Ronald Weinland

EEN TOENEMENDE TOEWIJDING – DEEL 1

God en Christus beginnen een veel dieper begrip te geven over de noodzakelijkheid om persoonlijk meer verantwoordelijkheid in het leven te nemen. Dit artikel zal ons helpen om een beter inzicht te krijgen in Gods wil, sinds het begin der tijden, wanneer het gaat over wat het werkelijk betekent om op een goddelijke manier verantwoordelijkheid te nemen in het leven, in tegenstelling tot onze zelfzuchtige motieven.

In den beginne
Van in het begin accepteerde de mensheid Gods wil niet, maar deed haar eigen wil, en keerde zich meer en meer inwaarts en werd uitermate egoïstisch. De mens werd geschapen met zowel het vermogen om goed en kwaad te doen (te leven) maar omdat de mensheid God verwierp als de enige ware autoriteit betreffende goed en kwaad, werd het ‘goede’ van de mensheid volledig gebaseerd op haar eigengereidheid in plaats van op goddelijke rechtvaardigheid.

Zonder Gods geest in je leven kan je de ware omvang van onze egoïstische en eigengereide menselijke natuur niet zien, noch toegeven. God moet dit openbaren, want het is een ‘geestelijke toestand’ in het menselijk verstand, dat enkel en alleen door Gods geest gecorrigeerd en veranderd kan worden. Die heilige geest kan alleen maar werkzaam zijn in het verstand van een mens die er echt naar verlangt, en er voor kiest en zich onderwerpt aan die transformatie (verandering)

‘Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen?’ (Jeremia 17: 9) Deze kennis is moeilijk te verteren voor de menselijke geest, hoewel God onomwonden aangeeft dat dit onomstotelijk de natuur van de mens is. Wanneer je deze waarheid over het reilen en zeilen van onze menselijke geest onder ogen kan zien, dan is dat zuiver een kwestie van wijsheid.

Het woord ‘hart’ in dit vers gaat over ons innerlijk denken, onze innerlijke overleggingen en onze bedoelingen die uit ons eigen denken, onze eigen geest, voortkomen. Dit vers laat ons verder weten dat de menselijke geest, met de geest essentie, volledig los van Gods heilige geest, ‘verderfelijk is.’ In de Engelse King James vertaling wordt dit Hebreeuwse woord vertaald als ‘ziek’ of ‘ongeneeslijk.’ In het volgende vers wordt dit woord nog beter vertaald, de betekenis wordt duidelijk door de context: ‘waarom is mijn pijn altoosdurend en mijn wond ongeneeslijk, en weigert zij genezen te worden.’ (Jeremia 15: 17)

De omvang van de verdorvenheid van de menselijke geest, die op zichzelf ‘ongeneeslijk’ is, begrijpen, maakt de andere verzen over genezing zo opwindend en prachtig Want het is Gods doel om de menselijke geest te genezen. ‘Ik (zegt de Eeuwige) zie hun (de mens’) wegen en Ik zal hen genezen; en Ik zal hun (diegenen die ervoor kiezen om te volgen) leiden, en hun vertroosting wedergeven, namelijk aan hun treurigen. Ik schep de vrucht der lippen, vrede, vrede degenen, die verre zijn, en degenen, die nabij zijn, zegt de Here, en Ik zal hen genezen. (Jeremia 57: 18 – 19)

Dit genezingsproces begint wanneer de menselijke geest (de geest in de mens) verwekt is door de heilige geest van God. De menselijke geest (de gedachten van de mens) is dan de permanente verblijfplaats van de heilige geest, zodat deze persoon kan beginnen veranderen, beginnen genezen te worden. ‘En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld (leven zoals anderen, egoïstisch leven), maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt beproeven (inderdaad beproeven en onderscheiden) wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. Het moet hier gezegd worden dat het Griekse woord voor ‘transformatie’ of ‘veranderen’ ‘metamorpho’ is. Dit betekent letterlijk ‘metamorfose.’ Dit is een drastische verandering!

Meneer Herbert W. Armstrong vereenvoudigde de betekenis van alle leven door te stellen dat er slechts twee manier van leven zijn: de ene manier is ‘geven,’ de andere is ‘nemen.’ Alleen Gods manier van leven is de weg van waarlijk ‘geven.’ De menselijke manier van leven is ‘nemen,’ totaal gericht op zichzelf en egoïstisch van aard. Alleen wanneer iemand Gods geest in zijn of haar leven ontvangt, kan deze persoon aan het levenslange proces van verandering en transformatie van ‘denken’ beginnen, om zo eenheid met Gods ware weg van ‘geven’ te bereiken, om zo constant Gods manier van ‘geven’ in de praktijk te brengen.

Nu wordt ons een dieper inzicht gegeven over hoe dit proces beter begrepen, geperfectioneerd en geleefd kan worden, omdat wij nu duidelijker zien dat wij een grotere controle over ons leven moeten nemen, in plaats van toe te staan dat het leven ons controleert. De realiteit is dat wanneer iemands egoïsme blijft bestaan, op welk niveau dan ook, deze persoon helemaal geen controle heeft over zijn leven. Deze persoon zal niet vrij zijn van de gevangenschap, zolang dit egoïsme zijn of haar leven beheerst.

Een toegenomen transformatie (verandering) van de geest
Het thema van dit artikel is het toegenomen proces van de transformatie, of verandering, van de geest. De Kerk heeft altijd onderwezen over deze transformatie van de geest, maar door de overvloed van openbaring van God aan Zijn Kerk op dit moment, is dit proces van transformatie van de geest geïntensiveerd en versneld. Dit is pas recent gebeurd in de Kerk, een ieder is beginnen te leren over een verkeerde manier van denken en over vooroordelen in de geest van alle mensen. Dit is sinds de schepping doorgegeven van generatie op generatie.

Na 6.000 jaar koos God om Zijn Kerk te onthullen dat de vloek over de vrouw tot een einde komt. Hij koos ook dit moment, nu, om meer over Zijn plan inzake een bepaald vers in Genesis te openbaren. Beide thema’s (het verwijderen van de vloek en wat God nu openbaart) begon in het begin, ten tijde van Adam en Eva. Beiden hadden een direct effect, een directe relatie, met de transformatie van de geest, waardoor dit een versneld en geïntensifieerd proces is.

Het verwijderen van de vloek: het begin van een intensievere transformatie (verandering)
God heeft de voorbije jaren de Kerk de rechtmatige plaats van de vrouw in het gezin, in de samenleving en in de Kerk zelf, geopenbaard. God begint deze vloek, die de wereld nu bijna 6.000 als het ware teistert, om te keren. Dit vereist echter een volledige verandering van denken over zulke zaken. Ware verandering, die oprecht en duurzaam is, kan alleen geestelijk plaatsvinden als gevolg van bekering en transformatie van de geest. Dit is slechts het topje van de ijsberg, want we bevinden ons nog maar in de beginfase van deze specifieke transformatie inzake de correcte manier van denken over vrouwen. Er is nog veel meer ‘werk’ op dat gebied te doen. Veel meer werk!

Een groot deel van Gods ‘goede nieuws’ (het evangelie) aan de wereld is dat deze zelfde transformatie zal zich tijdens het Millennium zal beginnen verspreiden over de gehele aarde. Dit zal vanaf het begin van het Millennium gebeuren. Dit kan zich alleen verspreiden over de hele wereld als de Kerk zelf groeit en zich uitbreid over de hele aarde, want het is een geestelijke transformatie van denken en daarvoor moet Gods geest in elk lid wonen. Wanneer Gods geest in de meeste mensen begint te wonen, zal datgene dat God altijd heeft willen laten bestaan in het gezin, in de samenleving, in de hele wereld ervaren worden.

In de tijd die voor ons ligt, zullen vrouwen op de correcte manier over mannen en over zichzelf beginnen te denken. Ook zullen mannen correct over zichzelf en over vrouwen beginnen denken. Gezinnen zullen zijn, zoals God het ontworpen had, als Zin geest in deze gezinnen begint te ‘heersen.’

Deze verandering in de menselijke geest zelf zal zorgen voor een enorme en dynamische vrede en tevredenheid in het leven, iets dat wij ons nu moeilijk kunnen voorstellen. De reden hiervoor is dat een dergelijke ‘mentaliteit’ nooit bestaan heeft, behalve in het leven van één persoon, Jezus Christus. IN de afgelopen jaren is dit slechts mondjesmaat (bij een klein aantal mensen) in de Kerk beginnen gebeuren en in veel mindere mate dan het uiteindelijk zal gaan gebeuren. Dit proces van transformatie of verandering van de geest is namelijk nog maar net begonnen. Deze snelle verandering, die zich over de hele wereld zal verspreiden, zal niet alleen het gezin veranderen, maar ook zal dit leiden tot grote veranderingen in de samenleving, op het gebied van entertainment, muziek, kleding, het bedrijfsleven, reclame enzovoorts, enzovoorts.

Een intensievere transformatie
Aan het eind van het leven van Herbert W. Armstrong begon God de diepere betekenis over de twee bomen in de Tuin van Eden te openbaren. Het enthousiasme van meneer Armstrong was opwindend, omdat hij gezegend werd om constant toe te voegen aan het geestelijk begrip hiervan. God gaf meer en meer duidelijkheid over de geestelijke betekenis van het verhaal van de eerste twee ouders op aarde.

Op dit moment geeft God extra openbaring en geestelijk begrip aan Zijn Kerk, inzake Zijn doel, in een ander vers in Genesis. Dit alles hoort bij elkaar en bouwt voort op de betekenis van die twee bomen. Het heeft te maken met wat er in Genesis 2: 15 staat.

‘En de Here God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren.’ Dit is al eerder gezegd over wat God nu openbaart. In deze artikelenreeks zal dit vers in Genesis besproken worden vanaf het begin is deze instructie van God door de mens verworpen en het wordt nu pas opnieuw door God geadresseerd, zodat dit in de Kerk kan beginnen veranderen en tijdens het Millennium door de mens toegepast kan worden.

Het is al eerder gezegd: ‘Het thema van dit artikel is het toegenomen proces van de transformatie, of verandering, van de geest.’ Dit toegenomen proces’ van de transformatie van de geest gaat over dat God deze tijd nu gekozen heeft om Zijn doel, vanaf het begin, te openbaren. Dit wordt nu aan de Kerk geopenbaard. Het proces heeft te maken met hoe God begon te openbaren dat de vloek over vrouwe verwijderd wordt en dat de Kerk nu anders begint te leven. Dit proces, wat God openbaart over ‘bewerken en bewaren’ en hoe God dit vanaf het begin bedoeld heeft, begint nu te voltrekken.

God heeft deze tijd, nu, gekozen om de zelfdestructieve koers van de mensheid om te draaien, beginnende in de Kerk. Dit zal een toegenomen bevrijding uit gevangenschap zijn, waardoor er een toename zal zijn van het ervaren van ware vrijheid. Dit is het begin van grote bevrijding (en verandering) van ‘egoïsme en nemen’, naar ‘geven.’

Wat wij nu meemaken is het begin van een overgang in de tijd. Deze dingen worden nu aan de Kerk geopenbaard, zodat de Kerk het nu kan beginnen te leren, te omarmen en er meer naar kan gaan leven. En dan, als het Millennium begonnen is en Gods enige ware Kerk zich over de hele wereld begint te verspreiden, zal er naar Zijn ware wegen en doel (die vanaf het allereerste begin vast lagen) geleefd kunnen worden.

Een paar jaar geleden hebben we gedeeltelijke de diepere betekenis van dit vers besproken, dat slechts gedeeltelijk fysiek van toepassing is. Terwijl wij leren, is dit ongelofelijk belangrijk op geestelijk vlak, het heeft een enorme invloed op ons fysieke leven. Dit is zeer juist, en het heeft veel meer invloed op ons, dan we ‘zagen’ toen hier voor het eerst over gesproken werd. Toen dit voor de eerste keer besproken werd, werd dit slechts gedeeltelijk gezien, in die zin dat het ‘weinig betekenis’ had in vergelijking met andere zaken die onderwezen werden. Wanneer deze artikelenreeks voltooid is, kan iedereen hopelijk zien hoe ongelofelijk belangrijk deze grootste transformatie in denken is. Deze transformatie zal grote verandering voortbrengen, te beginnen in de Kerk zelf.

Aangetrokken tot egoïsme
In het begin plaatste God Adam en Eva in een omgeving, waar er een overvloed van alles was. Alles wat zij nodig hadden om het menselijk leven te onderhouden, verbeteren en te verrijken was in de Tuin van Eden aanwezig. Niet alleen waren alle fysieke noodzakelijkheden om het menselijk leven te onderhouden aanwezig, ook datgene wat er nodig was om aan de geestelijke behoeften van de mens te voldoen, waren aanwezig. God zelf was bij hen, er was toegang tot de boom des levens, toegang tot geestelijke kennis, waarheid, begrip en de noodzakelijke geestelijke sterkte van God.

We kennen evenwel het verhaal deze twee ouders, die er niet voor kozen om alleen van de boom des levens te eten, maar kozen om van de boom der kennis van goed en kwaad te eten. De fysieke, menselijke natuur werd aangetrokken tot egoïsme, in plaats van te worden aangetrokken tot God ware weg, de weg van ‘geven.’

Vanaf het moment dat Adam en Eva kozen om van de verboden vrucht, werden zij hun eigen rechter, om te oordelen (bepalen) wat goed en kwaad was, in plaats van God als enige bron van zulke kennis te erkennen. Wij kunnen ongelofelijk veel leren van dit verhaal. Het gaat om wat er vanuit het menselijk hart, de geest van de mens, komt. Dit openbaart het ware doel en de intentie, dat louter gemotiveerd wordt door egoïsme.

Wat de mens als ‘goed’ beschouwd, lijkt op het eerste gezicht vaak overeen te komen met wat God zegt dat goed is. Maar de bron van een dergelijk oordeel is echter totaal anders. God zegt tegen de mens: ‘gij zult niet doden.’ Op het eerste gezicht, omdat zoveel mensen dit geloven, lijkt het alsof de mens het eens is met God, maar dat is hij niet! Het enige verschil en de feitelijke oppositie tegen God in deze, zit vervat in de betekenis, van de woorden ‘gij moogt niet doden.’

Van zichzelf is het menselijk redeneren egoïstisch. Het kan ‘lijken’ dat het in overeenstemming is met God, zoals bijvoorbeeld de meeste mensen het erover eens zijn dat moorden verkeerd is. Maar dit heeft niets met God te maken. De keuze van deze samenleving, die een afspiegeling is van het feit dat mensen het grotendeels eens zijn met elkaar, dat moord verkeerd is, is in overeenstemming met wat God over dit onderwerp in Zijn wet zegt. Echter, de keuze van de mens om zoiets te geloven, om een oordeel te vellen, een beslissing te nemen, is helemaal niet gebaseerd op het gebod van God. Het is slechts een egoïstische beslissing, gebaseerd op zelfbehoud. Dit is eenvoudig te begrijpen.

Zelfs het traditionele christendom begrijpt deze misleiding in het menselijk redeneren niet. Degenen die beweren dat deze wet van God goed is, en die ook geloven dat zij dergelijke beslissingen nemen omdat zij het eens zijn met God, geloven niet dat je al Gods wetten moet gehoorzamen. Zij gehoorzamen slechts die wetten die hen het beste uitkomen, die het beste bij hun egoïsme passen.


Er is een gigantisch verschil met het eens zijn met sommige dingen die God zegt en het eens zijn met God, omdat men daadwerkelijk gelooft dat God juist is in alle dingen. Alleen wanneer God iemand roept en deze persoon ‘geestelijke’ hulp geeft om te zien dat alleen Hij waarachtig is, dat alleen Hij in alle dingen gelijk heeft, kan iemand keuzes maken die niet gebaseerd zijn op egoïsme maar op het eens zijn met God, zodat God de bron is van die persoons oordelen en keuzes.

Eens geroepen en verwekt met Gods geest heeft iemand een overeenkomst, een verbond met God om zo egoïsme weerstand te bieden en zich te onderwerpen aan de persoonlijke verantwoordelijkheid die men heeft in dit verbond (gehoorzaamheid aan Zijn woord) Als iemand er niet in slaagt weerstand te bieden tegen egoïsme en men daar niet persoonlijk de verantwoordelijkheid voor neemt, dan moet men zich zo snel mogelijk bekeren van deze egoïstische keuze en er naar streven om opnieuw in overeenstemming met God te zijn, om alleen Zijn wegen te bewandelen.

Gedurende dit ‘jaar van toewijding’ moeten wij er naar streven een grotere inzet te hebben, om de persoonlijke verantwoordelijkheid te accepteren en toe passen inzake het ‘bewerken en bewaren’ dat God ons geeft.

Beginnende met het fysieke
De menselijke geest kan het geestelijke niet zien zonder de hulp van Gods geest. En zelfs met zulke hulp ‘werkt’ de menselijke geest altijd nog fysiek. God geeft geestelijk inzicht en wij leren door de fysieke wereld om ons heen. De voorbeelden hiervan zijn eindeloos. Het is goed om er een paar op te noemen.

God geeft ons de fysieke vergelijking van gist in het brood, om ons de geestelijke zaken te doen begrijpen. Gist is zonde, trots blaast op. Ongezuurde broden zijn vrij van zonden, vol oprechtheid, waarheid en gerechtigheid. Woorden zoals wind en water worden bijvoorbeeld gebruikt om Gods geest te beschrijven. Het woord ‘wierook’ wordt gebruikt om de gebeden van Gods volk te beschrijven. De uitleg van de fysieke tempel en de dienst in de tempel leidt tot een beter begrip van de geestelijke tempel en de vele aspecten van het werk en de dienstbaarheid in de geestelijke tempel. De ‘types’ en analogieën van zoveel fysieke zaken helpen om de geestelijke zaken te verduidelijken, vergroten en zelfs om hen nog prachtiger qua betekenis te maken.

Met betrekking tot wat ik eerder in dit artikel zei over dat we nog maar aan het topje van de ijsberg zijn, inzake de betekenis van Genesis 2: 15, zijn er een aantal eenvoudige fysieke voorbeelden gebruikt om uit te leggen wat Gods instructie om ‘te bewerken en te bewaren’ uit te leggen. Een eenvoudig en goed voorbeeld hiervan is het onderhoud en de verzorging van je eigen tuin. Hoe zorgen wij voor wat God ons gegeven heeft? Hoe zorgen wij voor, verbeteren of breiden wij datgene uit dat God ons geeft, waar wij de controle over hebben? Wat zijn de dingen die onder onze ‘eigen verantwoordelijkheid’ in het leven vallen?

Deel 2 volgt.