Ronald Weinland

Planning en Aanverwante Zaken

Dit artikel zou oorspronkelijk als een brief naar de ministry gestuurd worden die dit op haar beurt in de Kerk zou verspreiden, zoals ik in het verleden wel vaker gedaan heb als het over zaken gaat die meer persoonlijk voor de Kerk bedoeld zijn. Maar na enige overweging, werd het mij duidelijk dat de zaken die hier aan bod komen aan iedereen die de artikelen op deze website leest beschikbaar gesteld moeten worden.

Momenteel ben ik begonnen met aan een nieuw artikel te werken, waarvan ik hoop dat jullie het zeer ter harte zullen nemen, en dat iedereen zijn uiterste best zal doen om de ernst van datgene wat daarin besproken zal worden tot zich door te laten dringen. In dat artikel zal een onderwerp behandeld worden dat eerst en vooral aan de ministry in de Kerk gericht is (qua sequentie in de tijd), en vervolgens aan iedereen in de Kerk. God geeft Zijn leiding (Zijn regering voor de Kerkadministratie) de opdracht om de geestelijke conditie (gesteldheid) van Zijn Kerk af te wegen (dit zal in het volgende artikel uitgebreid uitgelegd worden). Voordat Zijn Zoon terugkeert, zal Zijn Kerk ZIJN KERK zijn – onderworpen aan God in geest en in waarheid. Dit proces moet voltooid zijn voordat de laatste fase van het werk van Zijn twee getuigen begint.

Het kan 2 tot 3 weken duren na dit huidige artikel voordat het artikel waar ik nu aan bezig ben zal verschijnen. Op ditzelfde moment ben ik ook bezig om het nieuwe boek ‘opgestart’ te krijgen. Dat boek zal niet snel uitgegeven worden, dus begrijp alstublieft dat het zich hooguit in het beginstadium bevindt. Een boek schrijven gebeurt niet ‘zomaar’. Het vergt veel werk en veel tijd. En in deze omgeving is het nog veel moeilijker om mij hierop te concentreren en hieraan te werken. Vooral omdat de middelen die ik hier ter mijner beschikking heb erg ouderwets zijn (hoofdzakelijk pen en papier).

Als ik halfweg ben met het schrijven van dit boek tegen de tijd dat ik vrij kom, zal ik erg blij en tevreden zijn. Als ik eenmaal weer thuis ben, zal ik ongetwijfeld nog zes maanden tot een jaar nodig hebben om het af te maken. Het volgende artikel kan erbij helpen om dit duidelijker te gaan ‘zien’, tenminste wat de timing hiervan betreft.

Een groot deel van het schrijven van dit boek alsook alle bijkomende arbeid om het af te werken, zal pas gedaan kunnen worden wanneer ik eenmaal uit deze omgeving weg zal zijn, en de volle beschikking zal hebben over mijn computer en de programma’s die ik nodig heb om er een afgewerkt geheel van te maken. De timing hiervan is volledig in Gods handen. Het kan dat het eerder klaar is…of later, dat weet ik gewoonweg niet op dit moment. Dit gezegd zijnde, is het waarschijnlijk dat er niet meer zoveel artikels zullen verschijnen, en dat ze misschien korter zullen zijn dan iedereen gewoon is geworden.

God heeft al een ontzettende hoeveelheid materiaal geïnspireerd sinds ik in de gevangenis zit. Materiaal dat op geestelijk niveau niet volledig geabsorbeerd (ontvangen) kan worden, door het één of twee keer te lezen. Er zit veel diepgang in datgene wat Christus ons gegeven heeft. Velen hebben gerapporteerd hoezeer de artikels hen gesterkt hebben, en hen een geestelijke boost gegeven hebben in het midden van de week…en dat kan nog steeds! Nu dat er enige tijd verstreken is sinds je deze artikels voor het eerst las, zal je zien dat als je ze opnieuw zou doornemen (in volgorde en op een progressieve manier) en zodoende door middel van gebed probeert om nog dieper inzicht te verkrijgen, je nog veel meer zal kunnen bouwen op datgene wat nu reeds in jou vastligt.

Er ligt dus veel potentieel in alles wat je in de vele maanden die nog voor ons liggen kan herlezen en waar je in kan groeien. Als je besluit om deze artikels opnieuw door te nemen, lees ze dan niet gehaast door, maar probeer om ze te gebruiken als een hulpmiddel in het midden van de week, week na week, en niet allemaal tegelijk…om verder op te bouwen in de volgorde waarin zij gegeven werden. Het is een realiteit dat sommige zaken in de artikels gewoonweg nood hebben aan herhaling, in kleinere stukjes die je gedurende de daaropvolgende week kan verteren, om vervolgens de week daarna meer tot je te kunnen nemen. Het is een bouwproces en een verteringsproces dat niet geforceerd kan worden.

Gepaste Sabbat Kleding
Over iets anders gesproken, er is een onderwerp dat we best nu even aan bod kunnen laten komen. Dit gaat over de manier waarop wij voor God en Jezus Christus verschijnen op de Sabbat. Het is iets wat ik gedurende de voorbije jaren al vaak overwogen heb om te behandelen…maar ik heb het steeds uitgesteld, omdat ik besefte dat dit er potentieel toe kan leiden dat sommigen laks zouden worden in hun houding en hun respect en eerbied voor God en Christus. Het gaat over hoe we ons kleden voor de Sabbat(dienst).

Voordat we hier dieper op ingaan, is het belangrijk om goed te begrijpen dat respect en eerbied niet opgelegd of afgedwongen kunnen worden, omdat dit nu eenmaal iets is wat in iemand zit… of niet. Maar dit is een dunne lijn, want respect en eerbied voor anderen en vooral ten aanzien van God, is iets wat ook aangeleerd kan worden. Maar op dit moment bevinden we ons in een ‘uniek tijdperk’ voor de Kerk, iets waar we ons in het volgende artikel over zullen buigen.

Dit onderwerp van het tonen van respect waar en wanneer dit gepast is, is te vergelijken met iets wat we van in het begin van de Kerk van God – PKG aangepakt hebben. God openbaarde dat het niet langer nodig was om ‘Meneer’ te zeggen en iemands achternaam te gebruiken, maar dat de ministry gewoon met de voornaam aangesproken kon worden. Tijdens het grootste deel van de vorige eeuw werd over het algemeen verwacht dat je iemand met ‘Meneer’ aansprak, maar dit begon op het einde te veranderen. De Kerk is altijd al een ‘buitenbeentje’ geweest in de ogen van de wereld, alleen al omdat Gods waarheid zó veel verschilt van wat de wereld weet en gelooft. Het opleggen van een niet Bijbelse (niet geboden) formaliteit, hielp niet echt in hoe de Kerk ‘gezien’ werd. Wij behoren in de meeste zaken gematigd te zijn, maar nooit ultra-conservatief of ultra-liberaal.

Als Kerk zijn wij niet in staat om de mensen in hun geest respect op te leggen louter door de manier te bepalen hoe iemand in de ministry aangesproken moet worden. Louter omdat iemand een minister (elder) aanspreekt met ‘Meneer’ betekent nog niet dat die persoon effectief respect heeft of eerbied betoont aan een van Gods ministers (elders). En dus besloot de Kerk dat ministers (elders) gewoon met hun voornaam aangesproken zouden worden, net zoals dit het geval was bij het begin van de Kerk toen men Petrus, Paulus, Johannes etc. gewoon met hun voornaam aansprak.

Dit leidt ons terug naar de kwestie van hoe wij voor God verschijnen op de Sabbat. Wanneer we ons in de privésfeer van ons eigen huis bevinden, zelfs wanneer een handvol mensen ons daar vervoegen voor de Sabbatdienst, dan is het niet goed om ‘overdreven formeel’ gekleed te zijn. Nogmaals, dit gaat over evenwichtigheid en het geven van een voorbeeld in bescheidenheid aan onze buren. Bij dit alles gaat het om ‘evenwichtigheid’. We behoren ons ook niet te ‘slordig’ of ‘relaxed’ te kleden, door jeans en een T-shirt te dragen of andere vrijetijdskleding. Bij dergelijke gelegenheden is het perfect OK en toegestaan om nette ‘stadskleding’ te dragen wanneer je op dergelijke locaties voor God samenkomt. Daarentegen zou het teveel van het goede zijn voor een man om een in pak en stropdas of voor een vrouw om in een jurk of mantelpak naar een samenkomst in een privé woning te komen. In het geval van een ietwat meer ‘formele’ samenkomst op een locatie die speciaal gereserveerd is voor de Sabbatdienst, zoals een vergaderzaal in een hotel of een andere locatie die men kan huren, is het gepast dat mannen een pak (of een jasje) en das dragen en dat vrouwen (dames) een jurk of mantelpak (een nette broek en bloes) dragen.

Een uitzondering op het dragen van dit soort van ‘formele’ kleding wanneer men (niet in iemands privé woning) samenkomt voor de Sabbatdienst is wanneer de buitentemperatuur rond 23 graden en meer schommelt. Wanneer dit zich voordoet dan hoeft niemand een colbert (jasje) te dragen. En ook geen stropdas. Er is geen enkele vereist om een stropdas op Sabbat te dragen, wanneer de temperatuur zo hoog is. Ons fysieke lichaam functioneert niet optimaal onder zulke omstandigheden, en het ongemak veroorzaakt door het dragen een colbert en/of stropdas zou ertoe bijdragen dat men minder uit de preken kan leren op zulke momenten. Het is veel belangrijker dat we op de Sabbat zoveel mogelijk geestelijk voedsel kunnen ontvangen zonder gehinderd te worden door zulke lasten.

Dit alles vereist veel evenwichtigheid van ons, en het komt erop neer dat we oftewel grote eerbied en respect tegenover God en Christus hebben (en willen weerspiegelen)…of niet. We zijn nu zover gekomen met de Kerk dat zo’n juiste houding en geest ofwel in ons zit, of niet in ons zit. Als dit niet het geval is, dan zal zo iemand ‘gewogen en te licht bevonden’ worden. Niemand wil zich op dit specifieke moment in de tijd (noch op enig ander moment in de tijd) in zo’n houding bevinden, maar dit is nu heel erg aan de orde.

Het Werk Ondersteunen
In het ‘tussentijdse’ artikel ‘Christus’ Komst’ werd vermeld dat er nog een groot werk voor ons ligt. Wij worden momenteel nog altijd voorbereid op dat werk. Er zal planning nodig zijn en er zal meer georganiseerd moeten worden, en met die planning zullen we blijven doorgaan terwijl we de periode naderen waarin dit grote werk zal beginnen. En precies zoals in het voorbeeld dat de Kerk als een lichaam is, zijn wij daarin allen op verschillende plaatsen voor verschillende functies geplaatst, maar we vormen alleen samen één lichaam en we hebben elkaar allemaal nodig.

Bovenop het feit dat wij ons moeten onderwerpen aan het transformatieproces (dat ons verandert en geestelijk doet groeien) dat God ons aanbied en waardoor wij tot een steeds grotere eenheid en overeenstemming met het onderwijs dat God aan Zijn Kerk gegeven heeft komen…is er nog een aspect van dienstbaarheid wat vaak over het hoofd gezien wordt, en onze deelname (onze rol) daarin is van vitaal belang in de dienstbaarheid aan God en Zijn Werk. Een belangrijk aspect van de roeping die aan velen gegeven wordt, heeft te maken met het direct ondersteunen van Gods werk. Veel te vaak heeft men de neiging om het belang van de dienstbaarheid van zij die tot de ministry behoren te hoog te verheffen, alsof dat het hoogste belang is. Dat is een grote vergissing! De ministry is een onderdeel van een noodzakelijke functie in het lichaam; maar teneinde een ‘groot werk’ te kunnen doen heeft God meer mensen tot het lichaam geroepen om dat werk te ONDERSTEUNEN. Die meer directe vorm van ondersteuning uit zich in het geven van tienden en offeranden. We mogen zeker het belang van de gedrevenheid en het harde werk besteed aan het vinden van werk of het ontwikkelen van een zelfstandige onderneming niet onderschatten.

God zou gemakkelijk multimiljonairs of miljardairs kunnen roepen, maar te veel mensen zouden dan geneigd zijn om zulke individuen op een voetstuk te plaatsen. Dat zou geestelijk niet gezond zijn, noch voor degenen die geroepen zouden worden noch voor diegenen die hen op een voetstuk zouden zetten en hen op een verkeerde en bevooroordeelde manier zouden ‘respecteren’ (verkeerd oordelen, voortrekken en bewonderen). Bovendien zou God ook vele duizenden mensen kunnen roepen om het werk wat nu voor ons ligt te helpen ondersteunen, maar…dat is ook niet Gods bedoeling. Want God gaat klaar en duidelijk laten zien, dat datgene wat menselijkerwijs onmogelijk uit te voeren is, volledig door Hem bereikt zal worden. En wij zijn nederig en klein en enorm gezegend dat wij deel mogen hebben aan datgene wat Hij aan het doen is en wat Hij tot stand zal brengen.

Gedurende het voorbije jaar alleen al, hebben vele van onze jonge mensen hun ‘inspanningen opgevoerd’ en grotere veranderingen in hun leven aangebracht, doordat zij ernaar gestreefd hebben om financieel stabieler en productiever te zijn. Dit brengt op zijn beurt weer meer vruchten met zich, die God in Zijn werk zal gebruiken. Het punt is dat dit inzicht en die geestelijke houding meer en meer de visie en het hoofddoel moet worden van allen die in staat zijn om Gods werk op die manier te dienen. De motivatie van eenieder die hiertoe in staat is zou moeten zijn om meer te presteren door middel van meer te werken, door promotie op het werk te krijgen, of door middel van andere mogelijkheden die een grote financiële boost aan hun leven kunnen geven. God kijkt ernaar uit om allen die ernaar streven om zich op te werpen om dit doel na te streven te kunnen zegenen. Ga naar God en deel met Hem jouw overtuiging en gedrevenheid om te helpen bij het ondersteunen van Zijn grote werk. Als je een eigen zaak hebt, vraag dan om Gods voorspraak, vraag dat er deuren geopend mogen worden waardoor jij productiever kan worden en zodoende meer kan bijdragen. Als je werkt in dienstverband, streef er dan naar om te groeien in jouw job, wetende dat wij boven alles werken voor God en Christus.

Ik heb in al mijn jaren in de Kerk vele mensen gekend die ongelooflijk gezegend werden wanneer hun motivatie en focus was dat God ‘eerst’ komt…en het ondersteunen van Zijn werk heeft alles te maken met Hem op de ‘eerste plaats’ te zetten. Ik heb ook mensen gekend die zo ongelooflijk gezegend werden…dat zij hun groei en hun verhoogde productiviteit aan zichzelf begonnen toe te schrijven. Wees hiervoor op de hoede, voor zo’n houding. Vraag aan God om je te helpen om de juiste visie te behouden, en om niet hoogmoedig en trots te worden wanneer jou zulke zegeningen te beurt vallen. Er zijn er velen onder jullie die God zo zal zegenen, zodat jij Zijn werk op een machtige manier zal kunnen dienen; iets wat al te vaak niet erkend noch naar waarde geschat wordt voor het belang dat dit werkelijk in zich houdt. We zijn door een periode heen gegaan waarin we veel financiële lessen hebben kunnen leren over budgettering en toekomstplanning. Die vaardigheden die bij velen ingeprent zijn door de moeilijke omstandigheden die we meegemaakt hebben, kunnen nu nuttig toegepast worden als zegeningen die ons voorbereid hebben op wat nu voor ons ligt.

Structuur van de Ministry
Tenslotte is er nog één laatste aspect van de planning wat ik met jullie wil delen; het gaat over de structuur binnen de ministry en hoe die uitgebreid gaat worden. Evenwel, de effectieve toepassing hiervan kan enkele maanden tot zelfs een jaar op zich laten wachten. Het gaat hier om de toevoeging van een andere vorm van ordinatie. Momenteel hebben we een structuur die ingedeeld is in associate-elders, elders en senior-elders. In deze categorie is er sprake van slechts één verordinering (met handoplegging), waarna er slechts een verbale (geen handoplegging meer) verhoging is wanneer Gods ons ertoe leidt om iemand te verhogen tot meer verantwoordelijkheid. Dit is hoofdzakelijk iets voor in de toekomst en niet voor nu meteen, maar de training die nu gegeven wordt gaat om het ‘kleine’. Wanneer iemand getrouw is in het ‘kleine’ dan kan zo iemand ook getrouw zijn in het ‘grote’. De mate waarin iemand getrouw is in het ‘kleine’ onthult veel over hoe getrouw iemand zal zijn in de ‘grotere’ dingen die nog moeten komen – in het ‘vele’.

Na deze structuur van associate-elders, elders en senior-elders, zal er een nieuw niveau aan de ministry toegevoegd worden. Hoewel de (functie) titel van dat nieuwe niveau in de ministry op dit moment nog niet gekend is, gaan we een ordinatie instellen die zowel aan mannen als aan vrouwen gegeven kan worden, en die een grotere verantwoordelijkheid binnen de ministry zal inhouden. Zo’n ordinatie kan op zich een omschrijving als ‘ministerieel directeur’ of ministerieel dienaar’ meekrijgen. We zullen meer details geven over de taken en verantwoordelijkheden van deze mensen wanneer deze functies geïmplementeerd zullen worden. En natuurlijk is er daarna nog altijd de ordinatie tot evangelist en sr. evangelist, waarbij ook weer sprake is van één enkele ordinatie (met handoplegging) wanneer iemand voor het eerst tot evangelist bevorderd wordt. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat we in Gods werk nog meer evangelisten zullen aanstellen voor de wederkomst van Christus.

God Zegent Zijn Mensen
De laatste gedachte die ik in dit artikel met jullie wil delen is dat ik graag wil zeggen hoe inspirerend en opwindend het voor mij is dat God aan ons openbaart dat Hij zijn mensen wil zegenen, bemoedigen en voor hen in de bres wil springen. En Hij wil dit op veel grotere manier doen dan tijdens de 3 ½ jarige periode van getuigenis, omdat de bedoeling van die periode was om ons te beproeven en te testen. Gods Kerk is in versneld tempo klaargestoomd voor de tijd waarin wij ons nu bevinden, en God helpt ons nu om sterker en krachtiger in onze schoenen te staan. Zoals ik reeds zei, dit proces is reeds in gang gezet doordat verschillenden onder ons gezegend worden in hun job in dienstverband of in hun zelfstandige zaak. Daarenboven ben ik ook ontzettend onder de indruk van datgene wat God heeft laten zien betreffende Zijn verlangen om binnen Zijn Kerk op dit tijdstip veel meer genezing te geven. Er zijn nu meerdere gevallen bekend van mensen in Gods Kerk die snel, machtig en miraculeus genezen zijn van verschillende ziekten. Eén specifieke soort van genezing springt hier duidelijk bovenuit, en dit betreft vele gevallen van volledige genezing van kanker, waarbij er zelfs enkele gevallen zijn van mensen die in het allerlaatste stadium van kanker genezen zijn. Wij moeten God en Christus waarlijk dankbaar zijn voor zulke tussenkomst en voor het bemoedigen en versterken van Zijn mensen.

Hopelijk bevat dit artikel informatie en nieuws dat opwindend, inspirerend en motiverend is voor jou. God geeft ons de visie die we nodig hebben om Zijn werk te voltooien – een groot werk dat voor ons ligt!