Ongeveer drie maanden lang heb ik iets nieuws meegemaakt, iets dat ik nooit eerder meegemaakt heb. Ik deed timmerwerk, zowel in de werkplaats als buiten, op een werf, en er was meestal veel werk. We doen veel verbouwingen, maar vaak, voor we kunnen verbouwen, moeten we eerst de oude structuren verwijderen. Dat kan heel zwaar werk zijn als we aan oudere huizen werkten, want vaak moesten we hele delen van het huis verwijderen en ze dan weer opbouwen. Ook moesten we oude gevelbeplating weghalen en nieuwe plaatsen, evenals het opnieuw bedekken van daken van sommige gebouwen.
Ook waren er veel andere projecten, zoals het kappen van een aantal tamelijk grote bomen en hen vervolgens naar de zagerij vervoeren, waar ze in handbare bruikbare stukken gezaagd werden. Een groot deel van deze bomen zijn van goede kwaliteit hout, zoals zwarte walnoot, kersen, Doodsbeenderenbomen en andere bomen die vaker voorkomen. Maar dit is zwaar werk.
Gedurende de laatste paar maanden waren er momenten dat ik een soort branderig gevoel in mijn borst voelde, als ik meer inspanning deed. Maar ik dacht dat dit met allergieën te maken had en dat het misschien een soort astmatische aandoening was. Omdat ik nog nooit astma gehad heb, dacht ik dat ik deze symptomen had omdat de omgeving hier anders is dan thuis. Wanneer ik dit branderig gevoel had vertelde ik de anderen wat er gebeurde en dat ik even moest rusten, totdat het weg zou gaan. Dit duurde meestal slechts enkele minuten.
Omdat ik 10 jaar geleden een hartaanval gehad heb, wilde ik uitsluiten dat het met mijn hart te maken had, dus ging ik naar de medische dienst hier in de gevangenis, om er met hen over te praten. Het was mijn bedoeling om, als ik weer dit branderig gevoel had, zij mij zouden onderzoeken. We hadden afgesproken dat ze mij het beste konden onderzoeken als het nog eens zou gebeuren, want anders zouden ze niets ontdekken. Meestal werkten we te ver weg van de medische dienst, en tegen de tijd dat ik daar zou aankomen, zou dit branderig gevoel toch al weg zijn.
Echter, op de 28ste Mei waren we bezig met een aantal dingen hier, in de afdeling waar wij wonen, ongeveer 30 meter verwijderd van de medische dienst. Ik was fysiek hard aan het werken, we waren metalen dingen met breekijzers van de muren aan het verwijderen, toen ik een branderig gevoel begon te hebben, maar deze keer was het veel erger en ik wist dat het hetzelfde gevoel was als wat ik bijna 10 jaar eerder, tijdens mijn eerste hartaanval, gevoeld had. Deze keer echter was het veel erger en veel pijnlijker. Ik werd direct naar de medische dienst gebracht en men gaf mij Nitroglycerine tabletten onder de tong. Ik denk dat ze me in gedurende de 30 minuten, die tussen mijn eerste aanval en de komst van de ambulance lagen, 4 tabletten gegeven hebben. Zodra ik in het ziekenhuis aankwam werd de pijn veel erger. Er werd direct gereageerd en ik onderging een aantal testen, waarbij men vaststelde dat ik een aantal geblokkeerde slagaders had. Ze bleven me Nitroglycerine pilletjes geven omdat de pijn zo erg was en snel terugkeerde. Deze pilletjes leken de pijn die ik had te verminderen.
Het laatste dat ik mij herinner is dat men mij van de brancard op de operatietafel legde. Nadat ik wakker werd op de intensive care afdeling van het ziekenhuis, stonden er een aantal verpleegkundigen en artsen rond mijn bed, die mij begonnen uit te leggen wat er gebeurd was. Een van de eerste mensen die iets zei was de verpleegkundige van de hartafdeling en zij vroeg me wat ik me herinnerde en of ik mij herinnerde wat ik op een bepaald moment gezegd had. Ik was recht gaan zitten en had iets tegen hen gezegd. Ik legde haar uit dat het laatste dat ik mij herinnerde het moment was dat ik van de brancard op de operatietafel gelegd zou worden, maar dat ik mij niet meer herinnerde dat men mij daadwerkelijk op de operatietafel gelegd had.
De verpleegkundige vertelde me dat ik op de operatietafel (ik weet niet precies wanneer) rechtop ging zitten en zei dat ik ging sterven. Daarna ging ik liggen en onmiddellijk stopte mijn hart. Men vertelde mij dat er op dat moment via de intercom een ‘code blauw’ afgeroepen werd, dit betekent dat iedereen die zou helpen bij de defibrillatie (een elektrische schok om het hart weer te doen slaan) naar zijn post moest gaan. Ik kreeg de schok, die nodig was om mijn hart weer op gang te krijgen. Ik heb geen idee hoeveel tijd er verstreek, maar ik heb begrepen dat men mij een aantal schokken heeft moeten geven om mijn hart weer op gang te krijgen. Ik ben er niet zeker van of ik het allemaal medisch gezien correct uitgelegd heb, maar ik heb het zo goed mogelijk uitgelegd.
Er is een stent geplaatst in één van de belangrijkste aders, de hartaanval die door deze aandoening veroorzaakt noemt men ‘de widow maker’ (de ‘weduwemaker’) Er zijn niet veel mensen die een dergelijke hartaanval overleven. Deze belangrijke slagader was voor 100% geblokkeerd. Ook zei men mij dat er nog twee andere slagaders geopend moesten worden. De ene is ook 100% geblokkeerd, de andere voor 85%. Men heeft niet geprobeerd deze andere slagaders te openen vanwege de stress die mijn lichaam en mijn hart net hadden meegemaakt. Ze wilden dat ik een beetje tijd zou krijgen om op krachten te komen voor men deze twee slagaders gaat openen. Hopelijk moet ik niet te lang wachten, maar wetende wat ik weet, misschien duurt het een lange tijd, misschien niet.
Niettemin, God heeft mij de kracht en het vermogen gegeven om een tijd lang vrij zwaar werk te verrichten, zelfs met drie zeer geblokkeerde slagaders. Het verbaasd mij dat ik in staat ben geweest zulk werk te doen.
Maar in dit alles moet iedereen weten dat mijn leven volledig in Gods handen is, net zoals het leven van iedereen die geroepen is, verwekt is en zich onderwerpt aan Gods doel in zijn of haar leven. Dit is met mij gebeurd en het maakt deel uit van Gods doel, wat Hij wil bereiken hierdoor, net zoals het tot Zijn timing van de dingen die Hij aan het doen is, behoort. Er is al iets heel goeds hieruit voortgekomen en dit zal op een later tijdstip geopenbaard worden. Hoewel het een vrij moeilijk iets is om mee te maken (mijn pijngrens is niet hoog, en dit was zeer pijnlijk) kan je het niet vergelijken met het goede dat dit voortgebracht heeft. Wij moeten allemaal onthouden en beseffen dat de dingen die wij meemaken, de ontberingen, beproevingen en pijn, vaak anderen kunnen helpen en/of versterken. En natuurlijk kunnen wij persoonlijk van zulke dingen die wij meemaken in het leven, leren en groeien.
Het is zeer waar en inspirerend wat Paulus in Romeinen neergeschreven heeft. Hij schrijft dat ons leven in Gods handen is en dat alles zal samenwerken voor het goede. Dat geldt ook voor de beproevingen, de ontberingen en pijn die wij in dit menselijk leven meemaken. Het ‘goede’ kan en is vaak voor het welzijn van anderen en vaak ook voor ons, zodat wij gekneed en gevormd kunnen worden in onze manier van denken, in onze geest.
Na de hartaanval ben ik op de Maandag daarop ontslagen uit het ziekenhuis en ben ik teruggekeerd naar de gevangenis. Deze Donderdag zal het twee weken geleden zijn dat ik mijn hartaanval had en ik herstel redelijk goed. Soms ben ik wat licht in het hoofd en als dat zich voordoet moet ik rusten. Een keer is mij het zweet uitgebroken en ik voelde dat mijn hart wat raar deed, maar tegen de tijd dat iemand van de medische afdeling een EKG wilde uitvoeren was het gestopt, het had slechts ongeveer 20 minuten geduurd. Ik loop elke dag kleine afstanden en rust veel om te kunnen herstellen. Er is een groots werk voor de boeg en ik weet zeker dat ik, wanneer die tijd aanbreekt, er volledig klaar voor zal zijn. Ons leven is in Gods handen en wat er ook met iemand van ons gebeurt (zelfs al is dat de dood), De Kerk van God blijft voortbestaan en onze toekomst is altijd in Gods handen en alles gebeurt volgens Zijn timing.
Ik dank diegenen (die we kennen en die we niet kennen) voor jullie bezorgdheid en liefde die jullie voor mij en mijn familie hebben en de gebeden die jullie voor ons gebeden hebben.