Ronald Weinland

CHRISTUS’ KOMST

Pinksteren van 2014 is niet de dag waarop Christus zal terugkeren om Zijn rol als Koning der koningen aan te vatten. Maar die dag zal wel uiterst cruciaal blijken te zijn, ook aangaande de timing van Zijn wederkomst. God openbaart nu ‘ten dele’ inzicht over dit fundamentele moment in de tijd.

Sinds Pinksteren van 2013, heeft de Kerk niet de ‘fysieke vervulling’ van de gebeurtenissen rondom de Dag des Heren kunnen zien. Gods Kerk kreeg echter wel het inzicht dat van Pinksteren 2012 tot Pinksteren 2013 de ‘geestelijke vervulling’ van de Dag des Heren plaatsvond.

Nu we begonnen zijn met van Pinksteren tot Pinksteren door te gaan, is God ons blijven leiden tot meer waarheid, kennis en inzicht over de tijd waarin wij nu leven en wat wij momenteel meemaken.

De Kerk van God heeft in de voorbije 5½ jaar één van de meest unieke periodes uit haar 2000 jarige geschiedenis meegemaakt; een periode van beproevingen met testen, zuivering met reiniging en openbaring van waarheid met daaraan gepaard gaand geestelijke groei. Een deel hiervan kwam reeds aan bod in de artikelenreeks ‘Een Uitzonderlijke 4½ Jaar’, maar nu wordt ons meer inzicht gegeven in het daaropvolgende jaar dat nu bijna voorbij is en over het komende jaar wat nog voor ons ligt.

Naarmate de Kerk in versneld tempo de periode van Het Millennium naderde, heeft God steeds meer waarheid en inzicht over haar uitgestort; en dit vooral sinds de Apostase op 17 December van 1994 plaatsvond. Veel van die waarheid werd pas gegeven nadat de specifieke gebeurtenissen hadden plaatsgevonden. Nadat deze gebeurtenissen eenmaal plaatsgevonden hadden, openbaarde God ons hun verband, hun vervulling en hun betekenis.

Bijvoorbeeld, pas na de Apostase (en vanwege de Apostase zelf) begon God veel zaken aan de Kerk te openbaren waar zij voordien geen kennis van had. Hij openbaarde dat de ‘Apostase’ waarvan sprake in 2 Tessalonicenzen had plaatsgevonden, en dat dit het ‘ultieme teken’ was voor het begin van de aftelling naar de wederkomst van Christus.. Bovendien openbaarde Gods ons dat dit tegelijkertijd ook het tijdstip van de opening van het Eerste Zegel van Openbaring was. Maar hoeveel mensen namen werkelijk aan dat deze geprofeteerde Apostase werkelijk had plaatsgevonden en dat God dit klaar en duidelijk aan Zijn Kerk openbaarde? Welke andere vage mogelijkheid zou je kunnen vinden voor hoe zo’n massale en verwoestende verstrooiing kon plaatsvinden, die WEL DEGELIJK heeft plaatsgevonden, in Gods eigen Kerk?

Toch zijn er nog verstrooide (kerk)organisaties die geloven dat de Apostase nog steeds niet heeft plaatsgevonden. Daarentegen geloven zij dat ‘hun’ kerk veel groter moet worden dan de Wereldwijde Kerk van God ooit was (met zo’n 96.000 doopleden) voordat een Apostase ook maar kan plaatsvinden. Zij baseren zich hiervoor op het geloof dat er bij de wederkomst van Christus 144.000 getrouwe levende doopleden moeten zijn, die in Gods regering zullen verrijzen. Dat zou betekenen dat de Kerk dus veel groter dan dat zou moeten zijn…vele tienduizenden leden meer dan dat…zodat er na de Apostase nog 144.000 getrouwen zouden kunnen overblijven. Deze verstrooide groeperingen begrijpen niet dat dit getal (144.000) een totaal is van alle mensen waar God gedurende de voorbije 6.000 jaar mee gewerkt heeft en die Hij voorbereid heeft op die regering.

Dus, wie heeft er werkelijk aangenomen dat er een Apostase heeft plaatsgevonden en dat die geleid werd door de man die toen in de tempel van God (alsof hij zelf God was) ‘zat’ (Grieks: met autoriteit ‘zetelen’- ‘zitten’ aan het hoofd van een regering), en die de profetische ‘mens der wetteloosheid’ – ‘de zoon des verderfs’ werd? Deze man verhief zichzelf echt ‘alsof hij God was’ die alleen wetten vastlegt, en hij veranderde Gods wetten tot zijn eigen wetten die hij liever had. Wie heeft er werkelijk geloofd, begrepen en erkend dat de man die al deze dingen tegen God en Christus beging en vervulde Joseph W. Tkach Sr. was – hij die hierdoor de ‘voornaamste antichrist’ onder alle antichristenen werd?

Toen God begon met te openbaren wat Zijn Kerk overkomen was, begon Hij ook te openbaren hoe en waarom dit gebeurd was. God openbaarde dat de Kerk geheel Laodiceaans geworden was, en dat zij zo ‘lauw’ geworden was dat zij in slaap viel…en daarom werd zij in haar geheel door Hem uitgespuwd, precies zoals Hij het voorzegd had. Maar wie onder de verstrooiden heeft ooit toe gegeven dat zij tot deze Laodiceanen behoorden? Het antwoord op al deze vragen is eenduidig: Alleen Gods ware Kerk! Alleen zij die geestelijk wakker en waakzaam zijn, en dit ook blijven, kunnen de stem van Christus horen, de waarheid (h)erkennen en Hem volgen.

Wij Willen Het Weten
Wij leven zoals alle anderen die ons ooit getrouw zijn voorgegaan geleefd hebben. Ook wij willen weten wanneer de Messias het Koninkrijk van God zal vestigen. Hoe meer wij geestelijk groeien, omringd door een wereld die in versneld tempo corrupter en slechter wordt, hoe meer wij er vurig naar verlangen dat dit tijdperk teneinde zal komen en dat Christus’ regering mag beginnen. Dit alles wordt nog extra aangewakkerd in ons, omdat wij weten dat wij nu leven in het tijperk waarin het laatste Zegel van Openbaring reeds is geopend, en dat wij nu nog slechts wachten op de fysieke manifestatie van de gebeurtenissen van de Tweede Trompet.

Dit doet mij denken aan een kaartje dat een senior elder mij stuurde, waarin zij op komische wijze uiting gaf aan die gevoelens van ons reikhalzend uitzien naar deze dingen. Zij gebruikte een uitdrukking die maar alt te bekend klinkt in de oren van ouders die ooit met kinderen gereisd hebben. Want, zoals zij in haar postkaart schreef, kinderen gebruiken dan vaak de woorden: “Zijn we er bijna???” En wij, Gods kinderen, kunnen ook heel erg zo zijn omdat we deze reis zo snel mogelijk willen beëindigen, en omdat we liefst niet al te ver meer willen reizen om er te geraken, want de rit is niet erg comfortabel. Maar we zij er nog niet, en we moeten nog verder gaan.

Iedereen kent het voorbeeld van Daniel, en hoe hij God vroeg naar het einde (de vervulling) van datgene wat hij opgeschreven had over de Messias en de vestiging van Zijn Koninkrijk op aarde. Daniel kreeg eenvoudigweg te horen dat hij het boek moest verzegelen (dat het niet de bedoeling was dat hij de betekenis noch de timing hiervan zou kennen) omdat dit gesloten (verzegeld, niet geopenbaard) diende te blijven ‘tot de eindtijd’. (Daniel 12: 9)

Gedurende de voorbije jaren heeft God de betekenis van precies deze zaken voor ons geopend (ontzegeld, geopenbaard) – niet alles te gelijk, maar op een progressieve manier. Als we alles wat we hebben meegemaakt in de periode van de 1.335 dagen van het Trompettenfeest van 2008 (30 September) tot Pinksteren van 2012 en in het daaropvolgende jaar en in het huidige jaar wat nu bijna ten einde is beter willen kunnen begrijpen, dan moeten we eerst nog eens een keer gaan kijken naar de verschillende methodes en manieren waarop God al zoveel waarheid aan Zijn Kerk heeft geopenbaard. Er zijn ontelbare ‘varianten’ in de manier waarop Gods woord geschreven is om de waarheid, de betekenis en het doel te openbaren van Zijn plan en hoe dat vervuld wordt in de schepping van Elohim – het Koninkrijk van God. De hele Bijbel staat bol van voorbeelden van deze ‘varianten, waaronder het gebruik van dualiteit, types, fysieke/geestelijk parallellen en dualiteit, herhaalde vervulling, progressieve vervulling, de huidige waarheid en nog veel meer.

Bij die voorbeelden hoort o.a. de vergelijking van zaken zoals de ‘kerk in de wildernis’ (fysiek Israel in de wildernis) met Gods Kerk in deze wereld – een geestelijke wildernis. Andere voorbeelden zijn o.a. ‘Egypte’ wat gelijk gesteld wordt aan geestelijke slavernij (gevangenschap), zonde en hoogmoed; ‘Farao’ die een type van Satan is; ‘zuurdesem’ wat een type voor zonden is; een ‘zak’ aantrekken (zoals Job ‘in zak en as zat’) wat een type voor nederigheid is; fysieke ‘besnijdenis’ wat een type is voor geestelijke besnijdenis van het hart, etc.

Ook in de ‘gruwel der verwoesting’ van de fysieke tempel door Antiochus Epiphanus zit een dualiteit verscholen, met de ‘gruwel der verwoesting’ van de geestelijke tempel, de Kerk, door de ‘mens der wetteloosheid’, ‘de zoon des verderfs’ . Er is ook een geestelijk Eden van God (in het geestelijke rijk) met als type daarvan de ‘Tuin van Eden’ van Adam en Eva.

Dan is er ook de variant van de herhaalde vervullingen, zoals vele generaties (en era’s) van de Kerk die de vervulling van de parabel van het zaad en het onkruid meemaakten. Vele Bijbelverzen verwijzen ook naar de herhaalde wreedaardigheid en onrechtvaardigheid (gevangenzetting, geselingen en executies) waarmee Gods profeten, apostelen en mensen doorheen alle tijden door vele regeringen (heersers) behandeld werden – herhaalde malen, van generatie op generatie.

Een heel groot deel progressieve vervulling van profetieën is specifiek voorbestemd voor zaken die gedurende deze eindtijd nog vervuld moeten worden. De profetie van Joel die door Petrus aangehaald wordt op het eerste Pinksteren wat de Kerk meemaakte, is een uitstekend voorbeeld van zo’n proces. Er waren toen mensen die, omdat zij niet in staat waren om het mirakel van het spreken (horen) in verschillende talen te kunnen bevatten, tot de conclusie kwamen dat de discipelen dronken waren. En daarom haalde Petrus aan wat de profeet Joel geschreven had betreffende deze gebeurtenis.

Want deze mensen (de discipelen) zijn niet dronken, zoals gij veronderstelt (het geconcludeerd), want het is het derde uur van de dag (9 uur ’s ochtends); maar dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees (dit was het begin van de vervulling daarvan); en uw zonen en uw dochters zullen profeteren (zullen ervaren hoe het is om geïnspireerd over Gods profetische plan te kunnen praten), en uw jongelingen zullen gezichten zien (zullen kunnen zien en ervaren wat God d.m.v. visioenen aan anderen geprofeteerd heeft), en uw ouderen zullen dromen dromen (zij die oud geworden zijn en gestorven zijn, zullen weer tot leven opgewekt worden, en zullen dan in staat zijn om het leven te leven,waarvan zij altijd droomden maar wat zij nooit in hun eerste leven hebben te kunnen leven): ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden al Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten (God die Zijn geest zal geven aan allen die Hij roept) en zij zullen profeteren (Gods woord verkondigen met inspiratie, waarheid en inzicht). En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm (de uiteindelijke eindtijd gebeurtenissen die de grotere vervulling van het uitstorten van Gods geest op alle vlees zullen inleiden). De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. (Hand. 2: 15-20)

Dit is een ‘progressieve vervulling’, omdat niet alle profetieën van Joel op dat moment vervuld werden, maar slechts een deel ervan – een begin daarvan. Hij refereerde naar datgene wat in de laatste dagen zou komen te gebeuren. De Profetieën van Joel verwezen niet alleen naar de eindtijd waar wij nu in leven, maar ook naar datgene wat op dat specifieke moment in vervuld begon te worden…beginnend in die ‘laatste dagen” die nog 2.000jaar-plus voort zouden gaan. Dit was inderdaad het begin van de ‘laatste dagen’ van Gods 7.000jarige plan (en op dat moment waren er reeds 4.000 jaar voorbij gegaan).

Er wordt ook overvloedig gebruik gemaakt van de combinatie van deze twee varianten die in Gods woord gebruikt worden; bijvoorbeeld zoals het gebruik van zowel progressieve als repetitieve vervulling van de profetieën betreffende de ‘Elia die zou komen’. Deze varianten lijken wel eindeloos te zijn in de Bijbel, omdat God verkozen heeft om vele manieren te gebruiken om Zichzelf en Zijn plan, doel en waarheid te openbaren aan diegenen die Hij roept. En door middel van diezelfde soort van combinaties van varianten openbaart God nu meer aan Zijn Kerk over waar we geweest zijn, waar we ons nu bevinden en waar we naartoe gaan.

Veranderingen en het Volgen van God
Er is zoveel wat God plotseling begon te openbaren, dat het moeilijk te bevatten, samen te vatten en voldoende uit te leggen zal zijn in slechts één artikel. Dit zou veel uitgebreider en diepgaander geschreven kunnen worden in een volledige artikelenreeks…maar omdat Pinksteren nu snel dichterbij komt, is het beter om dit alles nu snel te schrijven.

God openbaart ons nog niet de specifieke timing van alles wat nu aan bod zal komen, maar Hij geeft ons wel een duidelijker overzicht van de gebeurtenissen die wij sinds het Trompettenfeest van 2008 hebben meegemaakt, en ook van alles wat nu nog voor ons ligt. Bij dit alles is het belangrijk om te onthouden dat er belangrijke redenen zijn waarom niet alles tegelijkertijd en volledig aan ons geopenbaard wordt. Dit dient enerzijds als training en beproeving, anderzijds om een sterker geloof en sterker karakter te vormen in diegenen die zich aan God onderwerpen, het dient ook om een diepere en oprechtere nederigheid te ontwikkelen, en het houdt ook verband met geestelijke oorlogsvoering en strategieën. Het is bij dit alles goed om te onthouden, dat het grootste deel van alle strijd (oorlog) die zich doorheen de tijd in het engelenrijk heeft afgespeeld, nu het punt naderen waarop zij tot een crescendo en tot hun einde komen, waarbij Satan en de demonen uiteindelijk volledig beteugeld zullen worden…zonder enige macht voor de daaropvolgende 1.000 jaar.

Als we beter willen kunnen begrijpen waarheen God ons nu leidt, is het belangrijk dat we eerst een goede kennis vergaren over onze recente geschiedenis en over hoe God met ons gewerkt heeft. De beslissingen die we ons leven nemen over hoe wij God volgen, zijn altijd gebaseerd geweest op de ‘huidige waarheid’ (waarheid door God aan ons geopenbaard tot op dat moment in de tijd) Binnen deze variabele worden we regelmatig geconfronteerd met veranderingen, wanneer God meer waarheid aan ons openbaart, en ons meer openbaring over de profetieën geeft op die progressieve manier die Hij gebruikt. Onze beslissingen en keuzes moeten navenant veranderen wanneer dat gebeurt, omdat dat de momenten zijn waarop wij moeten besluiten om God te volgen in de richting waarin Hij ons leidt. Dit is zo omdat wij altijd leven naar de ‘huidige waarheid’ leven (daarop reageren en daarnaar leven) en ons leven veranderen teneinde in eenheid en overeenstemming daarmee te zijn.

Zulke beslissingen kunnen we makkelijk begrijpen uit vel recente voorbeelden. We hebben het over de meeste van deze al eerder gehad, maar één erg belangrijk voorbeeld dat er uit springt, betreffende de gebeurtenissen die plaatsvonden in 2008, dient hier opnieuw aangehaald te worden.

God had het tweede boek dat ik moest schrijven geïnspireerd, en Hij gaf mij te kennen dat ik het een specifieke titel moest geven: ‘2008 – Gods Laatste Getuigenis’. God openbaarde mij dat 2008 het jaar zou zijn waarin de twee getuigen hun getuigenis zouden beginnen, en dat God hen daarin zou ‘aanstellen’ als Zijn ‘twee getuigen’. In 2008 zou een specifieke aftelling beginnen die de profetische periodes van 1.355. 1.290 en 1.260 dagen zou omvatten. Toen God die ‘huidige waarheid’ openbaarde, nam ik beslissingen die op die openbaring gebaseerd waren.

Nu ik terugkijk, kan ik begrijpen dat ik als apostel in eerste instantie concludeerde op basis van de zaken die juist geopenbaard waren in combinatie met nog andere zaken die we toentertijd geloofden, dat deze profetische data allemaal eindigden bij de letterlijke wederkomst van Christus. God had dit anders kunnen openbaren, maar het lag in Zijn bedoeling voor het aanstellen van Zijn twee getuigen, dat dit hun visie zou zijn en dat zij hierin gehoorzaam zouden geloven. Vandaar ook dat er geconcludeerd werd dat Christus’ wederkomst op het Trompettenfeest van 2011 moest vallen. Maar zoals we reeds eerder besproken hebben in het artikel van Mei 2013 onder de titel ‘Een Uitzonderlijke 4½ Jaar’, deze datum in 2011 werd veranderd teneinde God gehoorzaam te volgen in een nieuwe waarheid die Hij destijds openbaarde. Hier volgt een uitreksel van dit artikel:

“Op Pinksteren van 2008 begon God mij meer te openbaren. Alle timing stond op het punt te veranderen, omdat God begon te openbaren dat de timing van de beweegbroden van even groot belang is als de timing van het Beweegoffer, dat door Jezus Christus perfect binnen Gods timing vervuld werd.”

“Zodoende openbaarde God in die preek dat Christus niet zou terugkeren op een Trompettenfeest maar op een Pinksteren. De timing hiervan was kritiek voor Gods plan betreffende de vervulling van het offeren van de beweegbroden voor God; wat symbool staat voor Zijn aanvaarding van de 144.000. Dit was even belangrijk als het aanvaarden van het Beweegoffer tijdens de dagen van Ongezuurde Broden, wat door Jezus vervuld werd. Van zodra God ons de waarheid openbaarde dat Christus op een Pinksterdag zou wederkeren, veranderden wij de data die bij ons vorige inzicht in de timing der dingen paste. Als gevolg van dit inzicht werd het begin van de 3½ jaar van getuigenis bijna 8 maanden opgeschoven, dichter naar het einde van 2008 in plaats van aan het begin van 2008.”

Nadat God deze waarheid aan de Kerk geopenbaard had, dat Jezus niet op een Trompettenfeest zou terugkeren, paste ineens alles netjes in elkaar op de meest inspirerende manier, omdat de 1.355 dagen gerekend vanaf van het Trompettenfeest van 2008 (in het kader van de verzegeling van de 144.000) precies eindigden op Pinksteren van 2012. Dat was toen onze ‘huidige waarheid’ en wij handelden (reageerden) daarnaar en bereidden ons op basis daarvan voor – met een diepe overtuiging. Het meeste hiervan werd reeds in dat artikel behandeld, daarom zal ik daarover hier niet verder uitweiden. Hoewel Pinksteren van 2012 niet de datum was van Christus’ wederkomst, was het wel de datum waarop de profetieën, die leidden tot de completering van de verzegeling van diegenen die nog moesten worden toegevoegd om het getal van de 144.000 vol te maken, vervuld werden. Diezelfde dag sloot ook een periode af dat een ‘laatste oordeel’ vastgelegd werd.

Wat wij toen hebben meegemaakt, was een combinatie van ‘progressieve openbaring’ en ‘nieuwe waarheid’ waar God ons in leidde en die Hij aan Zijn Kerk gaf. Wanneer zo iets gebeurt, dan passen wij onze koers aan en veranderen wij wat er veranderd moet worden teneinde God te blijven volgen op de weg waarlangs Hij ons leidt.

Maar niet iedereen veranderde van ‘koers’, zodat zij God konden blijven volgen. Tijdens die periode van 4½ jaar volgend op het Trompettenfeest van 2008, onderwierpen de meeste mensen in de Kerk zich aan dit zuiveringsproces, en zij werden hierdoor veel sterker gemaakt ‘in’ God. Maar er waren er ook die God en de ongelooflijke 57 Waarheden die Hij aan Zijn Kerk gaf niet langer bleven volgen. Dit zal zich blijven herhalen en blijven gebeuren, ook in de periode waar wij nu voor staan.

Voordat we verder gaan naar het volgende punt in het kader van wat God nu aan ons openbaart, moet ik eerst een aantal feiten opsommen zodat niemand verward raakt over de realiteit en de waarheid van deze uitspraken. We zijn wel degelijk door 3½ jaar van een ‘laatste getuigenis’ heen gegaan, die de volle 1.335, 1.290 en 1.260 dagen uit Daniel vervulden. Bovendien hebben we ook door het jaar dat daarop volgde heen geleefd, wat de geestelijke manifestatie van de ‘Dag des Heren’ was voor Gods Kerk. God geeft ons nu de zegening om te kunnen verder bouwen op die kennis en ervaring.

En ter verduidelijking (omdat er toch enigen onder ons zijn die alles wat ons onderwezen is niet helemaal begrepen hebben), er is ook een periode van ‘tijd, tijden en een halve tijd’ die 1260 dagen beslaat – 3½ jaar – waarbij een ‘tijd’ 360 dagen bedraagt. Maar die periode had ook een ‘geestelijke’ betekenis en doel aangaande Gods openbaring van ‘oordeel’. Dit werd geopenbaard door de eerste 280 dagen apart te zetten die een periode van ‘oordeel’ vertegenwoordigden waarop een laatste telling van ‘tijd, tijden en een halve tijd’ volgde waarbij ‘tijd’ vastgelegd werd als zijnde 280 dagen. Die telling had betrekking op Gods ‘oordeel’ met getuigenis gedurende die gehele periode. (360 x 3,5 = 1260 -280 = 980 : 3,5 = 280)

Wat God nu aan ons openbaart, openbaart Hij aan de hand van de varianten (en combinaties daarvan) die we eerder bespraken.

Openbaring 11
In dit hoofdstuk in de Bijbel openbaart God twee eindtijd getuigen die een werk te doen hebben dat Hij voor hen voorbestemd had. Dat werk is slechts deels vervuld en er ligt een nog veel groter werk voor ons. De Almachtige God is ordelijk, veeleisend en minutieus als het er op aan komt om die zaken die Hij van tevoren verordend heeft, en die Hij doorheen alle profetieën geïnspireerd heeft om te worden opgetekend, precies zo te laten gebeuren. De roeping, training en voorbereiding van de ‘twee getuigen’ is in dit proces inbegrepen. Het is iets wat ongelooflijk opwindend is wanneer we eenmaal het werk dat Hij gedaan heeft kunnen gaan ‘zien’ , en kunnen ‘zien’ hoe Hij dit alles methodisch tot stand heeft gebracht.

Opheldering
Teneinde het centrale aandachtspunt van de materie die we nu gaan aansnijden niet te verstoren, moet ik eerst iets zeggen over een uitspraak die in de tweede alinea na deze gedaan wordt. Die uitspraak is: ‘Tegen het einde van die 3 ½ jarige periode die volgde op 14 December van 2008, wat het begin was van het werk van de ‘twee getuigen’, toen ook de Eerste Trompet weerklonk, begon er een laatste fase in de aftelling naar de wederkomst van Christus…’ Het moet gezegd, dat we toen geloofden dat Christus’ wederkomst op Pinksteren van 2012 zou plaatsvinden. Maar we hebben ondertussen geleerd dat dat duidelijk niet het geval was, hoewel ik klaar en duidelijk wil maken dat 14 December van 2008 een belangrijk markeerpunt was binnen de minutieuze laatste fase van de aftelling naar Christus’ wederkomst. Toen op 17 December van 1994 het Eerste Zegel geopend werd, was dat het begin van de effectieve aftelling tot de wederkomst van Christus. God begint ons nu meer te openbaren over de laatste fase van die aftelling naar Christus’ wederkomst.

Openbaring 11 (vervolg)
Het is zoals ten tijde van de Apostase gebeurde; we hadden er toen geen idee van wat er aan de hand was tot pas ruimschoots nadat alles zich voltrokken had. Toen opende (openbaarde) God Zijn woord voor ons, zodat we konden gaan ‘zien’ hoe dit van toepassing was op die tijd en wat er toen met Zijn Kerk gebeurde. Op diezelfde manier openbaart God nu meer over Openbaring 10 en 11, betreffende het werk en de ‘twee getuigen’.

We begrepen zelfs de diepe betekenis van de titel van het boek ‘2008 – Gods Laatste Getuigenis’ niet, tot lang nadat het geschreven werd. Tegen het einde van die 3½ jarige periode die volgde op 14 December van 2008, wat het begin was van het werk van de ‘twee getuigen’, en toen ook de Eerste Trompet weerklonk, begon er een laatste fase in de aftelling naar de wederkomst van Christus. Vooral in het jaar dat daarop volgde begonnen we te ‘zien’ dat er een ‘machtige getuigenis’ was vastgelegd tegen deze wereld, omdat die nog steeds niet naar God wil luisteren, zoals zij dit de voorbije 6.000 jaar ook niet heeft willen doen. Zo’n ‘getuigenis’ moest worden vastgelegd in deze ‘huidige generatie’ van de mensheid, teneinde Gods rechtvaardige oordeel vast te kunnen leggen voor datgene wat Hij nu over deze aarde gaat brengen.

God legde ook een ‘laatste getuigenis’ vast tegen Satan, zodat ook Zijn rechtvaardige oordeel in deze generatie onwrikbaar vastgelegd zou worden inzake wat nu tegen Satan en de demonen uitgevoerd moet worden.

We hebben ook begrepen hoe dat God een ‘laatste getuigenis’ binnen de Kerk heeft vastgelegd. Het is een feit dat we gingen ‘zien’ dat het werk van de ‘twee getuigen’ gedurende die 3½ jaar een geestelijk werk was, en dat het een kwestie was van een ‘getuigenis’ die zij moesten vastleggen. Die geestelijke fase betrof de Kerk. En het betrof ook diegenen die eens grotendeels deel uitmaakten van Gods Kerk, inclusief sommigen in de wereld, die Gods laatste getuigenis haten en die ook Zijn ‘twee getuigen’ haten. God openbaarde aan ons de geestelijke interpretatie van Openbaring 11 in verband met al deze zaken.

Maar God openbaart nu dat alles wat eerder over de vervulling van het werk van deze ‘twee getuigen’ geschreven is, nu ook op ‘fysiek vlak’ vervuld zal worden, precies zoals dit opgetekend werd over hen in ‘2008 – Gods Laatste Getuigenis’. Het betreft een ‘dualiteit’ in de vervulling hiervan, waarbij de eerste fase ‘geestelijk’ was, en de tweede en laatste fase een ‘fysieke’ vervulling zal hebben.

Bij dit alles gelden er tijdschema’s (tijdlijnen) die God exact zo zal vervullen, maar Hij openbaart nu nog niet ten volle aan de Kerk wanneer deze laatste periode van het laatste werk dat de ‘twee getuigen’ zullen moeten uitvoeren voltrokken zal worden; een werk dat God zal doen gedurende een periode van 1.260 dagen (3½ jaar) God openbaart nu nog niet ten volle aan de Kerk de specifieke timing wanneer deze fysieke fase van het werk van Zijn ‘twee getuigen’ begint.

Er zit een belangrijke dualiteit in de volgende verzen die we nader moeten beschouwen: ‘En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen, in rouwkleding gekleed, twaalfhonderdzestig dagen lang profeteren.’ (Openbaring 11: 3) We zullen dit later in dit artikel uitgebreider aan bod laten komen, maar het is nu eerst en voorla belangrijk dat we weten dat dualiteit hierop van toepassing is. Deze periode slaat op de eerste geestelijke fase waarin God Zijn ‘laatste getuigenis’ vastlegde, en waarin Hij ook Zijn ‘twee getuigen’ aanstelde. Deze aanstelling (bevestiging) van Zijn ‘twee getuigen’ was en is nog steeds een kwestie van het vormen (scheppen) van een bepaald niveau van nederigheid (in zakken gekleed zijn) wat nodig is om het soort van werk dat door middel van hen volbracht zal worden te kunnen uitvoeren.

Nu dat dit alles geopenbaard wordt kan het zijn dat er gevoelens van teleurstelling in ons opkomen omdat de wederkomst van Christus niet zo snel zal komen als we gehoopt hadden. Want wij verlangen zeker erg naar Zijn komst en naar de vestiging van een nieuwe wereld. Maar wij zijn ertoe geroepen om als speerpunt te dienen in sommige van de meest dramatische en belangrijke gebeurtenissen in Gods plan doorheen alle tijden. Wij hebben nog een ‘groot werk’ voor ons liggen, en Gods openbaart dat ‘werk nu aan ons.

Nu is de tijd om meer moed te verzamelen en om sterker van geest te zijn. God roept ons op om meer te doen, veel meer! Dit zal te veel blijken te zijn voor sommigen, dat is altijd zo geweest, en zij zullen er niet voor kiezen om God getrouw te blijven volgen en de waarheid te blijven leven die God hen gegeven heeft. Maar zo’n keuze zal niets veranderen aan de worstelingen en de strijd in ons leven die nog voor ons liggen, en het zal ook niets veranderen aan datgene wat komen gaat wanneer de omstandigheden in deze wereld veel slechter zullen worden!

Pinksteren tot Pinksteren
Gedurende het afgelopen jaar gaf God ons een richting die we moesten uitgaan van ‘Pinksteren tot Pinksteren’, zodat wij door zouden blijven gaan in eenheid en met meer geestelijke doelgerichtheid. Dit verandert nu enigszins, omdat we nu bijna bij het Pinksteren zijn aangekomen waarvan God verlangde dat we dit zouden bereiken (op een geestelijk sterkere manier). Nu we dit Pinksteren naderen, geeft God ons opheldering over wat onze visie moet zijn in verband met de wederkomst van Christus. Echter, met dit alles blijven nog steeds uitkijken naar het Pinksteren van Christus’ komst.

Wat nu voor ons ligt, is een ‘werk’ dat volbracht moet worden door Gods ‘twee getuigen’ en de Kerk. Dit is geen getuigenis die vastgelegd moet worden, want dat hebben we reeds geleefd! Wat voor ons ligt is geen getuigenis maar een ‘groot werk’! Voor de Kerk betekent dit het werk van het (onder)steunen en het ‘omhoog houden’ van de armen van Gods ‘twee getuigen’. Voor de ‘twee getuigen’ betekent dit een werk van het verkondigen waarom de eindtijdgebeurtenissen over deze wereld gekomen zijn, en het zal ook een werk zijn waarin zij rechtstreeks betrokken zijn bij het uitvoeren van het oordeel (vonnis) dat nu onwrikbaar is vastgelegd door het laatste getuigenis.

Vanaf dit moment zullen we ons niet meer slechts concentreren op het van jaar tot jaar verder gaan. Na datgene wat we net gezegd hebben over een ‘groot werk’ dat nog voor ons ligt, en over de dualiteit die van toepassing is op de 1.260 dagen van Gods getuigenis…zou het voor de hand liggend moeten zijn dat God een minimum periode van 3½ jaar aan ons openbaart die nog voor ons liggen, teneinde de dualiteit van de ‘fysieke fase’ van het werk van Zijn ‘twee getuigen’ te vervullen.

Bij dit alles is het verstandig om te onthouden dat wij bij de doop ons leven vrijwillig aan God gegeven hebben, om Hem te dienen zoals Hij dat wil. Ons leven is niet langer het onze en dient niet langer zelfzuchtig – in het nastreven van onze eigen egoïstische wensen – geleefd te worden. Trouwens zulk egoïstisch nastreven zou een erg kort leven beschoren zijn, omdat deze wereld op het punt staat om in de ergste tijd van haar hele geschiedenis gestort te worden. In de geschiedenis van de mensheid vielen er alleen bij de vloed in de dagen van Noach (verhoudingsgewijs) meer doden dan nu het geval zal zijn, maar dat gebeurde ook in een veel kortere tijdspanne dan nu het geval zal zijn. Ik bid dat wij allen dit grote werk dat God ons nu toont en wat nog voor ons ligt, met beide armen en vol enthousiasme zullen omarmen. Wij zijn bezig geweest met ons voor te bereiden (PKG = Voorbereidend op het Koninkrijk van God) op deze tijd en datgene wat zij over deze wereld zal brengen.

Bovenop deze laatste fase van het werk van de ‘twee getuigen’, openbaart God ons ook dat er nóg een andere tijdsperiode vervuld moet worden. Dit zullen we ook aan bod laten komen wanneer we de verzen in Openbaring nader gaan bekijken. Die tijd die nog voor ons ligt, voordat de laatste fase van het ‘grote werk’ begint, is een periode waarin de laatste voorbereidende en zuiverende detailafwerking van de Kerk zal plaatsvinden, die ons gegeven wordt om wat nog voor ons ligt te kunnen voleindigen. Wij zijn hieraan toegewijd tot het einde – het finale einde van dit tijdperk en het begin van een nieuw tijdperk. Laten we dus met meer aandacht gaan kijken naar wat God ons nu geeft.

Terwijl ik dit schrijf kan ik er niet aan doen dat ik moet denken aan Johannes die door de overheid in zijn tijd in gevangenschap naar het eiland Patmos verbannen was, toen God hem de woorden voor het boek Openbaring inspireerde. En nu, nu ik zelf door onze eigen regering gevangen gezet ben, geeft God mij een van de meest openbarende inzichten in de woorden die in dat boek opgetekend staan over dit ‘grote werk’ dat nog voor ons ligt (voor eenieder van ons in de Kerk) en dat meer specifiek over de ‘twee getuigen’ gaat…de timing kon niet beter zijn.

Openbaring 10
Er staat een verhaal in de Bijbel dat lijdt tot aan de openbaring door God van ‘twee getuigen’ die op het wereldtoneel zullen verschijnen; dit begint in Openbaring 10. Alleen de Kerk heeft hen ‘gezien’ en aanvaard (de getuigen), maar hun ‘hoofdzakelijke werk’ in de wereldgebeurtenissen is nog niet geopenbaard.

De mens heeft de Bijbel onderverdeeld in hoofdstukken en verzen. Maar voor datgene wat God ons nu laat zien, moeten we Openbaring 10 en 11 lezen als één vloeiend geheel dat zich voor ons ontplooid.

Het begint wanneer Johannes een engel ziet die in zijn hand een klein boekje vasthoud. Deze twee woorden ‘klein’ en boek’ komen van het Griekse woord dat het beste vertaald zou worden als ‘boekje’ oftewel ‘brochure’ (ook wel een klein deel van een boekrol). Maar zelfs het woord ‘boekje’ ofte ‘ brochure’ geeft niet volledige de betekenis noch de bedoeling weer die hier naar voren gebracht wordt.

Binnen de context van dit gebeuren, begint de engel met het ‘geopende’ boekje (oftewel een kleine paragraaf uit een boekrol) plotseling luidkeels te roepen. Wat zei hij? Hij schreeuwde de Zeven Donders uit; en meteen toen deze verkondigd waren, wou Johannes beginnen op te schrijven wat er over deze Donders verklaard werd. Maar Johannes kreeg de opdracht om ze niet op te schrijven, maar om datgene wat verkondigd was te verzegelen. Dit is gelijk aan wat Daniel meemaakte toen aan hem gezegd werd om datgene wat hij juist opgeschreven had te ‘geheim en verzegeld’ te houden ‘’tot de tijd van het einde’. (Daniel 12: 9) In het geval van Johannes, werd hem verteld om datgene wat duidelijk aan hem verkondigd en ‘geopend’ werd niet eens op te schrijven.

Tot nu toe had God nog niet het verband tussen het ‘geopende boekje’ en de Zeven Donders die door de engel verkondigd werden geopenbaard; hoewel dit al die tijd vlak voor onze neus lag. De engel verkondigde gewoonweg datgene wat ‘tijdelijk geopend’ was betreffende de Zeven Donders. Het enige wat Johannes mocht opschrijven was dat hij ‘hoorde’ wat er over deze donders gezegd werd, maar verder moest hij het ‘verzegelen’ (terug sluiten wat geopend was), en hij mocht niet opschrijven wat deze donders betekenden. Zij zouden geopend (ontzegeld) worden en er zou over geschreven worden in een ander tijdperk – in deze eindtijd. ‘Verzegel (sluit) wat de zeven donderslagen gesproken hebben, en schijf het niet op.’ (Openbaring 10: 4)

‘Toen sprak de stem die hij uit de hemel gehoord had opnieuw tot Johannes en zei: ‘Ga, neem het boekje (kleine paragraaf van een boekrol) dat geopend ligt in de hand van de engel die op de zee en op de aarde staat’ (Openbaring 10: 8) Daarop deed Johannes precies wat hem opgedragen was; datgene wat de engel hem opdroeg te doen met die kleine paragraaf van (boek)rol die geopend was.

‘En ik ging naar de engel toe en zei tegen hem: geef mij het boekje. En hij zei tegen mij: Neem het en eet het op, en het zal bitter zijn in uw buik, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. (Openbaring 10: 9) Vervolgens nam Johannes het boekje en at het op. Toen zei hij: ‘’En het was zoet als honing in mijn mond, maar toen ik het opgegeten had, werd mijn buik bitter.” (Openbaring 10: 10)

Deze Zeven Donders zijn nogmaals geopend door God en door Jezus Christus, en ze zijn opgeschreven in het boek ‘2008 – Gods Laatste Getuigenis’. Dit is niet het ‘boek’ wat door Johannes opgegeten werd, maar wel de kleine paragraaf in het boek waar (beknopt) geschreven staat wat deze donders zijn. Het ging niet om het hele boek…maar om een kleine maar specifieke paragraaf daarin.

Inderdaad, toen God deze donders openbaarde, en zelfs wat speelruimte gaf om er specifieke details aan toe te voegen, was dit een opwindende ervaring…om zo iets uit Gods handen te mogen ontvangen. Het was ook opwindend om te weten dat deze gebeurtenissen de aanleiding zouden zijn tot het in gang zetten van een laatste groot werk, dat finaal een einde zal stellen aan dit eigengereide en weerbarstige (onhandelbare) tijdperk van de mensheid. En het was zelfs nog grootser om te kunnen begrijpen dat dit gevolgd zou worden door de zeer grote openbaring van God aan de gehele mensheid.

Maar, omdat de boodschap over deze donders rechtstreeks verweven was met Gods ‘laatste getuigenis’ in deze wereld, vooral naarmate het einde van 2012 naderde, werd deze ervaring bitter om te verteren (wij smaakten het resultaat van het rechtstreeks deelnemen aan het ‘opeten’ van de boodschap). De ‘getuigenis’ van deze wereld, de verstrooide Kerk en zelfs van enigen binnen in de Kerk, was dat de boodschap (en het hele boek) verworpen, bespot en beschimpt werd. Voor de meeste mensen in de wereld en in de verstrooide Kerk werd dit het ultieme bewijs (zogenaamd) dat wij niet Gods ‘twee getuigen’ waren, en dat ik in ieder gaval zeker geen profeet van God was. In plaats daarvan werd ik spottend een ‘profiteur’ van God genoemd, zelfs door onze eigen regering.

Dit alles paste in een groter doel wat God voor ogen had, wat te maken had met ons aan te leren om ‘in zakken gekleed te gaan’ – om sterker te worden in nederigheid. Hoe meer wij één worden met God, deste meer zullen wij in nederigheid gehuld gaan. Hoe groter de taak – ‘werk’ – is die God iemand in Zijn dienst te doen geeft, hoe groter de noodzaak om meer in overeenstemming en éénheid met God te zijn, en ook aan een steeds diepere groeiende geest van nederigheid. Dat is precies het proces wat God aan het gebruiken is om Zijn ‘twee getuigen’ (en de Kerk) voor te bereiden op wat nog voor ons ligt. Alles wat zij ondergaan hebben, en nog steeds ondergaan, is precies datgene wat gebruikt wordt om hen voor te bereiden op het ten uitvoer brengen van het soort van ‘werk’ (taak) dat in die 1.260 dagen volbracht moet worden.

Profeteer Nogmaals
Nadat de engel Johannes opdroeg om het boekje over de Zeven Donders op te eten, gaf hij nog meer instructies aan Johannes: ‘Gij moet opnieuw profeteren voor vele volken, en natiën, en talen en koningen (leiders, heersers)’ (Openbaring 10: 11) Deze instructie volgde meteen nadat Johannes die zaken die met de Zeven Donders te maken hadden ontvangen had, en nadat hij ondervonden had hoe het opeten van de boodschap zoet in zijn mond smaakte, maar bitter aankwam in zijn maag. Die boodschap is nu tot de gehele wereld uitgegaan, als een getuigenis. Het is een verkondiging van de geprofeteerde eindtijd gebeurtenissen die ‘tegen’ mensen, volkeren en leiders die zich niet bekeren zullen werken.

De boodschap van deze engel gaat over profetieën die ‘opnieuw’ gegeven zullen worden. Dat Griekse woord ‘opnieuw’ draagt de betekenis van ‘oscillerende herhaling’ in zich, en wanneer het gebruikt wordt in een context van tijd dan betekent het letterlijk ‘nog één maal’. De gehele boodschap van ‘2008 – Gods Laatste Getuigenis’ werd in zeven talen uitgegeven en verspreid over de wereld. Zij is uitgegaan naar vele ‘volken, talen en naties (bijna alle!) en leiders’. Maar wanneer zij ‘nog één maal’ zal uitgaan, zal dit op een nog veel omvangrijkere manier gebeuren.

De engel zei dat deze profetie ‘nog één maal’ moest uitgaan ‘voor’ vele ‘volken, talen, naties en leiders’. Het Griekse woord dat vertaald wordt als ‘voor’ wordt meestal vertaald als ‘tegen’, maar vaak is hieraan een achterliggende gedachte verbonden met de betekenis van ‘voor iemand’ als in ‘in aanwezigheid van’. Dit deel van het vers geeft gewoon weer wat ‘nog één maal’ moet verwezenlijkt worden door wat er in het boek geschreven staat over de geprofeteerde gebeurtenissen die ‘tegen de volken, talen naties en leiders’ zullen komen – precies zoals dit in de Zeven Donders en de rest van ‘2008 – Gods Laatste Getuigenis’ geschreven staat.

De eerste keer dat deze boodschap gegeven werd (in dat uitgegeven boek), een boodschap was ‘tegen’ deze wereld, was dit een kwestie van een ‘getuigenis tegen de wereld’ die eerst vastgelegd moest worden. De volgende maal (‘nog één keer’) zal het een kwestie zijn van de actieve uitvoering van deze gebeurtenissen, wanneer de effectieve uitvoering van dit oordeel tegen deze wereld uitgevoerd wordt. Het zal de effectieve manifestatie zijn van al deze fysieke gebeurtenissen.

Bovendien zullen er nog meer gebeurtenissen tegen sommige volken, naties en leiders uitgesproken worden en snel uitgevoerd worden, als de ‘twee getuigen’ dat zo verkiezen en ertoe besluiten dat zulks moet gebeuren. Die gebeurtenissen zullen enkel en alleen plaatsvinden in de laatste fase van de 1260 dagen van het werk van de ‘twee getuigen’. Zij hebben macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen zal vallen in de dagen dat zij profeteren. En zij hebben macht over de wateren om die in bloed te veranderen, en de aarde te treffen met allerlei plagen, zo vaak zij dat willen. (Openbaring 11: 6)

Een Andere Tijd/Periode
Deze interactie tussen de engel en Johannes wordt nog vervolgd met een laatste instructie voor Johannes. Er zijn al veel herhaalde types geweest van zo’n gebeurtenis, waar al vele malen in de geschiedenis van de Kerk een gedeeltelijke vervulling van geweest is, maar God openbaart ons nu dat er ook een letterlijke, definitieve en volledige vervulling hiervan is, die zich in het ‘heden’ waar wij nu in leven afspeelt.

‘En mij werd een riet gegeven, een staf gelijk, met de woorden: Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen, die daarin aanbidden.’ (Openbaring 11: 1)

De Kerk is de tempel van God, en gedurende deze tijd/periode moet zij doorheen een laatste fase heen gaan van reiniging, zuivering, groei en van voorbereiding op de ‘deelname’ aan het grote werk wat voor ons ligt. Dit gaat over de uitvoering van duidelijk zichtbaar oordeel – door God en Christus – dat resulteert in de ware ‘meting’ van zij die waarlijk aan God toegewijd zijn. Dit gaat over iedereen die effectief voor het altaar van God verschijnen door middel van het offer van Christus hun Pascha Offer (die actief en voortdurend vergeving van hun zonden vragen). Dit zijn degenen die om genade vragen en die oprecht willen veranderen (transformeren) teneinde ‘in’ de tempel te ‘kunnen blijven’ (wonen, verblijven) om God in waarheid en in de geest te aanbidden.

‘Maar laat de voorhof, die buiten de tempel is, erbuiten, en meet die niet; want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden, tweeënveertig maanden lang.’ (Openbaring 11: 2)

Dit is al begonnen! Sommigen hebben zich in de omgeving van de Kerk opgehouden zonder werkelijk ‘in’ (geestelijk erin wonend) de Kerk (in de tempel van God) te zijn; zij bevinden zich in de voorhof en ‘doen alsof’ zij behoren tot diegenen die ‘in’ de Kerk aanbidden. Hoewel de boodschap werkelijk bedoeld is voor zijn tegenhanger in de eindtijd, wordt Johannes opgedragen om zulke mensen te ‘erbuiten te laten’ (disfellowshippen) en hen niet te beschouwen (te meten) als heidenen – geheel als niet-gelovigen.

Dit vers sluit vervolgens af met te zeggen dat ‘zij’ de heilige stad (geestelijk Jeruzalem – de Kerk) tweeënveertig maanden lang zullen vertreden (onder de voet zullen lopen). Deze ‘zij’ die dit doen bestaan voornamelijk uit diegenen die ‘verwijderd’ (disfellowshipped) zijn uit hun pseudo-associatie met Gods mensen. Zij worden duidelijk aan de kaak gesteld voor wat zij werkelijk zijn – mensen die tegen God, tegen Christus en tegen Zijn Kerk zijn.

De meeste van deze mensen die ‘verwijderd’ zijn, zijn mensen die verkiezen om alles wat God heilig gemaakt heeft – geestelijk geheiligd – te vertrappelen (vertreden). Dit doe zij hoofdzakelijk door het verspreiden van leugens, laster, halve waarheden gemengd met valse verhalen en verdraaiingen van Gods waarheid, en door Gods Kerk te honen, te bespotten en nog veel meer van zulke zaken.

Zoals gezegd, ‘Dit is reeds begonnen!’. God heeft niet volledig geopenbaard wanneer dit precies begonnen is, maar het kan gerust op Pinksteren van 2012 begonnen zijn…of op Pinksteren van 2013. Ik zeg dit in de functie van een apostel gebaseerd op de interpretatie ven de ‘huidige waarheid’ die God ons nu geeft. Dus, het exacte jaartal is nog niet volledig geopenbaard. Daarenboven kan God altijd de uitvoering van Zijn timing aanpassen; maar Hij zal nooit de effectief’ geprofeteerde gebeurtenissen die Hij aan Zijn profeten geopenbaard heeft veranderen.

Drie Ophelderingen
1. Zeven Donders: Bij alles wat we tot nog toe besproken hebben, is het van belang dat we de manifestatie van de Zeven Donders goed begrijpen. Toen het Zesde Zegel geopend werd, begonnen een aantal van deze donders hoorbaar te worden, en vervolgens in 2008 begonnen zij in kracht toe te nemen. Gedurende het grootste deel van de tijd die daarop volgde tot nu toe is dit proces blijven doorgaan, met een toename van hun frequentie en intensiteit waarbij soms meerdere donders tegelijkertijd weerklonken. Dit diende vooral Gods doel om de Kerk gefocust en alert te houden tijdens een moeilijke fase die een intensere periode van beproevingen en testen inhield.

Zoals reeds vaker gesteld werd in het verleden, de donders zullen blijven toenemen in intensiteit met een sneller elkaar opvolgende herhaling, en er zullen er steeds vaker meerdere tegelijkertijd weerklinken. Dit proces zal effectief veel intensiever worden na dit Pinksteren. De grootste kracht van deze donders zal echter uitgestort worden tijdens de fysieke vervulling van the 1260 dagen van Gods ‘twee getuigen’.

2. Schallen Eerste Trompet: God zal het volledige inzicht in de betekenis van het schallen van elke trompet pas geven nadat elke trompet duidelijk gemanifesteerd is. Op 14 December van 2008, werd de Eerste Trompet geschald.

Zoals we in het verleden reeds gezegd hebben, was dit niet de tijd voor de fysieke manifestatie van deze trompetstoot. Het geluid van deze trompet behelst een letterlijke fysieke manifestatie die van profetische aard is, en ook een ‘profetisch symbolische’ manifestatie. Dit is gelijkaardig aan de profetische aard van het Eerste Zegel. Sinds dat zegel werd geopend (in verband met de Apostase), zijn de gevolgen en de voortdurende verwoesting daarvan blijven voortduren en zelfs toegenomen doorheen de rest van de zegels die zijn geopend.

En bij deze Eerste Trompet zullen ook de zichtbare fysieke gevolgen en haar verwoestende macht blijven toenemen gedurende de tijdspanne van de manifestatie van elke daaropvolgende trompet. Dit proces zal zich verder zo blijven ontplooien totdat datgene wat over deze Eerste Trompet verklaard werd, volledig vervuld zal zijn.

De ‘profetische, symbolische’ verwoesting van deze trompet werd begin 2008 duidelijk gemanifesteerd. Dit betreft voornamelijk de vernietiging van de ‘groene rug’ – de US Dollar – en de volledige economische ineenstorting gepaard gaand aan de verwoesting van de productiviteit van de Verenigde Staten. De realiteit is dat dit alles reeds ineengestort is, maar momenteel wordt het nog ondersteund (geschoord, gestut) door een vals (misleidend) economisch beleid, het scheppen van geld uit het niets en gretige medeplichtigheid in de deelname aan de meest misleidende praktijken die binnen de grote ondernemingen (industrie), banken, overheid en de grondstoffen- en aandelenmarkten worden toegepast.

Deze profetische, symbolische verwoesting van de Eerste Trompet zal niet voortgaan doorheen alle nog overblijvende trompetten, maar zal in realiteit effectief fysiek vervuld worden voor de manifestatie van de Vijfde Trompet.

3. Vijfde Trompet: Zoals we in het verleden reeds gezegd hebben, is dit de enige trompetstoot die zowel een fysiek als een geestelijke vervulling heeft. Deze trompet bevat dualiteit zowel op fysiek als op geestelijk vlak. De geestelijke vervulling uit enkele Bijbelverzen die van deze trompet spreken, gaat over de Kerk…en dit is reeds vervuld. De fysieke manifestatie van deze trompetstoot zal zich in haar natuurlijk volgorde voltrekken, nadat de Vierde Trompetstoot vervuld is.

Laatste Grote Dag – 2011
Tenslotte ga ik in het laatste deel van dit artikel een gedeelte van de boodschap die op de Laatste Grote Dag van 2011 gegeven werd nader bekijken. Dat ging over gedachten die aan mij werden overgebracht midden in de nacht van het Verzoendag van 2011. Die gedachten heb ik toen gedeeld met de Kerk in die preek op de LGD van 2011.

Hoewel ik dit voorval uitgebreider zou kunnen behandelen, toch ga ik hier en nu eenvoudigweg een deel van wat in die preek naar voren kwam aanhalen, om vervolgens rudimentair te verklaren wat hier allemaal bij speelde. Nu ik terugkijk naar wat er in die preek gezegd werd, en de ongelooflijke timing van God zie waarmee Hij inspireerde wanneer dit gegeven moest worden, vind ik dit alles nu nog veel meer inspirerend!

De titel van die preek was ‘Een Ontnuchterende Tijd’. Wat in die preek hoofdzakelijk naar voren kwam is dat Gods mensen toegewijd moeten zijn aan het leven van Zijn manier van leven – Zijn waarheid – met een diepe en oprechte (onvervalste) overtuiging, ongeacht wat er ook in je leven gebeurt.

God was ons toen langs de ene kant aan het voorbereiden op wat er allemaal nog zou gebeuren om ons tot aan dit Pinksteren te brengen, en ons aan de andere kant aan het inspireren om de ‘getuigenis’ af te maken die tegen 27 Mei van 2012 vastgelegd zou zijn.

Ik zal nu een aantal zaken uit die preek aanhalen:

‘NU! Nu is het moment om naar jezelf te kijken. Wees ernstig, kijk heel goed naar jezelf en wat jij gelooft!
Op Verzoendag, toen wij vastten in Melbourne, diep in de nacht, werd ik wakker en kreeg allerlei gedachten die ik nu met jullie wil delen. Gedachten die me wat onrustig maakten, maar gedachten die gaan over dingen die mij geleid hebben tot wat God wil dat ik bespreek, zodat ik deze vandaag met jullie kan delen, tegen jullie kan zeggen. Teruggaand in onze geschiedenis,.. ik heb dit al zovaak gezegd, dat ik diep in de nacht wakker werd en God mij zoveel dingen gegeven heeft, die met de Kerk te maken hebben, waar de Kerk heen gaat, waar Hij ons heen leidt. Ongelofelijk! Want dan heb ik waarschijnlijk de meest heldere gedachten, is het rustig om mij heen, geen stress en kan ik beter luisteren.

De eerste gedachte die ik kreeg: ‘27 Mei 2012 is niet de dag van Christus wederkomst.’

Enkel alinea’s verder staat het tweede deel van wat hierover gezegd werd:

’De tweede gedachte, die ik kreeg, toen ik wakker werd die nacht tijdens de Verzoendag was:
Jij bent je taak als ‘getuige’ nog niet begonnen, zoals je veronderstelde, maar je zal aan die taak beginnen wanneer je eenmaal volledig in zakken gekleed zal zijn. En dat Christus niet op 27 Mei terugkeert, zal die realiteit bewerkstelligen (in zakken gekleed worden), en de mensen in de wereld zullen je dan nog veel meer gaan haten dan zij nu doen.’

Te midden van dit alles werd er nog een gedachte aan mij overgebracht…dat er nog een periode van 3½ jaar vervuld moet worden. Veel van de hoofdzaken die aan mij overgebracht werden, werden mij midden in de nacht gegeven…maar bij deze gelegenheid was anders, omdat het niet hetzelfde ‘leek’ te zijn als bij andere gelegenheden. In mijn gedachten voelde ik een soort van ongemak, omdat dit niet in dezelfde geest leek te worden overgebracht als anders, maar daarentegen leek het (naar mijn gevoel) alsof dit overgebracht werd in een geest van ‘zelfgenoegzaamheid’, alsof de boodschap overgebracht werd in een soort van ‘zelfbevredigende geest’. God Brengt de dingen niet op die manier over, maar wel in een geest van geduld, liefde, helderheid en inspiratie.

Mijn perceptie was dat dit niet direct van God afkomstig was, maar wel van Satan. Maar ik ben altijd een beetje verward gebleven over dit voorval, omdat ik nooit begrepen heb waarom dit toegestaan werd. Op een dag zal ik allicht de volle waarheid hierover te weten komen; want mijn beleving kan beïnvloedt geweest zijn door mijn eigen persoonlijke reactie op de mogelijkheid dat Christus niet in 2012 zou komen…maar ik geloof dat dit niet het geval was.

Het kan inderdaad zijn dat Satan de toestemming kreeg om deze boodschap over te brengen, daar de boodschap niet volledig was. Zij was slechts gedeeltelijk waar betreffende de extra 3 ½ jaar die nog vervuld moesten worden, want wij weten nu dat de periode die volgde op 2012 zeker bijna het dubbele zou moeten zijn (of zelfs nog iets langer).

Er zijn nog meer citaten in dit verband in die bewuste preek:

‘Toen Jezus vastte liet God Satan toe om naar Hem te komen, om te proberen Hem over te halen om de taak die voor Hem lag niet uit te voeren, niet te vervullen. En Christus antwoordde Satan met Gods eigen woorden, met antwoorden die de waarheid zijn, die God ons gegeven heeft om naar te leven. Dat deed Hij, vol overtuiging. Soms worden wij aangevallen en laat God toe dat er gedachten naar ons uitgezonden worden, zoals we in de voorgaande preek gehoord hebben.’

‘Ja, ik ben er diep van overtuigd dat dit een poging van Satan was om twijfel,ophef, onzekerheid en zwakte te zaaien en al wat hij nog meer kan doen om af te leiden, te ontmoedigen, te kwellen enzovoorts.’

En dan is er nog een laatste citaat uit die preek dat ik wil aanhalen:

‘En dus die gedachte die bij me opkwam – wat een ontzettende onzin! Zo noem ik het! Een hoop onzin! Nóg 3 ½ jaar…dat zou ons leiden tot aan 5 November 2015? Je hoeft niet erg slim te zijn om die belangrijke waarheid waar ik zo diep van overtuigd ben – de 50ste Waarheid – te begrijpen: ‘Jezus Christus keert terug op een Pinksteren.’

Dus, die alinea die zojuist aangehaald werd, bevat mijn antwoord gebaseerd op de 50ste Waarheid in reactie op de gedachten die ik toen in mijn hoofd had. De waarheid als reactie op die gedachten van toen was een ‘correcte reactie’ (gebaseerd op de waarheid), ja een correcte reactie op iedere gedachte betreffende de mogelijkheid dat Christus in November van 2015 zou terugkeren. En op zijn beurt hielp dit ons om ons nog meer te concentreren op het ijverig vervullen van een ‘grote getuigenis’ die voltooid (vastgelegd) moest zijn tegen 27 Mei 2012, en die gebaseerd zou zijn op wat wij al die tijd zouden ‘leven’.

Maar Gods begon ons inderdaad ook voor te bereiden op nog meer waarheid die Hij aan ons zou geven, die in Zijn timing geopenbaard zou worden, en dat is wat we in dit artikel behandeld hebben. Wij zullen nu voorwaarts gaan meer gefocust (met meer visie) dan ooit tevoren.

In conclusie is er nog één ding wat ik aan jullie moet zeggen. Een paar weken geleden, weer midden in de nacht, werd ik wakker met de gedachten die hoofdzakelijk in dit artikel gegeven zijn helder in mijn geest. Daar bovenop kreeg ik ook de gedachte in mijn geest gegeven dat er nog een boek – een derde boek – geschreven moet worden. En zelfs de titel van dat boek werd mij ingegeven. Dit was zo helder in mijn geest als alle andere namen en titels die mij ingegeven werden in de voorbije jaren. Waaronder: “News Watch’ (voor de verstrooide Kerk van God), ‘De Tijd Loopt Teneinde’ en ‘De Tijd is Teneinde’, Church of God – PKG, ‘De Geprofeteerde Eindtijd’ en ‘2008 – Gods Laatste Getuigenis’.

[Deel 14 van de artikelenreeks ‘Ware Relaties’ zal over een paar weken volgen.]