Ronald Weinland

Ordinaties en de Kerk – Deel 3

In deze reeks artikelen hebben we ons geconcentreerd op het feit dat God een ministry aan Zijn Kerk gegeven heeft. Zoals besproken, is het hoofdzakelijke doel van die ministry om mensen in de kerk tot volwassenheid (geestelijke) te begeleiden, zodat zij mettertijd veranderd kunnen worden in Elohim.

En zoals we ook reeds aanhaalden, die structuur (de ministry) is in leven geroepen om Gods mensen te leiden, te onderwijzen, te begeleiden en te dienen, en dit alles gebeurt door middel van onvolmaakte mensen.

De allerbelangrijkste opdracht (verantwoordelijkheid) voor iedere minister is om Gods waarheid (Zijn woord) ‘getrouw’ tot anderen te ‘spreken’. Dit kan zijn tijdens het counselen (raadgeving), in preken of zelfs gewoon in gesprekken met anderen. Vaak wordt door anderen aan de woorden van iemand die geordineerd is meer belang gehecht, en vaak wegen hun woorden ‘zwaarder door’ in de ogen van anderen. Daarom ligt er ook een grotere verantwoordelijkheid op de schouders van iedere minister en wordt van hen een hogere standaard geëist. Want als hun woorden niet volledig in overeenstemming met God zijn, dan kan dit bij anderen leiden tot verwarring, verdeeldheid, een slechte houding en zelfs opstandigheid. De verantwoordelijkheid voor zo’n invloed zou nooit licht opgevat mogen worden, maar de geschiedenis van de Kerk leert ons dat vaak wel licht opgevat en niet begrepen is, en vaak zelfs verkeerd gebruikt is om anderen over te halen tot ‘hun eigen’ manier van denken die niet in overeenstemming is met die van de Kerk en van God.

Dus er zijn veel manieren waarop ministers getrouw Gods woord moeten spreken tegenover anderen, en dit beperkt zich zeker niet tot het kleine groepje ministers die het meest ‘gezien’ worden en erkend worden doordat zij Sabbat na Sabbat de preken geven. Nogmaals, dit ‘getrouw spreken’ kan op vele manieren geestelijk vervuld worden; het houd evenzeer alles wat geschreven wordt en zelfs het levende voorbeeld wat gesteld wordt in, en ook alle andere omstandigheden waar communicatie met anderen aan te pas komt.

Maar God verlangt van iedereen die in de Kerk geroepen wordt en allen die tot de ministry geroepen zijn, dat zij Hem getrouw dienen. Het is evenzeer doelbewust zo ingesteld dat iedereen over een vrije wil en vrije keuze beschikt, want God ‘dwingt’ niemand in het Lichaam van Christus om getrouw te zijn. Maar Hij zal wel iedereen getrouw ‘maken’ als het verlangen in de mens is om zich vrijwillig te onderwerpen aan dat proces in hun leven. Hetzelfde geldt voor de ministry. God dwingt niemand van hen om getrouw te zijn. Zodoende is het eenieders persoonlijke verantwoordelijkheid om te oordelen of wat zij horen en zien (voorbeeldfunctie) van alle anderen in overeenstemming is met Gods wil, en wat niet in eenheid en harmonie met Gods wil is. Niemand kan iemand anders er de schuld van geven als zijzelf besluiten om de verkeerde woorden en acties van anderen te volgen; zelfs niet als een minister afwijkt en woorden die verdeeldheid veroorzaken begint te spreken.

Vrije Keuze
Zoals bij alles in Gods schepping, is het het element van de ‘vrije wil’ dat als geen ander voorziet in een unieke manier van onderwijs en leren, die op geen enkele andere manier bewerkstelligd kan worden. Het engelenrijk ondervond het resultaat daarvan, toen bijna één derde van deze uit geest samengestelde wezens verkoos om zich niet langer te onderwerpen aan de ‘weg’ van hun Schepper. Twee derde van het engelenrijk werd door deze ervaring gesterkt en meer overtuigd van Gods wegen.

Door die specifieke menselijke natuur die wij allen hebben (of we nu een lid van het lichaam van Christus zijn of daarbovenop een grotere verantwoordelijkheid gekregen hebben door een ordinatie) zullen sommigen een ‘weg’ kiezen die niet van God is, en zullen zodoende een  voorwerp tot oneer worden.

God stelde dit procedé van ‘vrije wil’  in om zowel in het engelenrijk als in de Kerk te werken, teneinde Zij schepping te testen, te beproeven en te zuiveren opdat zij allen tot een grotere overeenstemming en eenheid met Hem zouden kunnen komen. Dit heeft nog meer te maken met wat Paulus zei over de structuur van de ministry in de Kerk, omdat dit aspect van ‘de vrije wil’ ook werkzaam is in het proces dat Paulus beschrijft binnen de structuur van en het doel met ministry in Efeze.

Paulus vervolgde met te zeggen dat deze structuur diende om ‘tot de opbouw van het lichaam van Christus’ (Efeze 4:12). Men kan het zo opvatten dat wat Paulus hier beschrijft betekent dat de ministry ei zo na perfect is, omdat haar opdracht tenslotte is om de heiligen te ‘perfectioneren’ (volwassen te maken), samen met Gods werk van dienstbaarheid (de ministry) aan Zijn Kerk en het opbouwen van het Lichaam van Christus. Echter het zou ‘iedereens’ doel in Gods Kerk moeten zijn, om op zulke wijze Gods Kerk (elkaar) getrouw te dienen. De realiteit is dat allen in het Lichaam van Christus de menselijke natuur bezitten, en dat sommigen zich uit vrije wil afkeren van God – zelfs in de ministry. Maar ook die voorbeelden van mensen die ‘voorwerpen tot oneer’ worden, dienen om Gods Kerk te perfectioneren (volwassen te maken) en op te bouwen – namelijk voor diegenen die hierdoor ontnuchterd worden en zich hierdoor meer bewust worden van waartoe zij in staat zijn met hun eigen menselijke natuur, en die hierdoor eveneens nederiger worden, meer op hun hoede en gesterkt in wijsheid.

Als je het woord ‘opbouwen’ nader onderzoekt via het afgeleide woord ‘opbouwend’ dan krijg je als  inhoudelijke betekenis: ‘constructief’, ‘instruerend’, ‘bemoedigend’, ‘stichtelijk’ (geestelijk verheffend). Voorwerpen tot eervol en voorwerpen tot oneervol gebruik kunnen dit ‘opbouwen’ in de hand werken, als je, je onderwerpt aan de werking van Gods geest in jouw leven. De ondervinding van dit proces van ‘opgebouwd worden’ in het leven kan tweeërlei zijn. Het zal een positief, inspirerend en aangenaam resultaat geven in jouw leven, wat je kan ontvangen dankzij zij die God getrouw dienen. Maar het kan ook een geestelijk positief resultaat geven omdat je kan groeien in wijsheid, geestelijke sterkte en overtuiging door te leren van het slechte voorbeeld van een ‘voorwerp tot oneer’ wat ontrouw aan God geworden is.

Het is ook interessant om het gebruik van dit woord ‘opbouwen’ wat uit het Grieks in het Nederlands vertaald werd in de Griekse taal te bekijken. Het is in het Grieks [oikodome] een samenstelling van twee woorden, namelijk: [oikeo]  ‘bouwen’ en [doma] ‘huis’. Dit impliceert ons als familie, als huishouden of als tempel. Ditzelfde woord wordt ook als ‘gebouw’ vertaald in Efeze 2: ‘Op wie het gehele gebouw goed samengevoegd verrijst tot een heilige tempel in de Heere, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de geest.’ (Efeze 2:21-22)

Het doel van de structuur van een fysieke ministry is om de leden van de Kerk tot volwassenheid te brengen, als middel voor God die het Lichaam van Christus ‘bouwt’ (opbouwen). Dit proces moet in ons werkzaam zijn ‘totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de mate van wasdom van de volheid van Christus.’ (Efeze 4:13) Wat we allemaal na de Apostase hebben moeten leren en sindsdien nog steeds ondervinden, is dat dit niet gemakkelijk plaatsvindt in ons leven, maar gepaard gaat met talloze gevechten, worstelingen, vuur testen en hartzeer in ons leven. Je menselijke natuur overwinnen teneinde jezelf totaal aan God te onderwerpen en tegelijkertijd vechten tegen en weerstand bieden aan een boze geestenwereld, is niet makkelijk. Het vergt van ons voortdurende waakzaamheid, een nooit opgeven of toegeven aan, en een vastbesloten overtuiging om de wedloop tot het einde toe uit te lopen. Dit alles vereist een groeiende overeenstemming met en vertrouwen op (geloof) God, dat Hij ons altijd zal blijven sterken en ons zal verlossen.

Dus ja, wij moeten ook van slechte voorbeelden leren. Wij moeten er van leren en wijzer worden van onze eigen fouten (zonden) en die van anderen, ook van die van ministers. De structuur van de ministry in Gods Kerk heeft gediend om dit proces te versterken – zowel in dat deel wat getrouw is gebleven als in het deel waarvan gebleken is dat het ontrouw geworden is. In verband met die zaken die we zonet besproken hebben in Efeze, zou het goed zijn dat je deze verzen nog een voor jezelf zou doornemen en ook nog wat verder leest dan wat tot nog toe geciteerd werd.

Het recente verleden
In de voorbije 2000 jaar van Gods Kerk openbaren vooral de recente geschiedenis van de ministry in de Wereldwijde Kerk van God en de ministry van vandaag veel over hoe God door middel van die structuur van Zijn ministry Zijn mensen gevormd en gekneed heeft (actief geschapen heeft). Dit is vooral waar en kan makkelijk gezien en begrepen worden in het juiste voorbeeld en het werk van diegenen die God getrouw gediend hebben. Als ik aan zulke mensen denk dan moet ik vooral aan Herbert en Loma Armstrong denken. Er zijn er nog die mij te binnen schieten, maar zij behoren grotendeels een unieke categorie.

Deze unieke categorie van ministers waar ik van spreek, vooral een paar die evangelisten en leidinggevende ministers waren, zijn voorbeelden van mensen die twee of meer decennia getrouw in de ministry gediend hebben. De les die geleerd kan worden van wat er in hun levens gebeurde, leert ons veel over Gods macht om Zijn Kerk te leiden, te begeleiden, te vormen, te onderwijzen en te ‘corrigeren’. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met het leren om je geloof in de praktijk te brengen, en er volledig op te vertrouwen (geloof) dat God Zijn Kerk en alles wat Hij haar laat ondergaan en doorstaan in Zijn scheppingsproces van Elohim volledig onder controle heeft.

Tot aan de Apostase had God Zijn Kerk volledig onder controle. Dat betekent niet dat God Zijn Kerk ‘dwong’ om Hem te gehoorzamen. Na de Apostase had God Zij Kerk nog steeds volledig onder controle, en dit door middel van diegenen die Hij geestelijk wakker maakte om door te gaan als Zijn overblijfsel. God stond toe dat er in Zijn Kerk een lauwe en hoogmoedige geest de kop opstak (door individuele vrije wil). En toen, toen de preek gegeven werd die de Apostase veroorzaakte, spuwde God de Kerk uit en verwijderde haar uit Zijn aanwezigheid. Hij leefde niet langer in haar en gaf haar ook niet langer Zijn in stand houdende Heilige geest. Tegelijkertijd begon God een klein overblijfsel tot bekering te roepen, wardoor Hij Zijn Kerk zou heropbouwen en herstellen.

Hoewel deze evangelisten en andere geordineerde mannen waarvan ik daarnet zei dat zij tot een unieke categorie behoorden getrouwe ministers geweest waren voor zo’ groot deel van hun leven, toch bezweken zij voor de geestelijke hoogmoed en de lauwe geest die Laodicea typeert. De meeste van deze mannen stonden sterk in hun geloof zolang zij dienden onder het apostelschap van Herbert W. Armstrong. Na zijn dood gleden deze mannen af in een geestelijke slaap. Maar God zal hen op Zijn tijd wakker maken net zoals Hij dit deed met diegenen die Hij riep om een overblijfsel voor deze eindtijd te zijn.

Eén van de grote lessen die wij allemaal hieruit zouden moeten leren, is dat wij allemaal geestelijk alert en waakzaam (op onze hoede) moeten zijn tot het einde van ons fysieke leven. Het overwinnen ven het ‘zelf’ is een strijd tot het einde! Het zou ook duidelijk moeten zijn uit dit voornbeeld dat voorwerpen ‘tot eer’, voorwerpen ‘tot oneer’ kunnen worden als iemand geestelijk opgeeft en op zichzelf begint te vertrouwen in plaats van op God. God zei tegen deze mannen en tegen de hele Kerk dat zij zo verrijkt met goederen geworden waren (rijk in eigenwaarde en hoogmoed) door in zichzelf te vertrouwen in plaats van op God, dat zij in realiteit ‘naakt, arm en blind’ geworden waren.

God zal op Zijn tijd de meesten die verstrooid werden door de Apostase wakker maken. De ervaring van verwijderd te zijn uit Gods aanwezigheid (uitgespuwd) en alles wat zij tot op vandaag ervaren doordat zij uitgeworpen en op zichzelf zijn, zal niet verloren gaan noch voor niets geweest zijn. Na verloop van tijd, wanneer God hen eenmaal wakker gemaakt zal hebben, zullen zij een enorme geestelijke volwassenheid (groei) en ‘opbouw’ ervaren die nooit op zo’n hoog niveau tot stand gebracht had kunnen worden zonder deze levenservaring. Gods macht om Elohim te scheppen is complex (zelfs moeilijk te bevatten voor de menselijke geest waarin Gods geest werkzaam is), zeer gevarieerd (afhankelijk van de plaats in de tempel waarvoor God iemand aan het vormen is), en ongelooflijk inspirerend wanneer het eenmaal ‘gezien’ wordt voor wat het is.

Deze hoogst pijnlijke ervaring van de Apostase zal op Gods tijd ongelooflijk veel vrucht voortbrengen bij de meesten die verstrooid werden (in het Millennium of tijdens de Grote Witte Troon). Maar het heeft al heel veel vruchten, enorme groei en het vermogen om veel meer waarheden van God te kunnen ontvangen voortgebracht, in diegenen die God reeds wakker gemaakt heeft en diegenen die Hij sinds die tijd aan het lichaam toegevoegd heeft. En niet alleen dat, maar deze hele ervaring van diegenen die Laodicea meemaakten zal veelvuldig als leermiddel gebruikt worden in het Millennium en de Grote Witte Troon, als onderdeel van het perfectioneren en het opbouwen van Gods voortdurende werk aan de bouw van Zijn tempel.

Het heden
We komen nu terug bij af…terug bij het heden en hoe God ordinaties gebruikt heeft om Zijn Kerk te beproeven, te testen, te zuiveren en te reinigen. We hebben besproken hoe dit proces in een stroomversnelling kwam toen God eenmaal begon met grotere aantallen aan Zijn ministry toe te voegen begin 2008. Maar er is een aspect dat nog veel krachtiger meer licht geworpen heeft op deze kwestie van ordinaties, en hoe zij een doel in Gods Kerk vervullen.

Dit begon met de openbaring dat God is begonnen met het verwijderen van de vloek van de slavernij, die sinds de dagen van Adam en Eva over vrouwen, de familie en zelfs Zijn ministry ligt. God openbaarde dat de effectieve structuur voor familie en zelfs voor Zijn ministry nu eindelijk op geestelijk vlak klaar en duidelijk ‘gezien’ zou gaan worden; zoals Hij dit van in den beginne bedoeld had.

De openbaring van de verwijdering (wegneming) van deze vloek, werd gevolg met een verdere openbaring van God, dat vrouwen ook in Zijn ministry geordineerd moesten worden. Deze verandering in de administratie van Gods regering heeft de Kerk in deze eindtijd nog meer ‘gezuiverd’ dan alle andere Waarheid die sinds het Loofhutten Feest van 2005 geopenbaard werd. Dat is de tijd wanneer God uitgebreider openbaarde dat Hij alleen ‘eeuwig’ geleefd heeft, en dat Christus’ leven begon bij zijn fysieke geboorte, zonder dat Hij voor die tijd reeds bestaan zou hebben. Bovenop het zuiverende effect op Zijn Kerk van de openbaring van deze nieuwe waarheid dat vrouwen aan de ministry toegevoegd moesten worden, bleken de ordinaties die hierop volgden inderdaad het krachtigste middel ooit om de Kerk te beproeven, te testen, te zuiveren en te reinigen.

God heeft de Kerk voorbereid op de komst van Zijn Koninkrijk naar aarde, en op de veranderingen die behulpzaam zullen zijn bij het bevrijden van families uit geestelijke slavernij. God heeft Zijn ministry en de Kerk ook voorbereid op nog grotere veranderingen die nog komen gaan, omdat de voornaamste bouwstenen van de apostelen en de profeten stevig verankerd zullen zijn tegen de tijd van de wederkomst van Jezus Christus.

Eerder haalden we het vers aan over het ‘gebouw’ dat goed samengevoegd verrijst tot een heilige tempel in de Heere. Nu is het tijd om het daaraan voorafgaande vers te citeren dat spreekt van diegenen die God geroepen heeft ‘Gebouwd op de fundamenten van de apostelen en de profeten, waarvan Jezus Christus zelf de hoeksteen is.’ (Efeze 2:20)

Die apostelen en profeten zullen ‘in’ die nieuwe regering zitten, bij de 144;000 die samen met Christus regeren. Het zal niet langer nodig zijn om de huidige ministeriële structuur voort te zetten, die hoofdzakelijk geleid wordt door een apostel en die bij tijd en wijle versterkt werd door de toevoeging van profeten. Gods Koninkrijk zal hier op aarde zijn, en er zullen er onder 144.000 zijn die aangewezen zullen worden om als koningen te helpen om deze regeringsfuncties uit te oefenen. Maar grote veranderingen zullen over deze aarde komen, wanneer Gods geestelijke priesterschap hier aanwezig zal zijn en op een veel krachtiger wijze Gods Kerk zal leiden, begeleiden en onderwijzen, met enorme kracht in woord en met een absolute (totale) getrouwheid die gespeend is van elke menselijke zwakheid of fout.

Dat Koninkrijk komt nu snel naderbij, en wij moeten vasthouden aan de komst van Christus terwijl wij ‘blijven doorgaan’.

(Dit beëindigd deze reeks artikelen)