappen) die betekenisvol en lonend kunnen zijn, maar die duidelijk geen ‘geestelijke’ toegevoegde waarde hebben…iets waar we naar uitkijken om dit in de toekomst met hen te kunnen delen.

Standvastig In God
Dit is te vergelijken met de manier waarop Jezus Christus omging met de wereld om Hem heen. De mensen om Hem heen in die tijd hadden Gods geest niet in zich leven, behalve Johannes de Doper dan. Die relaties hadden meer te maken met hoe Jezus anderen behandelde, precies zoals wij anderen ook zouden moeten behandelen. Maar er waren velen die openlijk tegen Hem waren en tegen wat Hij geloofde en wat Hij onderwees. Hij probeerde op geen enkele manier om een relatie met hen aan te gaan, maar was standvastig en stond voor God en de waarheid. Hij probeerde geen vrede met hen te bekomen, want zij waren openlijk tegen Zijn Vader, Hemzelf en de waarheid, en zij wilden absoluut geen ‘vrede’ met Hem.

Jezus Christus zei iets heel anders dan datgene wat de meeste mensen in het traditionele Christendom geloven. “Denken jullie dat ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen? Nee zeg ik u, geen vrede maar veeleer verdeeldheid’ (Lucas 12:51) Hij zei dit in verband met hechte menselijke relaties. Want wanneer iemand geroepen wordt dan zullen er mensen zijn waar hij of zij een hechte relatie mee heeft die plotseling niet meer goed bevriend zullen zijn, maar die het openlijk niet met je eens zullen zijn en geen vreedzame relatie meer zullen willen. Wanneer dit gebeurt, dan worden Gods mensen beproefd en getest in hun getrouwheid en hun overtuiging, en in hoeverre zij waarlijk God op de eerste plaats stellen in hun leven.

Jezus Christus was ‘nuchter’ zoals we zeggen. Hij vertoonde geen enkele blijk van superioriteit, hoogmoed of trots, maar wel een nederige, toegankelijke, zachtmoedige en open houding ten overstaan van degenen rondom Hem – en dit in alle omstandigheden. Dat is ons voorbeeld; dat is hoe wij ons moeten opstellen in onze relaties met de wereld rondom ons.

Wij moeten ook standvastig zijn in God, met God altijd duidelijk op de eerste plaats in ons leven. En als er mensen (in de wereld) zijn die ons welgezind zijn en accepteren ‘wie wij zijn’ zonder ons te willen proberen te ‘veranderen’, dan kunnen wij met hen betekenisvolle, lonende relaties en vriendschapsbanden hebben. Dit kan echter niet vergeleken worden met de opbouwende kracht die voortkomt uit ‘geestelijke’ relaties en vriendschappen; hoewel zulks in de toekomst potentieel wel toegevoegd kan worden aan deze bestaande relaties.

De meeste mensen weten wat ik bedoel als ik het heb over de toekomstige hoop op betere relaties met je fysieke familie. Maar ‘in’ Gods Kerk zijn (beiden, zowel man als vrouw, of andere familieleden erbij) geeft niet per definitie een garantie op gelukkige huwelijken en/of een gelukkig familieleven…want teneinde dat te realiseren, is het noodzakelijk dat men God weg gaat ‘leven’ teneinde vervulling en rijkdom in het leven te ervaren. Eerlijk gezegd…ik heb een aantal huwelijken en families gekend waarvan slechts één persoon geroepen was waarvan het huwelijk en/of familieband meer wederzijds begrip vertoonde en hechter en gelukkiger was dan sommige huwelijken en families waarvan beide echtgenoten en/of de hele familie in Gods Kerk was, met de toegang tot Gods geest die de mogelijkheid op een meer vervullend en gelukkiger leven binnen handbereik brengt.

Sommige vragen betreffende relaties kunnen er moeilijk ‘beoordeeld’ worden wanneer men erg emotioneel betrokken is in zulke relaties vanwege een huwelijksband of een ouder-kind of kind-ouder relatie, of als broers en zussen of elke andere hechte relatieband. Dit kan het erg moeilijk maken om te oordelen omdat men er erg persoonlijk bij betrokken is en omdat er hoge verwachtingen zijn in het huwelijk, familie en/of hechte persoonlijk vriendschappen. Maar bij dit alles moet voorop staan dat God op de eerste plaats moet komen – dat men boven alles standvastig is ‘in God’.

Het is nuttig om op dit punt aangekomen te herhalen wat er in het begin van deze artikelenreeks (Deel 4) geschreven werd onder de subtitel ‘Het Tweede Gebod’:

‘Toen we het daarnet over het eerste gebod hadden, hebben we gezegd: ‘God zegt dat niemand zichzelf of een andere relatie ’voor’ of ’boven’ Hem en Zijn doel met Elohim hoort te plaatsen.’ Hij zegt hier dat als je dit doet, dat je dan een andere familie (relatie, vriendschap) tegen Hem en Zijn doel in Elohim stelt – dat je andere goden voor jouw aangezicht opricht, een andere godfamilie (god elohim).’

‘Het is waarlijk een van de meest gruwelijke afgoderijen die je kunt plegen, om een andere relatie (familie, vriendschap) te ‘verheffen’ (oprichten) boven datgene waartoe God ons geroepen heeft – Zijn Familie Elohim – die momenteel in Zijn verwekte Kerk te vinden is. Inderdaad, Gods Kerk is een Familie!’

Zij Die Tegen Gods Kerk Zijn
Een van de belangrijkste maar vaak ook moeilijkste situaties om standvastig in God te zijn (voet bij stuk te houden) betreft de situatie waarbij je echtgeno(o)t(e) of iemand anders in je directe familie (die niet geroepen is) zich openlijk tegen Gods Kerk keert (tegen de kerkleden en/of onze geloofsovertuiging). Als je je in zo’n situatie bevindt…dan is er maar één antwoord en één reactie mogelijk…en dat is om klaar en duidelijk te stellen dat God en Zijn Kerk op de eerste plaats komen in jouw leven, en dat dit niet zal veranderen!

In dat geval zal de persoon die zijn of haar misprijzen voor God (de waarheid, Gods Kerk, jouw als kerklid, etc.) openlijk verkondigt, ofwel daarmee ophouden en er voor kiezen om jou lief te hebben en te accepteren zoals je bent…of niet. Indien zo iemand jou niet wil accepteren voor wat je bent, en jou niet wilt liefhebben zoals je bent…dan zal zijn of haar reactie zijn om door te gaan met hun aanvallen (woede, misprijzen, wrok) tegen jou en de Kerk. En dit zal niet veranderen, tenzij zij hun houding tegenover jou veranderen. Indien zo iemand niet veranderd, wat voor relatie kan je dan met zo iemand hebben, en wat voor relatie kan je met zo iemand verder uitbouwen? Indien iemand jou liefheeft voor wat je bent (zoals je bent), dan zal die persoon jou respecteren, vriendelijk voor je zijn, en graag bij je zijn ook al is hij of zij het niet eens met jouw geloof.

Kan er ooit een blijvende vrede ontstaan waar zo’n verdeeldheid heerst? Wat Jezus zei over de fundamentele structuur van de familie is een eenvoudige waarheid en een duidelijke uitspraak die ook van toepassing is op de structuur van het Koninkrijk zelf: ‘Als een huis tegen zichzelf verdeeld is, dan kan dat huis niet standhouden.’ (Marcus 3:25) In een verdeeld huis kan geen vrede heersen – alleen en compromis. En compromissen kunnen er alleen maar toe leiden dat degene die geroepen is zich meer en meer distantieert van de broodnodige omgang met God en Zijn mensen. In het geval van het sluiten van zulke compromissen zal men geneigd zijn om zich te onttrekken aan God (Zijn Kerk en Zijn mensen) teneinde iemand die ‘tegen God is’ tegemoet te komen. In dat geval is er niet langer sprake van ‘het op de eerste plaats stellen’ van God, en maar al te vaak overtreed de persoon in kwestie zodoende onverholen het Eerste en het Tweede Gebod.

God geeft kracht, voorspraak en rechtstreekse hulp aan eenieder die leert om Hem op de eerste plaats te zetten in zijn of haar leven. Eenieder moet voor zichzelf onderscheiden, oordelen en toepassen hoe dit in zijn of haar leven te verwezenlijken.

Verkeerd Begrepen Principes
Soms gebeuren er rare, oncomfortabele, moeilijke en bij tijd en wijle zeer beproevende dingen in onze relaties die we in de Kerk opbouwen wanneer we eenmaal geroepen worden tot een relatie met God. Het is gebleken dat zulke zaken voor de geroepen mensen vaak erg moeilijk zijn om aan te pakken.

Paulus behandelde een aantal van de moeilijkste situaties die de kop kunnen opsteken. De Kerk heeft deze voorbeelden nooit ten volle kunnen begrijpen; maar God geeft ons nu meer inzicht hierin. Het eerste voorbeeld gaat over de meest intieme relatie door God gegeven die de mens kan ervaren: het Huwelijk. Maar de lessen die je uit dit eerste voorbeeld kan leren, kun je ook toepassen op alle andere relaties.

‘Tegen de overigen zeg ik (als apostel) en niet (afkomstig van, of gestuurd door) de Heer: Indien een broeder (iemand die in de Kerk geroepen is) een ongelovige vrouw heeft, die erin toestemt bij hem te blijven, dan moet hij haar niet verstoten (‘verstoten’ wordt vaak vertaald als ‘verlaten’). En als een vrouw een ongelovige man heeft, die tevreden is om bij haar te wonen, moet zij die man niet verstoten (zelfde Griekse woord voor ‘verstoten’ als in vers 12 gebruikt wordt). (I Kor. 7:12-13)

Het is nodig dat we deze verzen nader bekijken en analyseren. In de voorgaande verzen heeft Paulus het over relaties en meer specifiek over de huwelijksrelatie tussen mensen die in Gods Kerk geroepen zijn. Vers 12 en 13 gaan over een andere situatie, wanneer slechts één iemand in een huwelijksrelatie geroepen is (de waarheid gelooft) en de ander een niet gelovige is – niet geroepen is.

Als iemand jou wil ‘veranderen’ tot iets anders, dan ‘accepteert’ die persoon jou niet, en heeft hij of zij jou niet lief zoals je bent. En als iemand niet werkelijk van je houdt, dan zal die persoon zijn of haar aanvallen tegen de Kerk voortzetten. Als iemand jou werkelijk accepteert zoals je bent en van je houdt, dan zal hij of zij duidelijk zichtbaar alle aanvallen tegen de Kerk staken. Ene allen dan kan je een echte betekenisvolle relatie opbouwen met elkaar. Iedereen moet voor zichzelf beslissen hoe hij of zij verkiest om te gaan met zulke situaties. Maar het is ook belangrijk dat je begrijpt dat zo’n vijandige omgeving (omstandigheden) kunnen ingaan (strijden) tegen jouw geestelijke kracht en overtuiging.

Velen zijn verloren gegaan (uit de boot gevallen) omdat zij niet standvastig ‘in God’ waren en zich niet staande hielden tegen zo’n vijandige houding, geest en acties gericht tegen henzelf, Gods Kerk en Gods waarheid – tegen God zelf. Doorheen de jaren zijn er veel te veel mensen geweest die vanwege hechte familiebanden (of vriendschappen) getracht hebben om degenen die zij liefhebben te sussen, tegemoet te komen en compromissen met hen te sluiten, en zodoende hebben toegegeven aan de aanvallen van hun geliefden. Maar nog nooit heeft dit blijvende vrede voortgebracht. Integendeel; meestal resulteert dit in het geestelijk verzwakken van de persoon in kwestie qua overtuiging, getrouwheid aan en vreugde in de waarheid.

In deze twee verzen in I Korintiërs 7 wordt de uitdrukking ‘verstoten’ meestal vertaald als ‘verlaten’, en in deze context gaat het wel degelijk over een partner die uit het huwelijk stapt door middel van scheiding (evt. van ‘tafel en bed’). Het gaat er om of het jou vrij staat voor God om die relatie te ‘verstoten’ – om ze te verlaten, er uit te stappen. De beslissende factor in deze is of de niet-gelovig partner ‘tevreden is om te blijven’ bij de gelovige partner.

Het woord wat hier in het Nederlands als ‘tevreden’ vertaald wordt, komt uit een samengesteld woord in het Grieks (samengesteld uit twee aparte woorden in het Grieks). Het eerste woord is ‘verbond’ of ‘verbonden zijn’ en wordt soms vertaald als ‘kameraadschap’ of ‘verbinding’. Het andere woord betekent ‘goeddunken’ of ‘goedkeurend denken’ ofte ‘iemand graag hebben’. In de gegeven context is de volledige betekenis dan: ‘een positieve kijk op de relatie – op het huwelijk – hebben’ zoals het is. Het is gewoon een andere manier om te zeggen dat de ongelovige partner de gelovige partner accepteert ‘zoals hij of zij is’ – ‘voor wat hij of zij is’ met zijn of haar eigen persoonlijk geloof, ook al gelooft de ongelovig niet hetzelfde.

Hoewel Paulus niet van Jezus Christus de opdracht ontving om deze instructies aan de Kerk geven, desalniettemin was hij geïnspireerd door God en was hij volledig in overeenstemming (eenheid) met God toen hij deze instructies aan de Kerk gaf (en ze zodoende ‘op aarde bond’). Hij zei klaar en duidelijk tegen de Kerkleden dat als zij een ongelovige partner hadden die hen aanvaardde (zoals zij waren) en hen goed gezind waren ‘met hun geloof’, dat zij niet uit die relatie mochten stappen – niet mochten scheiden. Maar hij toont hiermee tevens aan dat als een partner ‘tegen God’ is, en hun niet accepteert met hun geloof, maar daarentegen vijandig is (en verwacht dat zij veranderen tot iets anders) zij vrij zijn om ervoor te kiezen om te scheiden.

Dit geldt uiteraard ook voor eenieder wiens partner zich van de waarheid afkeert (of al volledig afgekeerd heeft) en dus niet langer ‘tevreden is om met hem of haar te wonen’ in dat geloof. Met andere woorden: degene die zich tegen God keert (en tegen de gelovige partner) begint de gelovige partner onder druk te zetten om te veranderen, en om ook op een of andere manier zich tegen God te keren (zich af te keren van Zijn waarheid).

De les die je uit dit voorbeeld kunt leren over hoe je je huwelijksrelatie moet beoordelen, is een les die je ook moet afwegen, overwegen en oordelen en vervolgens moet toepassen op al je andere hechte realties met mensen. Als iemand niet tevreden (blij) met je is, met de persoon die je geworden bent naarmate je veranderd wordt, en hij of zij is ‘tegen God’ en wil jou terug veranderen…dan staat het je wel degelijk ‘vrij’ om zo’n vriendschapsrelatie te ‘verstoten’ – te ‘verlaten’. In zulke gevallen is het meestal zelfs geestelijk raadzaam om dit te doen.

Een Geheiligde Relatie
Een andere kwestie die vaak mis begrepen en/of fout toegepast wordt, is de situatie die Paulus behandeld vlak na de instructies die we zojuist van hem gelezen hebben.

‘Want de ongelovige man is geheiligd door zijn vrouw (die in de Kerk is), en de ongelovige vrouw is geheiligd door haar man (die in de Kerk is). Anders waren immers uw kinderen onrein, maar nu zijn zei heilig.’ (I Kor. 7:14)

Dit vers stelt gewoon dat een ongelovige partner en eventuele kinderen geboren in dat huwelijk ‘geheiligd’ zijn; dit betekent gewoonweg dat zij ‘apart gezet zijn voor heilig gebruik en doel’ vanwege die relatie. Maar je moet goed begrijpen wat dit ‘heilig gebruik en doel’ inhoudt. Het betekent niet dat de ongelovige partner of enige kind door God geroepen wordt of een roeping van God kan ontvangen, wat we voorheen in de Kerk wel geloofden over ‘heiliging’.

Het is nuttig om nu even beschouwen wat die ‘heiliging’ werkelijk inhoudt, teneinde een klare kijk te krijgen op hoe dit in zo’n relatie toegepast wordt. In Hebreeën staat een eenvoudige verklaring omtrent deze ‘heiliging’, en wordt er een vergelijking gemaakt tussen de offers die door de Israëlieten gebracht werden en de macht die God gegeven heeft door middel van het offer van Jezus Christus om zonden te vergeven en te vergeten.

‘Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!’ (Hebr. 9:13-14)

De ‘heiliging’ waarvan hier sprake is, is ter ‘heiliging en reiniging’ zodat Israel in staat zou zijn om een unieke fysieke relatie met God te hebben, maar geen geestelijke.

Op diezelfde manier ‘heiligt’ God de ongelovige partner en kinderen, zodat zij inderdaad een unieke en speciale relatie zouden kunnen hebben met iemand waar God in woont. Het is Gods nabijheid die ons ‘heiligt’, en in dit geval kunnen deze mensen dan een unieke fysieke relatie hebben met iemand die door God verwekt is (in wie God verblijft), maar het is geen geestelijke relatie, net zoals Israëls relatie ook niet geestelijk was.

Deze ‘heiliging’ is geen ‘roeping’ tot een geestelijke relatie met God, noch wordt dit ‘aangeboden’ louter en alleen vanwege deze ‘heiliging’. Iemand die op deze manier ‘geheiligd’ wordt teneinde in staat te zijn om zo’n fysieke relatie te hebben dankzij degene die gelovige, wordt niet geroepen, noch kan hij of zij automatisch op elk gegeven moment ervoor kiezen om ‘geroepen’ te worden – geestelijk – tot een relatie met God.

Zulke ‘geheiligde’ mensen hebben het potentieel om ongelooflijke zegeningen in hun leven te ontvangen, precies zoals de Israëlieten ook vanwege hun ‘heiliging’ potentieel ongelooflijke zegeningen konden ontvangen. Voor de Israëlieten hing het al of niet ontvangen van deze ongelooflijke zegeningen af van hun persoonlijke individuele keuzes over wat zij aanvaardden (vrijwillig aannamen) van datgene wat God hen aanbood, en daaropvolgend er ook voor te kiezen om dit in hun levenswandel toe te passen (hoe zij hun leven verder zouden leiden), alles wat God hen gaf. Dit ging uiteraard over fysieke aspecten van het leven zoals rein en onrein voedsel, tienden, Sabbatviering en nog andere wetten van God. God zegende hun gehoorzaamheid, zelfs op zuiver fysiek vlak.

Andere volkeren werden niet door God gezegend om zoals Israel ‘geheiligd’ te kunnen worden. God gaf aan Israel veel waarheid over Zijn manier van leven waarnaar het leven geleefd dient te worden. De andere volkeren waren onwetend over deze kennis. Op dezelfde manier is er niemand ter wereld die enige kennis van Gods waarheid heeft, totdat zij zo gezegend zijn om hiermee in contact te komen. Zij die ‘geroepen’ zijn door God om tot een geestelijke relatie – vriendschap – met Hem, Zijn Zoon en Zijn Kerk toe te treden, zijn ongelooflijk gezegend boven alle andere mensen. Zij die ‘geheiligd’ worden en zodoende in een omgeving kunnen vertoeven waar de waarheid leeft, zijn ook ongelooflijk gezegend, ook al is dit beperkt tot een fysiek niveau.

(Hiermee concluderen we Deel 12, omdat er nog meer moet volgen wat niet ontvangen kan worden totdat dit deel de tijd gehad heeft om verwerkt te worden.)