Ronald Weinland

EEN UITZONDERLIJKE 4 ½ JAAR – deel 3

In de laatste reeks artikelen hebben we ons gefocust op het onderwerp ‘rechtvaardig oordeel’. De conclusie was dat wij geoordeeld worden op basis van wat wij tot op dat tijdstip kunnen zien, weten en begrijpen. Daarom moeten wij iedere situatie onderscheiden en beoordelen in het licht van de ‘huidige waarheid’.

Totdat God in 1974 openbaarde dat Pinksteren op Zondag gehouden moest worden, werden Gods mensen geoordeeld naar datgene dat God hen tot dan toe (tot op dat tijdstip) geopenbaard had, dus voor Hij de bijkomende waarheid betreffende Pinksteren gaf. Het tijdstip waarop die bijkomende waarheid geopenbaard zou worden, lag volledig in Gods handen. En daarom waren Gods mensen verplicht om op Maandag samen te komen totdat die verandering in 1974 werd doorgevoerd; en men geoordeeld werd op de reactie op en gehoorzaamheid aan wat zij tot op dat moment wisten.

Dit voorbeeld leert ons veel over hoe en waarom God met ons werkt zoals Hij doet (hierover is reeds al veel behandeld). Het leert ons ook veel over hoe Gods regering in onze levens werkt, door het leiderschap waarvan Hij besloten heeft het in handen van Zijn apostelen en profeten te leggen. God heeft ervoor gekozen om Zijn Kerk op die manier te structureren. Op deze manier schept Hij Elohim in een ieder die Gods regering en de manier waarop (door Zijn dienaren, die Hij aanstelt) God waarheid aan hen openbaart, aanvaardt: ‘(Wij worden) gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Here.’ (Efezen 2: 20-21)

God leidt en geeft Zijn Kerk op geen enkele andere manier aanwijzingen. Daarom is datgene wat er gebeurd is in de meer dan 600 splintergroeperingen, die ontstonden na de Apostase in 1994 en de daaropvolgende verstrooiing van de Kerk, ook zo absurd. Er kan maar één Kerk Gods Kerk zijn, door wie Hij werkt. Per definitie kan niets anders deel van Gods regeringsstructuur uitmaken, omdat dit tegenstrijdig zou zijn aan Gods hiërarchie van eenheid en eensgezindheid in het onderwijs en het geloof van Zijn volk. Er kunnen geen mensen zijn die ‘alleen zijn of op je eigen houtje zitten’ zonder leiding van een apostel; omdat dit gewoonweg de manier is waarop God werkt in Zijn Kerk: ‘Gij nu zijt het Lichaam van Christus en ieder afzonderlijk Zijn leden. En God heeft sommigen aangesteld (een woord gebruikt om een rangorde en een positie in de regering aan te duiden) in de gemeente: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars,…’ (I Corinthen 12: 27-28)

De identiteit van Gods Kerk en waar Hij werkt, is een fundamentele waarheid. Dit is onlosmakelijk verbonden met de eerste grote waarheid die terug ingevoerd (hersteld) werd in Gods kerk door Herbert W. Armstrong – de waarheid over Gods ‘regering’. God beproeft en test Zijn Kerk om aan het licht te brengen wie deze waarheid betreffende ‘regering’ wel rechtvaardig en wie ze niet rechtvaardig beoordeelt. God eist dat eenieder zichzelf en ‘zijn’ groep of organisatie beoordeelt aan de hand van deze meest fundamentele waarheid over Zijn regering.

Het grootste bewijs van Gods ware Kerk
Tijdens het Loofhuttenfeest van 2005 maakte God een groot onderscheid tussen Zijn Kerk en alle andere verstrooide groeperingen, die gevormd werden na de Apostase. God deed dit door Zijn Kerk, ‘the Church of God – Preparing for the Kingdom of God,’ de 42ste Waarheid te openbaren. Geen enkele andere verstrooide groep gelooft deze waarheid!

De 42ste Waarheid is: ‘God de Vader is Jahweh Elohim en Hij alleen heeft eeuwig bestaan. De leerstelling dat Jezus Christus altijd heeft bestaan is een overblijfsel van de katholieke/protestantse drie-eenheid. Er is slechts één Almachtige God die eeuwig bestaan heeft.’ (zie ‘De 57 Waarheden van God’)

De reden waarom deze waarheid in dit artikel behandeld wordt is om te verduidelijken dat deze waarheid, meer dan alle andere die na de Apostase geopenbaard werden,bewijst waar Gods ware Kerk is en door wie God werkt als Zijn apostel voor deze eindtijd. Door deze waarheid wordt de identiteit van Gods Kerk vastgelegd! Geen enkele andere groep of organisatie uit de Apostase gelooft of onderwijst deze belangrijke waarheid. Pas nadat God deze machtigste waarheid tot dan toe geopenbaard had aan Zijn Kerk, begon Hij het boek ‘2008 – Gods Laatste getuigenis’ aan mij te inspireren.

De identiteit en het grootste bewijs van Gods Ware Kerk in de eindtijd tot aan de wederkomst van Jezus Christus, kan alleen ontvangen worden door diegenen aan wie God dit geeft. Wanneer God zo’n ‘huidige waarheid’ eenmaal geopenbaard heeft, dan wordt eenieder aan wie dit geopenbaard werd, individueel geoordeeld aan de hand van hun eigen oordeel betreffende ‘waar’ God werkt en hun oordeel over die specifieke waarheid. Voor diegenen die hierom de ware Kerk van God verlaten hebben en verwijderd zijn, berust hun oordeel enkel en allen op deze waarheid. Eenieder die waarlijk rechtvaardig oordeelt, moet oordelen of zij deze 42ste Waarheid (21ste van de waarheden geopenbaard tijdens Laodicea)) geloven. Indien iemand deze waarheid gelooft en zich toch afscheid van Gods Kerk (PKG), dan verergeren zij het oordeel tegen zichzelf, omdat zij weten dat er niemand anders is die deze waarheid gelooft en onderwijst. Alleen Gods ware Kerk doet dit!

Begrijp je hoe groots en belangrijk het is dat deze grote waarheid maar door éénverstrooide groep onderwezen en geloofd wordt?

Het is belangrijk om er nu op te wijzen dat er nog een belangrijke reden is waarom deze waarheid geopenbaard werd wanneer zij geopenbaard werd. Tegen het einde van Sardis waren er nog maar drie waarheden overgebleven; en toen werd Herbert W. Armstrong geroepen om de Kerk tijdens het Filadelfia tijdperk te herstellen. Satan en de demonen hadden tegen de tijd dat de Kerk op sterven na dood was, de wereld danig misleid en verward gemaakt. maar God begon aan een nieuw tijdperk door middel van Mr. Armstrong. De waarheid die Satan met veel inspanning vernietigd had werd in het Filadelfia tijdperk hersteld en nieuw leven ingeblazen.

Één van de ergste aanvallen van Satan tegen de waarheid, was toen hij begon met de wereld te misleiden over God Zelf. Dit gebeurde in 325 na Chr. met het Concilie van Nicea waar de doctrine over de ‘Drie-eenheid’ ingevoerd werd. Het duurde tot dat Loofhuttenfeest in 2005 om deze valse doctrine volledig te ontkrachten, zodat zij niet langer enige invloed op Gods Kerk, the Church of God – PKG, zou hebben.

Het herstellen van deze grootse waarheid (de 42ste Waarheid) nam Satans laatste grote misleiding van Gods Kerk weg. Deze leugen had een grote invloed op Gods Kerk, en vervormde totaal het beeld van Gods eeuwige majestueusheid en het belang dat Christus’ leven begon als mens als ons Paschalam. De timing van de openbaring van deze waarheid was zo belangrijk voor de gebeurtenissen die daarna plaatsvonden, omdat dit Gods Kerk bevrijdde en een snellere geestelijke groei, inzicht en groter geloof mogelijk maakte. Dit speelde een grote rol in hoe Gods Kerk in de richting van het unieke tijdperk van ‘Gods laatste getuigenis’ geduwd werd.

Het is al vaak aan Gods mensen gezegd dat zij regelmatig alle waarheden die God ons gegeven heeft, terug moeten doornemen. Inderdaad, de grootste en meest diepgaande waarheid voor Gods Kerk in deze eindtijd is die 42ste Waarheid. Gods waarheden zijn onze macht en kracht. De waarheid maakt ons vrij. Door het ‘woord der waarheid’ worden wij verwekt. Door het ‘woord der waarheid’ groeien wij. EN, door deze ene belangrijke waarheid zouden Gods mensen het grootste vertrouwen, geloof, kracht en grootste zelfverzekerdheid ooit moeten hebben over waar Gods ware Kerk vandaag is – over waar God werkt en hoe Hij Zijn volk leidt. Je kan nergens anders naartoe, waar Gods waarheid door Gods ministry van Sabbat tot Sabbat en van artikel tot artikel, onderwezen wordt.

Gods voorbereiding voltooid
Toen God Zijn Kerk eenmaal volledig hersteld had op Pinksteren van 1998, begon Hij haar voor te bereiden op de laatste getuigenis die Hij zou vastleggen voor de ‘zaak’ of de ‘controverse’ van Sion.

De meeste waarheid die God aan de Kerk begon te geven ging over de Apostase en de eerste drie Zegels van Openbaring die geopend waren. Deze waarheden waren nieuw voor de Kerk, omdat zij te maken hadden met profetieën die pas vervuld waren in deze eindtijd.

Maar de eerste grote waarheid die vele eeuwen nadat zij gegeven was ‘hersteld’ werd, was een waarheid die kort nadat zij aan de apostel Johannes geopenbaard werd verloren ging. Er was geen enkele verstrooide groep die deze waarheid begreep of onderwees, en hoewel er nu één verstrooide groep is die sindsdien probeert om dit onderwerp te behandelen zijn zij nog verre van in staat om het begrijpen. Die waarheid die ‘hersteld’ werd, is Waarheid 35 (14de van de waarheden geopenbaard tijdens Laodicea).

Deze waarheid stelt: ‘Wij begrijpen dat Jezus Christus ‘voortdurend in het vlees komt’ bij hen die in de Kerk van God zijn.’ (De 57 Waarheden van God). Dit heeft natuurlijk te maken met Johannes 14 en andere gelijkaardige verzen in I Johannes 4 en 2 Johannes, die door de verstrooide Kerken fout geïnterpreteerd worden als eenletterlijke komst van Jezus Christus naar aarde in het verleden of in de toekomst. Dit was de eerste grote waarheid die in the Church of God-PKG hersteld werd, en die het grote onderscheid is tussen de Kerk en alle andere groepen. Tot op dat moment was dit de belangrijkste waarheid die aan PKG geopenbaard werd, en het is een bewijs en een identificatie van waar en door wie Hij, God, werkt.

We hebben al behandeld wat God 7 waarheden later openbaarde in de 42ste Waarheid (21ste waarheid van de waarheden geopenbaard tijdens Laodicea), wat het grootste bewijs is betreffende de ware identiteit van Zijn Kerk. Dit werd later gevolgd door nog een andere waarheid, de 50ste Waarheid, die een grote beproeving voor Gods Kerk was, omdat iedereen hierdoor individueel getest werd in hoeverre zij getrouw God zouden volgen waar Hij ook leidt. Het was deze waarheid die Gods Kerk lanceerde in de 3 ½ jaar van getuigenis aan de wereld, over de wereld. Dit bereidde de Kerk ook voor op het jaar (Gods profetische dag, voor Zijn Kerk) dat na de 3 ½ jaar van Gods getuigenis zou volgen, Hij zou Zijn Kerk wraken over de ‘zaak’ van Sion.

Bovenop alle ongelooflijke waarheden die God aan Zijn volk gaf, begon Hij in 2007 en 2008 ook grote aantallen mensen in Zijn Kerk te roepen. Er zouden nog meer mensen geroepen worden, maar tegen de tijd dat Gods laatste getuigenis zou beginnen was de Kerk voorbereid op een ongelooflijke en unieke ervaring van Gods scheppingskracht, waarmee Hij ‘verandering’ (metamorfose) in ons tot haar grootste hoogtepunt tot dan toe zou brengen.

God vormde en bewerkte de gebeurtenissen en de timing ervan dusdanig, dat de Kerk 4 ½ jaar kon ‘staan’, in één van de meest buitengewone periodes die God volk ooit heeft meegemaakt.

Gods Werk
Jezus gaf een simpel antwoord aan de Joden toen zij Hem veroordeelden nadat Hij een man op de Sabbat genezen had: ‘Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook.’ (Joh. 5: 17) In die tijd waren God en Jezus Christus bezig met te werken aan een ‘getuigenis’ over Jezus Christus als het Paschalam en de Messias voor de hele mensheid. Die getuigenis werd in de Bijbel opgetekend ten behoeve van de Kerk die zou volgen, omdat Gods grote werk draait om de schepping van Elohim. Na 2.000 jaar en zeven verschillende tijdperken van Gods Kerk, was de Kerk klaar gemaakt voor een andere belangrijke tijd van getuigenis.

God en Christus werkten met een restant van de Kerk na de Apostase, om dit klaar te stomen voor een belangrijke oorlog in de toekomst. We begrijpen de volledige betekenis van de data en de timing die volgde op de 4 ½ jarige periode nog niet, maar God blijft meer en meer aan ons openbaren zoals Hij dit altijd gedaan heeft. Gods Kerk streeft ernaar om altijd op elk moment in de tijd te oordelen naar de ‘huidige waarheid’; en als iedereen dit rechtvaardig doet, dan zal iedereen hiernaar leven – in geloof – want daarnaar worden wij geoordeeld.

De Kerk had vóór December van 1994 geen concreet beeld van de ‘grote afvalligheid’ (de Apostase) die over de Kerk zou komen. Maar toen dit eenmaal gebeurde moest de Kerk (de leden en de ministry) rechtvaardig oordelen wat er gebeurd was. Er waren een aantal fundamentele vragen die beantwoord moesten worden. Waren wij Gods Kerk? En indien wij Gods Kerk waren, hoe kon het dan dat wij datgene wat na 17 December 1994 plaatsvond, ondergingen? Dit leidde ertoe dat velen gingen zien dat de organisatie (Worldwide Church of God) niet de Kerk was, maar dat de Kerk het geestelijke Lichaam van Christus is. Dit was nog niet volledig doorgedrongen tot iedereen in de Kerk, hoewel Herbert W. Armstrong dit meermaals benadrukt had, voordat hij overleed in 1986.

Dus, wat gebeurde er met het geestelijke Lichaam van Christus? Het antwoord had duidelijk moeten zijn maar dat was het niet, omdat de Kerk geestelijk zo lauw en verzwakt was geworden. Naarmate God sommigen zegende, hen wakker maakte uit die geestelijke loomheid en slaap, begonnen de antwoorden duidelijk te worden (geopenbaard te worden). Gods Kerk was verstrooid; geestelijke hongersnood greep overal om zich heen. Een Apostase had plaatsgevonden, en de identiteit van de ‘mens der wetteloosheid’ die ook de ‘zoon des verderfs’ voor deze eindtijd was, werd duidelijk gemaakt. Maar het merendeel van het verstrooide Lichaam kon zich niet genoeg vernederen om de Apostase te erkennen, noch hun ware geestelijke toestand onder ogen zien. Want als zij dit gedaan zouden hebben, dan zouden zij erkend hebben dat zij Laodiceanen waren. Deze mensen wilden niet rechtvaardig oordelen over de ware identiteit van Gods Kerk, over de ‘huidige waarheid’ en over de feiten en de gebeurtenissen die hadden plaatsgevonden. Maar God onderwees Zijn mensen in Zijn overblijvende Kerk hoe zij zulke zaken rechtvaardig moeten oordelen, opdat Hij hun nog veel meer waarheid zou kunnen openbaren.

Nu is een tijd aangebroken dat van Gods mensen opnieuw verwacht wordt dat zij dit soort van rechtvaardig oordelen toepassen. Net zoals toen God toestond dat de Apostase in Zijn eigen Kerk zou toeslaan. Wij moeten nu oordelen op basis van de ervaringen die God aan Zijn Kerk gegeven heeft, op basis van de ‘huidige waarheid’ en op basis van de gebeurtenissen en de omstandigheden die reeds hebben plaatsgevonden. Als wij weten dat dit Gods Kerk is, dan kunnen wij blijven ‘rechtvaardig oordelen’. Als je dit niet weet en je niet diep overtuigd bent van die waarheid, dan zal je vanuit je ‘eigen geloof’ en visie, zoals ‘jij het ziet’ oordelen (precies zoals na de Apostase gebeurde). Daarom is de fundamentele kennis die geleerd kan worden uit de 35ste, de 42ste en de 50ste Waarheid zo belangrijk om de ware identiteit van Gods ware Kerk te zien, en te weten waar en met wie God werkt in Zijn voortdurende scheppingswerk van Elohim. Het is ook belangrijk om te weten dat de 49ste Waarheid dit overduidelijk zal maken aan Gods Kerk die verstrooid werd na de Apostase.

God geeft Waarheid en openbaart fouten
De Kerk werd gedurende 2008 beproefd en getest in de ‘huidige waarheid’ van God, zoals al eerder in deze reeks artikelen aan bod kwam. God gaf de Kerk die zaken die nodig waren om de 4 ½ jaar, (die eindigden op 19 Mei 2013) en waarop Hij Haar had voorbereid, te kunnen doorstaan. Dat Christus op een Pinksteren zou wederkeren en niet op een Trompettenfeest, was vastgelegd. Te midden van dit alles had God ook al geopenbaard wie Zijn twee eindtijdgetuigen waren, en dat 2008 het begin zou zijn van Zijn laatste getuigenis. We wisten alleen niet wat dit allemaal betekende, maar oordeelden op basis van de ‘huidige waarheid’, op dat wat God in ons gevormd en gekneed had.

Herbert W. Armstrong had nog niet die verfijndheid gekregen inzake oordeel en inzicht, en hoe wij naar de ‘huidige waarheid’ geoordeeld worden; maar God gebruikte Mr. Armstrongs ervaring wel om dit inzicht en die openbaring aan ons in deze eindtijd te geven. Toen Mr. Armstrong dieper inging op het belang van de 19-jarige tijdscycli in Gods werk en de opdracht die God aan hem gegeven had, ging hij ook dieper in op een aantal belangrijke punten. Hij legde uit dat hij geen profeet was. Hij gaf ook uitleg over het boekje ‘1975 in de Profetieën’.

Het is nuttig om, nu we op dit punt gekomen zijn, een deel te citeren uit Mr. Armstrongs rubriek ‘Personal’ in het ‘The World Tomorrow’ magazine van Februari 1972 (deze artikels kunt u in het Engels raadplegen op de Kerk website, onder Mr. Armstrongs Publications). Er zijn een aantal uitreksels die ik in dit deel van het artikel zal aanhalen waar ik gaandeweg commentaar aan zal toevoegen.

“Laat mij deze vraag aan u stellen. Kent u een grote, gevestigde en erkende actieve Christelijke denominatie die openlijk heeft toegegeven dat zij fout was in haar leer, die haar fout rechtzette en zich vervolgens tot de waarheid keerde?’

In Mr. Armstrongs tijd kon deze vraag alleen maar gesteld worden in verband met het verschil tussen Gods Kerk en alle traditionele Christelijke kerken. Vandaag echter zou deze vraag toegepast moeten worden op alle verstrooide kerken van na de Apostase….maar men doet dit niet. Nochtans heeft elke waarheid die aan de Church of God-PKG geopenbaard werd, nadat de 21ste aan Mr Armstrong geopenbaard werd, fouten in de Kerk aan het licht gebracht.

De 22ste Waarheid openbaarde dat er een Apostase geweest was. Dit ontkennen stond gelijk aan het verwerpen van Gods Kerk. We begonnen toe te geven dat wij fout geweest waren en dat wij niet onderkend hadden wat God geprofeteerd had, wat er inde Kerk in de eindtijd zou gebeuren. Dit leidde op zijn beurt tot vele andere waarheden die verbonden waren aan de Apostase en aan Gods Kerk, die tijdens de geprofeteerde eindtijd duidelijk zouden worden. Al deze waarheden openbaarden fouten die wij moesten rechtzetten.

De 33ste Waarheid was de eerste die een fout van voor de Apostase, aan het licht bracht. Die waarheid ging over het feit dat er geen letterlijke fysieke plaats van bescherming is. Wij aanvaarden de duidelijke waarheid dat ‘Petra’ in de Bijbel altijd gaat over God die onze plaats van bescherming is; zoals Hij ook onze burcht, onze Bevrijder, ons Schild, onze Vesting etc. is (zie Psalm 18). Inderdaad God is onze rots, onze Petra.

Na het Filadelfia tijdperk, verdergaand in de eindtijd na de Apostase, richtten wij onze aandacht niet op de ‘fouten’ wanneer God nieuwe waarheden aan ons openbaarde. Wij richtten onze aandacht op de geopenbaarde waarheid en de positieve verandering en geestelijke groei die Gods ons daardoor gaf. Effectief gaven we zodoende ook onze fouten toe. We gingen zo met de veranderingen en de nieuwe waarheid om doordat wij in God Kerk voortdurend groeiden in geestelijke volwassenheid, en omdat God ons lietzien dat Hij de volledige controle in handen heeft over wat wij op elk gegeven moment in de tijd kunnen gaan zien. De openbaring van waarheid ligt volledig in Zijn handen, en ook het wanneer. En wanneer Hij ons meer geeft, dan hebben wij minder fouten omdat Hij ons meer en meer naar het licht leidt, steeds verder uit het duister. Waarheid zien heeft niets te maken met ons talent of ons intellect, maar is volledig afhankelijk van God. In het afgelopen jaar heeft God ons geholpen om dit proces aan te gaan duiden als de ‘huidige waarheid’, want Hij is het die de waarheid voortdurend aan Zijn mensen openbaart. Aan ons is slechts de keuze om dit te accepteren en te volgen….of niet.

Laten we nu verder gaan met uitreksels uit die rubriek ‘Persoonlijk’ van Mr. Armstrong: “Maar zijn zij allemaal perfect en correct in hun onderwijs? En indien dit zo zou zijn, waarom zijn er dan geen twee groependie het op alle punten van doctrineeens zijn? De reden is dat zij allemaal wel degelijk fouten in hun leer hebben, maar zij zijn bang om dit toe te geven omdat zij vrezen dan leden te zullen verliezen.”

“Zodoende hebben zij de mensen dusdanig opgevoed dat zij een leider, of een kerk, of een werk van God fout niet kunnen vertrouwen als er een fout in hen gevonden kan worden. Een fout toegeven of rechtzetten staat gelijk aan gebrandmerkt worden als valse profeet!”

Die kritische kijk is vandaag de dag nog groter voor Gods Kerk, omdat God mij opgedragen heeft om te verkondigen dat ik voor Zin Kerk in deze eindtijd zowel Zijn profeet als Zijn apostel ben. Als profeet heeft God mij veel te verkondigen gegeven over wat er in de Donders en in de Trompetten te gebeuren staat, wat leidt tot de wederkomst van Jezus Christus. Als apostel heb ik gewerkt met alles wat God tot op elk gegeven moment in de tijd geopenbaard had, en ik heb de Kerk zodoende binnen die parameters van ‘oordeel’ onderwezen.

Aan het begin van de 1.335 dagen verwachtten wij dat er grote ‘fysieke’ verdrukking over de wereld zou beginnen te komen. De Donders namen in kracht toe, en het wereldtoneel stond klaar voor de financiële ineenstorting van de Verenigde Staten en de wereldeconomie. Maar Gods tijd daarvoor was nog niet gekomen. De Kerk was fout in haar overtuiging dat de 3 ½ jaar over fysieke verwoesting ging. Dat zal nog komen, maar in een ander tijdskader dan wij voorheen geloofd hebben.

27 Mei 2012 was niet de datum van de wederkomst van Christus, en ook 19 Mei 2013 niet. Deze data zijn profetisch van groot belang, en gedurende deze periodes vonden er ook grote gebeurtenissen plaats, maar niet de letterlijke wederkomst van Christus. Zoveel is duidelijk. Dus net zoals we na de Apostase deden, proberen we nu ook te oordelen wat wij doorstaan hebben onder de ‘huidige waarheid’, en terwijl wij dit doen zal God ons meer en meer openbaren, zoals Hij voordien ook altijd gedaan heeft. Want Hij gebruikt dit procedé op krachtige wijze, om ons dieper te overtuigen van de waarheid die Hij aan ons openbaart wanneer Hij dit verkiest te doen.

Wij weten wie wij zijn. Wij zijn Gods Kerk en de waarheden die God geopenbaard heeft, getuigen van die waarheid. Geen enkele andere groep of organisatie onderwijst en gelooft alle 57 Waarheden.

Dus ja, wij hebben fouten gemaakt. Ik heb fouten gemaakt. Maar God leidt ons tot grotere waarheid en geestelijke volwassenheid. God heeft niet alleen toegestaan dat er fouten waren in Zijn Kerk doorheen de tijd, maar Hij heeft het zo ontworpen en gepland. Een dergelijke verklaring zou waarschijnlijk de meeste mensen die niet in onze gemeenschap zijn verwarren en verbijsteren, maar de les van Pinksteren 1974 zou een eerlijke en rechtvaardige afspiegeling moeten zijn over Gods macht om Zijn eigen Kerk te leiden.

We zullen verdergaan met fragmenten uit de ‘Personals’ van Meneer Armstrong: ‘Je kunt je afvragen of ik het gevoel heb dat wij in dit Werk veel fouten hebben en de mensen misleiden. Nee! Er zijn niet veel fouten die wij moeten rechtzetten. Maar elke keer dat wij fouten rechtgezet hebben, hebben we één fout minder. Als we nu nog van eventuele fouten wisten, dan zouden we ze veranderen! Indien en wanneer we er een vinden in de toekomst zullen we die corrigeren! Degene die dat principe volgt is het meest vrij van fouten!’

Dit is wat inderdaad wat later gedaan werd in 1974 met de openbaring dat Pinksteren op een Zondag en niet op een Maandag gevierd moet worden.

‘Een dergelijke fout toegeven is een van de meest betrouwbare bewijzen om de mensen door wie de levende Christus werkt en wie Hij gebruikt te identificeren!’

God heeft ons voorbereid
Door alle ervaringen en de openbaring van de waarheid die God Zijn overblijfsel Kerk gegeven heeft en de inspiratie voor twee belangrijke boeken die geschreven zijn, is de kleine kern van deze overblijfsel groep door God voorbereid om de laatste voorbereiding op wat gaat volgen, in te gaan. De jaren 2007 en het grootste deel van 2008 waren de jaren van deze laatste voorbereiding, door testen en beproevingen, alsmede een snelle groei. Deze geschiedenis wordt besproken in deze reeks artikelen.

Dan kwamen we aan bij de datum, waarvan wij volledig begrepen dat dit te maken had met de ‘laatste countdown’ tot Christus’ wederkomst. Dat was het Trompettenfeest van 30 September 2008. Inderdaad, de aftelling van de 1.335 dagen begon toen, maar wij bevatten niet waar het toe zou leiden. Hoewel ik het boek ‘2008 – Gods Laatste Getuigenis’ geschreven heb, begreep ik de omvang of het belang van die getuigenis niet.

In het begin, vanwege ons geloof over de 3 ½ jaar verdrukking, waren er ‘verwachtingen’ die erg ingebakken waren in onze gedachten, over wat er met de wereld zou gebeuren en wanneer. En dit zou veranderen. Naarmate we verder en verder in die 3 ½ jaar kwamen was het duidelijk dat de 2de Trompet nog niet afgegaan was. God begon te openbaren dat deze periode rond een ‘getuigenis’ draaide en niet rond de eindtijdverdrukking. Het inzicht of de kennis hierover is blijven groeien, en groeit zelfs nu nog.

God had ons voorbereid op deze periode. En waar ging het allemaal om? Waar zijn wij op voorbereid?

Wij hebben deze periode van 3 ½ jaar nogal vrijelijk geïnterpreteerd, en soms de periode van de 1.335 en 1.290 dagen beschouwd als behorende tot die 3 ½ jaar. Het is allemaal een kwestie van interpretatie, zolang wij de context maar begrijpen. De realiteit is dat deze periodes volledig met elkaar verbonden zijn. De letterlijke periode van 3 ½ jaar begon toen de twee getuigen een groot deel van hun rol (als 2 getuigen) begonnen te vervullen, maar deze 2 periodes (1.335 dagen en 1.290 dagen) gingen daar aan vooraf. Deze twee belangrijke gebeurtenissen zouden de Kerk in een nieuw en belangrijk tijdperk van de vervulling van Gods plan en doel binnen leiden, nog voordat alle Trompetten zouden klinken en Zijn Zoon zou terugkeren om Gods Koninkrijk, dat deze aarde zal regeren, te vestigen.

In het volgende artikel zullen we verdergaan met wat God geopenbaard heeft over deze periode en de belangrijkheid van de 1.335 dagen van Daniel.